Kamervraag 2016Z03257

De bijstand die verleend wordt aan Romano van der Dussen, die net is vrijgelaten

Ingediend 15 februari 2016
Beantwoord 17 maart 2016 (na 31 dagen)
Indieners Pieter Omtzigt (CDA), Raymond Knops (CDA)
Beantwoord door Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen organisatie en beleid recht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z03257.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1897.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het feit dat Romano van der Dussen op 11 februari vrijgelaten is uit de gevangenis in Spanje, alwaar hij is opgevangen door een medewerkster van de Nederlandse ambassade?

    Ja.

  • Vraag 2
    Welke hulp en begeleiding zijn er voor iemand die 12 jaar in een Nederlandse cel gezeten heeft?

    Bij binnenkomst in een penitentiaire inrichting (PI) wordt de gedetineerde gescreend op de vijf basisvoorwaarden: onderdak, inkomen uit werk of uitkering, schulden, zorg en in het bezit zijn van een identiteitsbewijs. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) stelt samen met de gedetineerde een op de persoon gericht detentie en re-integratieplan op. Een gedetineerde is primair zelf verantwoordelijk voor zijn re-integratie. In de PI wordt hij daarbij ondersteund door onder meer een mentor en een casemanager. Daarnaast kan elke gedetineerde gebruik maken van een (in elke PI aanwezig) re-integratiecentrum waar hij praktische zaken kan regelen die belangrijk zijn voor een succesvolle re-integratie, zoals het vinden van een baan.
    In Nederland geldt als uitgangspunt dat een gedetineerde die is veroordeeld tot een tijdelijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meer dan twee jaar, voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld wanneer hij tweederde deel daarvan heeft ondergaan. Gedurende de periode van de voorwaardelijke invrijheidsstelling (vi) staat de gedetineerde onder toezicht van de reclassering en kan betrokkene worden begeleid door zijn toezichthouder. De reclassering controleert of de gedetineerde de voorwaarden, die aan de vi zijn gekoppeld, naleeft. Deze voorwaarden kunnen inhouden dat een gedetineerde zich laat opnemen in een kliniek, zich onder behandeling laat stellen of moet verblijven in een instelling voor beschermd wonen.
    Na afloop van de detentie kan – nu de strafrechtelijke titel is komen te vervallen – de ex-gedetineerde niet langer aanspraak maken op hulp en begeleiding vanuit DJI, maar is hij aangewezen op hulp en begeleiding vanuit bijvoorbeeld gemeentes en maatschappelijke organisaties.

  • Vraag 3
    Hoe gaat u er, in overleg met de Spaanse autoriteiten voor zorgen dat vergelijkbare hulp voor hem beschikbaar is om weer een plek in de Nederlandse of Spaanse samenleving te krijgen? Kunt u dit – zo nodig vertrouwelijk – toelichten?

    Met verwijzing naar mijn brieven van 20 juli 2015 (TK 2947), 28 augustus 2015 (TK 3184), 7 oktober 2015 (TK 226), 18 november 2015 (TK 30 010, nr. 25) en 17 februari 2016 (TK 30 010, nr. 26) heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken de heer R. van der D tijdens zijn detentie consulaire bijstand verleend en proactief aandacht gevraagd bij de Spaanse autoriteiten voor de rechtsgang van de heer Van der Dussen. Zo voerden medewerkers van de ambassade in Madrid diverse gesprekken met Spaanse overheidsinstanties teneinde de voortgang van de behandeling van de herzieningszaak van de heer R. van der D. te bespoedigen. Zelf intervenieerde ik bij mijn Spaanse ambtgenoot. Dit past binnen de algemene beleidslijn terzake.
    Voor zijn verblijf in Spanje in de eerste periode na zijn vrijlating uit de gevangenis op 11 februari jl. heeft de heer R. van der D. van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Reclassering Nederland en lokale Spaanse instanties advies en begeleiding gekregen. Voor het geval dhr. R. van der D. langer in Spanje wenst te blijven, is hem door de ambassade proactief advies gegeven over tot welke Spaanse instanties hij zich kan wenden voor verdere begeleiding en ondersteuning aldaar. Het is uiteraard aan de heer R. van der D. om te beslissen waar hij zich wil vestigen. Indien de heer R. van der D. besluit naar Nederland terug te keren, kan hij terecht bij de betreffende Nederlandse gemeente en maatschappelijke organisaties. De Nederlandse gemeente waar dhr. R. van der D. zich, op eigen aangeven, mogelijk wil vestigen en Reclassering Nederland zijn door het Ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gesteld. Beiden zijn op een eventuele terugkeer van dhr. R. van der D. naar Nederland voorbereid. Uiteraard is de heer R. van der D. hierover geïnformeerd.

  • Vraag 4
    Biedt de Nederlandse staat enige bijstand aan de heer Van der Dussen om tot een snelle herziening van alle zaken te komen?

    Het initiëren en voeren van eventuele verdere procedures die volgen op de herzieningsuitspraak zijn een zaak van dhr. R. van der D. en zijn advocaat, desgewenst in samenwerking met de Nederlandse stichting PrisonLAW. De stichting PrisonLAW ontvangt subsidie van de Nederlandse overheid. De door mij verstrekte subsidie ten behoeve van juridisch advies staat beschreven in mijn brief aan uw Kamer van 10 oktober 2014 (30 010, Nr. 21).
    Nu de heer R. van der D. in vrijheid is gesteld, kan hij zijn zaak zonder beperking bespreken met zijn juridisch adviseurs.

  • Vraag 5
    Zal de Nederlandse overheid de heer Van der Dussen hulp verlenen en bijstaan in een civiele zaak van hem tegen de Spaanse staat?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Kunt u met een precies feitenrelaas aangeven op welk moment en op welke wijze de Nederlandse regering de heer Van der Dussen heeft bijgestaan om zijn onschuld aan te tonen in de afgelopen 12 jaar?

    Zie mijn brief aan uw Kamer van 17 februari 2016 (TK 30 010, nr. 26).

  • Vraag 7
    Kunt u de vragen die de commissie Buitenlandse Zaken gesteld heeft over de zaken Van der Dussen, Singh en Hoose op 2 december 2015 zo spoedig mogelijk beantwoorden?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Kunt u bevorderen dat de vragen die in juni 2015 aan het comité van ministers van de Raad van Europa gesteld zijn over zijn zaak spoedig beantwoord zullen worden, zodat dit niet zomaar iemand anders overkomt?

    De Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de Raad van Europa heeft aangedrongen op spoedige beantwoording van de schriftelijke vragen van 18 juni 2015 (nr. 689).

  • Vraag 9
    Kunt u deze vragen spoedig beantwoorden en er in ieder geval voor zorgen dat er spoedig actie en een antwoord op vraag 3 komt, omdat daartoe grote urgentie bestaat?

    De antwoorden zijn zo spoedig mogelijk toegezonden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z03257
Volledige titel: De bijstand die verleend wordt aan Romano van der Dussen, die net is vrijgelaten
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1897
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Knops en Omtzigt over de bijstand die verleend wordt aan Romano van der Dussen, die op 11 februari 2016 is vrijgelaten