Ingediend | 12 april 2016 |
---|---|
Beantwoord | 27 mei 2016 (na 45 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z07354.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2669.html |
Ik deel de zienswijze van de Consumentenbond dat een zorgvuldig medisch dossier belangrijk is voor goede patiëntenzorg. De patiënt en betrokken hulpverlener(s) moeten erop kunnen vertrouwen dat de informatie in het dossier betrouwbaar en volledig is. Ik vind de bevindingen van de steekproef een belangrijk signaal voor het veld. Zorgaanbieders zijn immers zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de dossiervoering. In het kader van de landelijke monitor vermijdbare schade in de ziekenhuizen en de zelfstandige behandelklinieken is de kwaliteit van de dossiervoering opnieuw een aandachtspunt. Uit de resultaten van de vorige monitor van eind 2013 bleek dat er nog verbeteringen nodig en mogelijk zijn. Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) voert de monitor uit. De resultaten worden eind 2017 verwacht. Vooruitlopend hierop, zal ik de kwaliteit van de dossiervoering in mijn gesprekken met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) aan de orde stellen.
Daar waar de kwaliteit van zorg in het geding is als gevolg van een gebrekkige dossiervoering heeft de IGZ handhavende bevoegdheden op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De IGZ heeft de Consumentenbond laten weten dat goede dossiervoering een belangrijke voorwaarde is voor goede zorg. De IGZ heeft mij echter aangegeven dat zij op basis van de beperkte steekproef van de Consumentenbond geen conclusies kan trekken. Bij de uitvoering van het risicogestuurde toezicht controleert de IGZ, in principe na toestemming van de patiënt, de wijze van dossiervoering en spreekt zorgaanbieders daarop aan. Wanneer de IGZ in relatie tot haar incidententoezicht constateert dat de dossiervoering niet volstaat, dan neemt zij maatregelen die erop gericht zijn dat de zorgaanbieder of zorgverlener de dossiervoering adequaat aanpast.
Patiënten met klachten over de dossiervoering kunnen ook terecht bij het Landelijk Meldpunt Zorg (LMZ). Het LMZ brengt de meldingen onder de aandacht van de IGZ, hetgeen de IGZ helpt bij de uitoefening van het risicogestuurde toezicht.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) ziet toe op de naleving van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De AP wijst erop dat bij het aanleggen van zorgdossiers aan de eisen van de Wbp moet worden voldaan. Zo moeten de gegevens in de dossiers juist en nauwkeurig zijn. De bescherming van medische gegevens is één van de thema’s waarop de AP zich in 2016 richt, zoals onder meer blijkt uit een open brief die de AP recent aan de bestuurders van zorginstellingen heeft gestuurd2.
De Nederlandse Zorgautoriteit heeft hier geen toezichtstaak.
Ik had niet verwacht dat in de helft van de gevallen van een steekproef fouten in het dossier dan wel rondom de aanvraagprocedure zouden worden geconstateerd. Voorts verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 1.
De oorzaak hiervan is mij niet bekend. Uit het onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat het betreffende ziekenhuis de fout heeft erkend en interne maatregelen heeft getroffen om dit in de toekomst te voorkomen.
De oorzaak hiervan is mij niet bekend. De wet is helder. De wet bepaalt dat een patiënt recht heeft op inzage in het medisch dossier, zoals neergelegd in artikel 7:456 BW. Ook op grond van de Wbp heeft een patiënt recht op inzage in zijn persoonsgegevens.
Ik heb geen aanwijzingen voor handel in medische dossiers.
Hierover heb ik geen andere informatie dan de openbare publicaties van de Consumentenbond. Kortheidshalve verwijs ik hiernaar.
Zoals aangegeven is een goede dossiervoering een belangrijke voorwaarde voor goede zorg. De IGZ houdt uit oogpunt van de kwaliteit van zorg toezicht op de wijze van dossiervoering. Zo nodig spreekt de IGZ de zorgbestuurders hierop aan. Zoals gezegd is de bescherming van medische gegevens een belangrijk thema in het kader van het toezicht door de AP.
Overigens zijn de zorgbestuurders primair aan zet om maatregelen te treffen die de kwaliteit van de zorg waarborgen, zoals een adequate dossiervoering. Het is ook aan het interne toezicht om op de naleving van dergelijke kwaliteitsnormen toe te zien. Voorts verwijs ik naar mijn antwoorden op de vragen 1 en 2.
De IGZ stelt vast dat calamiteiten in het merendeel van de gevallen veroorzaakt worden door een opeenstapeling van verschillende gebeurtenissen, waar een onzorgvuldige dossiervoering een onderdeel van kan zijn. Wanneer de IGZ bij haar onderzoek naar calamiteiten constateert dat de dossiervoering niet op orde is, dan neemt de IGZ maatregelen op basis van de Wkkgz.
In artikel 7: 456 BW is neergelegd dat een hulpverlener voor de verstrekking van het afschrift een redelijke vergoeding in rekening mag brengen. De tarieven zijn opgenomen in het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp4. Voor de inzage van de eigen medische gegevens mogen geen kosten bij de patiënt in rekening worden gebracht.
Het ligt voor de hand dat de patiënt een vermeende fout in eerste instantie met zijn hulpverlener bespreekt. Als hierover onderling overeenstemming is, zal de hulpverlener dit doorgaans zelf herstellen. Ook kan een patiënt op grond van de Wbp een verzoek indienen om correctie van zijn medisch dossier. Dit correctierecht ziet alleen op gegevens die feitelijk niet juist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn. Als de hulpverlener geen wijziging wil aanbrengen moet hij dat binnen vier weken met opgaaf van reden laten weten.
Daarnaast heeft de patiënt op grond van de WGBO het recht om een eigen verklaring aan het dossier toe te laten voegen (artikel 7:454 BW). Het is niet van belang of de hulpverlener het eens is met de aanvulling: deze moet verplicht aan het dossier worden toegevoegd. Hiermee kan de patiënt bewerkstelligen dat in het dossier een beeld van zijn persoon of zijn gezondheidstoestand is opgenomen, waarvan hij vindt dat het juist en volledig is.
Eén van de eHealth doelstellingen van het kabinet is om mensen toegang te geven tot hun medische gegevens. Dit is een essentiële voorwaarde voor de kanteling in Nederland om patiënten en gezonde mensen daadwerkelijk centraal te plaatsen en hen middelen voor regie te geven. De wijze waarop dat gebeurt, dient nader te worden onderzocht. De NPCF en een brede coalitie van zorgpartijen richten zich binnen het programma «Meer regie over gezondheid» op oplossingen en voorwaarden (standaardisatie en financiering) om de informatiepositie van de patiënten te verbeteren door hen te laten beschikken over een persoonlijke gezondheidsomgeving, waarin ook medische gegevens naast eigen gemeten gezondheidswaarden overzichtelijk samenkomen.
Ik ben geen voorstander van een zorgpas als vervanging van het dossier bij een zorgaanbieder. Uit eerder onderzoek is gebleken dat het gebruik van een zorgpas een aantal belangrijke nadelen kent. Zo heb je in geval van nood, spoedsituaties en bij verlies of vergeten van de pas of de pincode van de pas geen toegang tot medische gegevens.
Ik ken het bericht.
De vragen van de Kamerleden Leijten (SP) en Van Gerven (SP) over het bericht «Steekproef Consumentenbond: zorgdossiers zijn rommeltje» (2016Z07354) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.