Ingediend | 21 maart 2016 |
---|---|
Beantwoord | 11 april 2016 (na 21 dagen) |
Indiener | Ronald Vuijk (VVD) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z05776.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2244.html |
Ja, op 17 maart jl. heeft een Apache een voorzorgslanding gemaakt.
De Apache maakte een vliegbeweging die niet door de bemanning was ingezet, eenUncommanded Flight Manoeuvre. In een dergelijke situatie is een voorzorgslanding vereist. De onderhoudsprocedures bepalen dat daarna eerst onderzoek wordt uitgevoerd waarna de eventuele oorzaak wordt verholpen. Pas daarna mag verder worden gevlogen. Defensie kon het onderzoek niet uitvoeren op de plek waar de helikopter was geland. Daarom is het toestel over de weg naar de vliegbasis Gilze-Rijen vervoerd. In een dergelijke situatie zijn dat de gebruikelijke procedures met het oog op de veiligheid.
Defensie onderzoekt met fabrikant Boeing de oorzaak en verzamelt daartoe vlucht- en systeemdata van de helikopter. Het onderzoek is nog niet voltooid. Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek bepaalt Defensie of deze klacht tot maatregelen leidt en, zo ja, welke. Daarbij wordt ook bezien of er gevolgen zijn voor de overige Nederlandse Apaches. Als dat zo is, worden ook andere landen die de Apache gebruiken op de hoogte gesteld. Dit zijn standaardprocedures in het kader van de Militaire Luchtvaart Eisen.
Zie antwoord vraag 3.
Of er een relatie met het ongeval in Mali is, kan pas worden vastgesteld als de uitkomsten van het onderzoek bekend zijn.
Gedurende het onderzoek en de afwikkeling daarvan is het toestel niet beschikbaar voor de uitvoering van het vliegprogramma. De gevolgen daarvan zijn beperkt omdat slechts een beperkt aantal oefenvluchten vervalt. Voor de inzet en inzetbaarheid van de overige Apaches heeft dit geen gevolgen.
Zie antwoord vraag 3.