Ingediend | 15 februari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 31 maart 2016 (na 45 dagen) |
Indieners | Louis Bontes (GrBvK), Joram van Klaveren (GrBvK) |
Beantwoord door | Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid recht staatsrecht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z03249.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2096.html |
Ja.
Ik keur elke vorm van geweld af, zeker als de slachtoffers onschuldige burgers zijn. Het strafrechtelijk onderzoek richt zich op alle aspecten van het strafbare feit dus ook een eventueel discriminatoir aspect. Aangezien het een lopend onderzoek betreft kan ik over de inhoud van het onderzoek geen nadere mededelingen doen.
Zie antwoord vraag 2.
In de uitgebrachte opsporingsberichtgeving is, zoals ook het uitgangspunt is bij het inzetten van opsporingsberichtgeving, uitsluitend informatie opgenomen die op dat moment bij de politie bekend en geverifieerd was en die direct van belang was voor het doel van de inzet van het middel: identificatie en aanhouding van de verdachten.
Op 28 oktober 2015 is uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek «Triggerfactoren antisemitisme» en het daaraan gekoppelde nader onderzoek «Beelden van islamitische jongeren over zionisten en Joden». Hieruit blijkt dat het conflict in het Midden-Oosten, met name de relatie tussen Israël en de Palestijnse gebieden, een mogelijke triggerfactor vormt voor antisemitisme in Nederland. Negatieve beelden over Israël, zionisten of zionisme mogen echter nooit leiden tot haat tegen Joden. Net zo min als negatieve emoties of beelden over de Palestijnse gebieden of Palestijnen mogen leiden tot haat tegen moslims. Het vraagt juist om een zichtbaar gezamenlijke aanpak vanuit gemeenschappen om op te staan en samen te werken om uitsluiting en antisemitisme te bestrijden.
Uit de politiecijfers 2014 blijkt dat het aantal gerichte antisemitische incidenten toeneemt. Dit is zeer zorgelijk. De actieve bestrijding van antisemitisme verloopt zowel via het repressieve als het preventieve spoor.
Vanuit het preventieve spoor richt de aanpak zich onder meer op het ondersteunen van rolmodellen, onderwijs en dialoog. Onderdeel van de aanpak is bijvoorbeeld het adresseren van spanningen in Nederland als gevolg van het conflict tussen Israël en de Palestijnse gebieden. Onder meer over dit onderwerp heeft de Minister van SZW op 15 maart een overleg gehad met vertegenwoordigers vanuit de Joodse en Islamitische gemeenschap. Een ander voorbeeld is het ondersteunen en verbeteren van het onderwijs als het gaat om discriminatie en antisemitisme in de klas en het vergroten van de effectiviteit van methodieken die in of buiten het onderwijs gebruikt worden. Ook is er aandacht voor discriminatie en antisemitisme in het voetbal. De betaald voetbalclubs en de KNVB hebben op 18 februari jongstleden afgesproken hebben sneller op te treden tegen racistische spreekkoren. Zodra dit voorkomt, vragen de clubs de supporters direct met dit gedrag te stoppen. Zo niet, dan wordt de wedstrijd stilgelegd.
Op grond van de aanwijzing discriminatie van het Openbaar Ministerie (OM) worden alle incidenten die gerelateerd zijn aan discriminatie en antisemitisme geregistreerd. Het gaat hierbij om eigen waarnemingen, meldingen en aangiften. Het OM verleent prioriteit aan de aanpak van discriminatie, waaronder antisemitisme.
Er zijn in deze zaak nog geen aanhoudingen verricht.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het antisemitische motief van een extreem gewelddadige overval (ingezonden 15 februari 2016) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.