Ingediend | 1 april 2016 |
---|---|
Beantwoord | 18 april 2016 (na 17 dagen) |
Indiener | Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z06666.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2313.html |
Iran heeft in maart wederom ballistische raketten afgevuurd. De afgevuurde raketten vallen hoogstwaarschijnlijk binnen de «Categorie 1 Systemen», zoals door het Missile Technology Control Regime (MTCR) gedefinieerd. Deze systemen hebben een bereik groter dan 300 km en een laadvermogen van minimaal 500 kg. Op basis van de richtlijnen van het MTCR kan worden gesteld dat «Categorie 1 Systemen» in theorie in staat zijn om massavernietigingswapens te vervoeren. Het kabinet acht het testen van ballistische raketten door Iran zeer onwenselijk.
De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk hebben op 28 maart jl. een brief aan de VN-Veiligheidsraad gestuurd. In deze brief verklaren deze vier landen dat deze raketlanceringen door Iran inconsistent zijn met paragraaf 3 van Annex B van VNVR-Resolutie 2231 (2015), waarin Iran wordt opgeroepen geen activiteiten te ondernemen m.b.t. ballistische raketten die ontworpen zijn om in staat te zijn kernwapens te vervoeren. Voorts vragen deze landen de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties om volledig en grondig te rapporteren over Irans ballistische activiteiten die inconsistent zijn met VNVR-resolutie 2231 (2015). Ook wordt in de brief voorgesteld om de lanceringen te bespreken in het VNVR «2231 Format», een structuur die is opgezet om de monitoring van de implementatie van deze resolutie te faciliteren. De VS, het VK, Duitsland en Frankrijk waren allen direct betrokken bij de onderhandelingen met Iran en het opstellen van VNVR-resolutie 2231. De brief van de vier landen stond niet open voor ondertekening door andere landen (zoals Nederland). Het kabinet steunt de inhoud en strekking van deze brief ten volle.
Zie antwoord vraag 2.