Ingediend | 26 februari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 18 maart 2016 (na 21 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z03988.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1931.html |
Ten aanzien van de kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening sluit ik mij aan bij het oordeel van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en haar inzet op dit moment.
Zie mijn antwoord op 6.
Over de zorgverlening bij Carint Reggeland, waar het woonzorgcentrum Titus Bransmahof onder valt, ontving de IGZ in de periode november 2013-november 2015 tien burgermeldingen (waarvan zes in 2015) en meldingen van calamiteiten van de instelling zelf. De conclusies van de door de inspectie in onderzoek genomen meldingen hebben in de loop van 2015 de zorgen bij de IGZ over de kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening bij met name het woonzorgcentrum Titus Bransmahof doen toenemen (zie ook mijn antwoord op vraag3. De IGZ heeft dan ook op 5 november 2015 een onaangekondigde inspectie uitgevoerd bij dit woonzorgcentrum en heeft vervolgens hierover op 11 januari 2016 een gesprek gehad met zowel de raad van bestuur als met de raad van toezicht van Carint Reggeland. Op dit moment houdt de IGZ de situatie bij Titus Brandsmahof en Carint Reggeland nauwlettend in de gaten. Zie voorts mijn antwoord op de vragen 4, 5 en 6.
De IGZ constateerde op dat moment een gering risico voor de medicatieveiligheid en had voldoende vertrouwen in het vermogen van de zorgaanbieder om dit op te pakken. Om die reden was het oordeel van de IGZ dat een plan van aanpak of een vervolgonderzoek niet nodig was.
De IGZ stelt altijd eerst een conceptrapport op. Dit rapport wordt dan voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de bestuurder van de bezochte zorgaanbieder gestuurd. De bestuurder krijgt een maand de tijd voor een reactie. De IGZ heeft vervolgens de reactie van de zorgaanbieder in het rapport verwerkt en daarna het rapport vastgesteld. De IGZ heeft het rapport op 26 januari 2016 via haar website openbaar gemaakt.
Zie antwoord vraag 4.
Mede op basis van het op 11 januari 2016 door de IGZ gevoerde gesprek met de bestuurders van Carint Reggeland en de daarbij besproken verbetermaatregelen die de IGZ de instelling heeft opgelegd, ziet de IGZ op dit moment geen directe risico’s voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Wel houdt de IGZ op dit moment de situatie bij Titus Brandsmahof en Carint Reggeland nauwlettend in de gaten, onder andere met onaangekondigde inspecties. Op 1 mei a.s. treedt er bij Carint Reggeland een nieuwe bestuurder aan. De IGZ zal er bij de bestuurswisseling op toezien dat continuïteit van het verbetertraject blijft gewaarborgd. Wanneer mocht blijken dat de benodigde verbeteringen onvoldoende worden doorgezet, dan zal de IGZ alsnog handhavingsmaatregelen inzetten. Ik sluit mij aan bij het oordeel de inspectie en haar inzet op dit moment.
Het Bopz-aanmerkingsbezoek uit 2013 was een controle op randvoorwaarden, terwijl het bezoek uit 2015 breder en dieper was. De onderzoeken zijn daarom niet met elkaar te vergelijken.
Zie mijn antwoord op vraag 6.
Deze uitspraken zijn voor rekening van Carint Reggeland. De IGZ gaat dit de komende periode toetsen. Zie ook mijn antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 9.
Zie mijn antwoord op vraag 6.
Na het bezoek aan Titus Brandsmahof heeft de inspectie een bestuursgesprek gehad met de bestuurder in aanwezigheid van twee nieuwe leden van de Raad van Toezicht. De volledige Raad van Toezicht is door de bestuurder geïnformeerd. De Raad van Toezicht heeft besloten om de ontwikkelingen op de voet te volgen en nauw overleg hierover te houden met de bestuurder. Zij volgen de verbeteringen die – conform het vastgestelde rapport van de inspectie over Titus Brandsmahof – de bestuurder moet realiseren.
De conclusie van de IGZ over kennis en kunde bij de medewerkers is zorgwekkend en de IGZ heeft dan ook op dat punt verbetering geëist. De raad van bestuur heeft de inspectie toegezegd de komende twee jaar extra financiële middelen vrij te maken om de benodigde inhaalslag te maken. Daarbij wordt onder andere geïnvesteerd in de deskundigheid van de medewerkers. De inspectie verwacht dat de huidige raad van bestuur vóór 1 april een goed beeld aanlevert van de vorderingen.
De bestuurder heeft de cliënten, hun familie en de cliëntenraden, direct na het door de IGZ uitbrengen van het rapport op 26 januari 2016, op de hoogte zijn gesteld van de bevindingen van de IGZ.
Zie mijn antwoord vraag 6.