Ingediend | 11 april 2016 |
---|---|
Beantwoord | 13 mei 2016 (na 32 dagen) |
Indiener | Han ten Broeke (VVD) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z07294.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2523.html |
Het is niet mogelijk gebleken informatie te verkrijgen waaruit kan worden opgemaakt of deze beelden en beschuldigingen juist zijn of niet.
Melding van een vermeende online «stemming» over het lot van een gevangen genomen ISIS-strijder, zoals vermeld in het bericht van The Observers, is bekend bij het Human Rights Office van de United Nations Assistance Mission to Iraq (UNAMI). Dit bericht kan echter niet bevestigd worden en er is geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een patroon van schendingen van het humanitair oorlogsrecht door Iraakse militairen. Het Human Rights Office benadrukt tevens dat in Irak sprake is van een propagandaoorlog, waarbij veelvuldig misleidende informatie wordt verspreid.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
In de strijd tegen ISIS is de naleving van het humanitair oorlogsrecht door alle partijen in het conflict van essentieel belang. Het kabinet blijft bij de Iraakse autoriteiten en bij de regering van de Koerdische Autonome Regio het belang benadrukken van de naleving van het humanitair oorlogsrecht en het respecteren van mensenrechten door alle Iraakse veiligheidstroepen en milities. Tijdens haar bezoek aan Irak in januari 2016 heeft de Minister van Defensie onder meer in haar gesprek met de Iraakse Minister van Defensie het belang van respect voor humanitair oorlogsrecht benadrukt.
In het curriculum van de door de coalitie verzorgde trainingen wordt, zoals in eerdere brieven aan Uw Kamer is aangegeven, aandacht geschonken aan mensenrechten en humanitair oorlogsrecht. Dit is een integraal onderdeel van de trainingen.
Ook UNAMI en het Internationale Rode Kruis onderhouden een dialoog met de Iraakse regering over de naleving van het humanitair oorlogsrecht. Zij onderstrepen daarbij dat naleving ervan tevens bijdraagt aan het verkrijgen en behouden van steun onder de bevolking.
Zie antwoord vraag 5.