Ingediend | 31 maart 2016 |
---|---|
Beantwoord | 21 april 2016 (na 21 dagen) |
Indiener | Raymond Knops (CDA) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z06566.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2367.html |
In de berichtgeving wordt melding gemaakt van een toename met meer dan vijftig procent in een jaar van het aantal personen in Frankrijk dat op enige wijze met radicalisering in verband wordt gebracht. Uit het artikel wordt echter niet duidelijk of er sprake is van een algemene toename van het aantal personen dat radicaliseert, of van toename van (door opsporingsautoriteiten) gesignaleerde gevallen. Hoe dan ook is het beeld van infiltratie door gesignaleerde individuen zorgelijk.
Zie antwoord vraag 1.
Over uitkomsten van onderzoeken van de MIVD informeer ik de Tweede Kamer via de daartoe geëigende kanalen.
Ik verwijs u naar de antwoorden van de Minister van Veiligheid en Justitie op vragen van uw Kamer over de daders van de aanslagen in Brussel (29 754, nr. 370, 5 april 2016).
Zie ook het antwoord op de vragen 6 en 7.
In Nederland zijn de feitelijke gedragingen altijd leidend bij besluitvorming omtrent het verstrekken, weigeren of intrekken van de Verklaring van Geen Bezwaar en mogelijke rechtspositionele consequenties. Over de verstrekking, weigering of intrekking van de Verklaring van Geen Bezwaar in relatie tot feitelijke gedragingen, verwijs is u naar mijn brief van 27 november 2015 (Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 704) en naar de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie van 25 februari 2016 (Kamerstuk 29 614, nr. 39).
Ik verwijs u naar mijn antwoorden op schriftelijke vragen van 27 november 2015 (Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 704), naar de brieven van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie van 25 februari 2016 over de beleidsreactie op de notitie «Salafisme in Nederland: diversiteit en dynamiek» (Kamerstuk 29 614, nr. 39) en over de concretisering van de beleidsaanpak salafisme van 23 september 2015 (Kamerstuk 29 614, nr. 38) naar de nota «Salafisme in Nederland: diversiteit en dynamiek» van NCTV en AIVD (2015D35150, 23 september 2015).
Zie antwoord vraag 6.
Bij Defensie is iedereen, ongeacht religieuze achtergrond, gehouden aan de interne gedragsregels die beogen dat medewerkers respectvol met elkaar omgaan en elkaars waardigheid intact laten. Defensiemedewerkers worden geacht elkaar aan te spreken op het op welke wijze dan ook niet naleven van de interne gedragsregels.
Zie antwoord vraag 8.
Aan deze boodschap en de invulling daarvan wordt niet getornd. De boodschap staat en blijft staan.
Voor een uitgebreide reactie op de motie-Knops in samenhang met het kabinetsbrede beleid inzake salafisme verwijs ik u naar de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie van 25 februari 2016 over de concretisering van de beleidsaanpak salafisme (Kamerstuk 29 614, nr. 39).