Kamervraag 2016Z09084

Het geweld rondom het Agua Zarca project in Honduras en de vermeende betrokkenheid van de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO

Ingediend 9 mei 2016
Beantwoord 6 juni 2016 (na 28 dagen)
Indieners Jasper van Dijk , Roelof van Laar (PvdA)
Beantwoord door Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen internationaal ontwikkelingssamenwerking
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z09084.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2744.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het nieuws dat één of misschien drie van de vier reeds gearresteerde verdachten van de moord op mensenrechtenactiviste Berta Cáceres in Honduras direct gelieerd is/zijn aan projectontwikkelaar DESA, welke o.a. met financiering van de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO het Agua Zarca project in Honduras uitvoert? Wat is uw reactie hierop?1

    Het kabinet is geschokt door het bericht. De sociale conflictsituatie rond het Agua Zarca project moet bezien worden in een context van hevige polarisatie, schrijnende ongelijkheid en ernstige straffeloosheid. Het kabinet vindt dat FMO een juist besluit heeft genomen door op 8 mei jl. bekend te maken dat het zich terug zal trekken uit het Agua Zarca project.

  • Vraag 2
    Bent u bekend met signalen vanuit mensenrechtenorganisatie COPINH, waar ook Caceres toe behoorde, dat leden van deze organisatie nog steeds bedreigingen uit onbekende hoek, maar mogelijk als gevolg van hun protest tegen het Agua Zarca project, ontvangen? Bent u bereid hierover het gesprek aan te gaan met de Hondurese overheid? Welke rol dicht u ontwikkelingsbank FMO in dit kader toe?

    Op 26 april jl. heeft het kabinet gesproken met een delegatie van COPINH, waaronder de dochter van Bertha Cáceres. Ook is de delegatie van COPINH op 25 april jl. in gesprek gegaan met FMO. Tijdens beide bijeenkomsten heeft COPINH melding gemaakt van geweld en mensenrechtenschendingen rondom het Agua Zarca project.
    De Nederlandse ambassadeur in Costa Rica heeft tijdens haar bezoek aan Honduras op 11 maart jl. er bij de autoriteiten onder andere op aangedrongen dat zij zich dienen in te spannen voor een klimaat waarin mensenrechtenverdedigers, zoals Berta Cáceres, en journalisten veilig hun werk kunnen doen. Nederland zal tijdens toekomstige diplomatieke contacten aandacht blijven vragen voor deze kwestie.
    FMO wil op geen enkele wijze betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. Het investeringsbeleid van FMO is erop gericht om een zo groot mogelijke positieve ontwikkelingsimpact te realiseren. Gegeven de recente gebeurtenissen rond het Agua Zarca project is besloten om uit het project te stappen.

  • Vraag 3
    Hoe kijkt u aan tegen de vorderingen van het onderzoek naar de moord op mensenrechtenactiviste Berta Cáceres in Honduras? Deelt u de opvatting dat de UN High Commissioner voor mensenrechten met een louter monitorende bevoegdheid onvoldoende toegevoegde waarde biedt aan de daadwerkelijke uitvoering van het onderzoek? Hoe kijkt u in dat licht aan tegen het betrekken van de Inter American Commission on Human Rigths (IACHR)?

    Het kabinet heeft per brief de Hondurese autoriteiten opgeroepen om het aanbod van de Inter American Commission on Human Rigths (IACHR) te accepteren en hen te betrekken bij het onderzoek naar de moord op Berta Cáceres. De IACHR zou door middel van een onafhankelijk onderzoek moeten nagaan of de handelingen van de Hondurese overheid tot nu toe in overeenstemming zijn met de hoogste internationale onderzoeksnormen.
    Het onderzoek naar de moord op Berta Cáceres laat eens te meer zien dat een structurele aanpak van straffeloosheid voor mensenrechtenschenders in Honduras noodzakelijk is. Om op de lange termijn verbeteringen door te kunnen voeren is de inzet van de Office of the High Commisioner on Human Rigths (OHCHR) en de Mission to Support the Fight against Corruption and Impunity in Honduras (MACCIH) van belang.

  • Vraag 4
    Indien de Hondurese overheid zich niet ontvankelijk opstelt tegenover bijvoorbeeld de aanwezigheid van de IACHR, welke alternatieven ziet u dan om tot een gedegen en onafhankelijk onderzoek te komen?

    Het kabinet verwelkomt de opzet van een OHCHR kantoor in Honduras en de start van MACCIH in verband met lokale presentie in Honduras. Het mandaat van beide organisaties ligt in het monitoren en ondersteunen van de Hondurese overheid. Deze ondersteuning is cruciaal in een structurele aanpak van het versterken van de mensenrechten, verbetering van de veiligheid en het terugdringen van corruptie en straffeloosheid. MACCIH komt overeen met de Internationale Commissie tegen de Straffeloosheid in Guatemala (CICIG). MACCIH onderzoekt de zaak Berta Cáceres en zal zich eerst richten op het vaststellen van eventuele corruptie tussen lokale overheden, zakenwereld en criminele circuits die zo typerend zijn voor de regio. OHCHR zal begin juni 2016 starten.

  • Vraag 5
    Welke rol dicht u de Nederlandse overheid toe bij het door de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO aangekondigde feitenonderzoek? Hoe gaat u ervoor zorgen dat dit feitenonderzoek onafhankelijk wordt uitgevoerd?

    Het kabinet vindt het cruciaal de feiten goed op een rij te hebben en heeft daarom betrokken stakeholders de mogelijkheid gegeven om hun visie op het project te delen. Het kabinet heeft er op aangedrongen dat naast FMO relevante spelers uit het maatschappelijk middenveld bij de onderzoeksopzet van de missie naar Honduras zijn betrokken. In het onderzoeksteam is een erkend internationaal ombudsman opgenomen om de overzichtsrol te vervullen.
    Het kabinet hecht er aan de uitkomsten van dit onderzoek af te wachten. Een afgewogen oordeel is van belang voor een bemiddelingsproces met de lokale bevolking om lokaal het geweld te de-escaleren in relatie tot het Agua Zarca project. Conform the OECD guidelines on responsible business conduct, is FMO, in het geval van een eenzijdige terugtrekking, verantwoordelijk voor een «responsible disengagement».

  • Vraag 6
    Kunt u bevestigen dat na het tijdelijk opschorten van de financiering door ontwikkelingsbank FMO en de eveneens betrokken Finse FinnFund de activiteiten binnen het Agua Zarca daadwerkelijk stilliggen? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u om deze activiteiten alsnog een halt toe te roepen gedurende het onderzoek naar de moord op Cáceres alsook het feitenonderzoek van ontwikkelingsbank FMO?

    De projectontwikkelaar van het Agua Zarca project heeft voor zover mogelijk en met de nog beschikbare middelen de bouw voortgezet. Opschorting van de financiering door FMO en FinnFund heeft er toe geleid dat bouwwerkzaamheden nu stilliggen. Zo lang er geen andere financiers in het project stappen zullen deze werkzaamheden dan ook stil blijven liggen.

  • Vraag 7
    Kunt u toelichten hoe Nederlandse organisaties, zoals ontwikkelingsbank FMO, moeten voorkomen dat ze betrokken raken bij intimidatie, geweld en moord?

    Het kabinet hecht aan het belang van een goed ondernemingsklimaat en infrastructurele investeringen voor inclusieve duurzame ontwikkeling. Gegeven de sterke relatie met mensenrechten, is reflectie nodig over de manier hoe deze projecten gepland en geïmplementeerd worden. De uitdagingen rond de maatschappelijke inbedding van infrastructurele projecten zijn enorm en kunnen alleen het hoofd geboden worden als deze in een bredere context bekeken worden. Het kabinet heeft er bij FMO op aangedrongen dat de dialoog met het maatschappelijk middenveld verder wordt geïntensiveerd en projecten vroegtijdig worden aangekondigd op hun website zodat alle betrokkenen hun zienswijze op het project kunnen geven. Door gezamenlijke inzet van maatschappelijk middenveld, overheden en ontwikkelingsbanken kunnen incidenten vaker worden voorkomen.
    Het kabinet constateert daarnaast dat het vraagstuk van land governance en mensenrechtenschendingen rond infrastructurele projecten veel groter is dan alleen de investeringen van FMO. Het kabinet vindt het daarom noodzakelijk om extra aandacht te geven aan de juiste checks en balances rond grote investeringsprojecten. Nederland zal het debat hierover verder intensiveren en vooral bezien of bestaande procedures rondom Free Prior and Informed Consentverbeterd kunnen worden. Nederland heeft dit op 26 mei jl. nog onder de aandacht gebracht bij de associatie van Europese Ontwikkelingsbanken. Een goede politieke economische contextanalyse bij het toekennen van financiering met behulp van het Nederlandse bedrijfsleven instrumentarium moet een voorwaarde zijn. Het kabinet ondersteunt daarom organisaties die zich inzetten voor transparantie rondom de aanbesteding van publieke werken. De organisaties Hivos en Article 19 richten zich op Open Contracting met specifieke aandacht op het mondig maken van het maatschappelijk middenveld.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z09084
Volledige titel: Het geweld rondom het Agua Zarca project in Honduras en de vermeende betrokkenheid van de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-2744
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Laar en Jasper van Dijk over het geweld rondom het Agua Zarca project in Honduras en de vermeende betrokkenheid van de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO