Ingediend | 1 februari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 23 maart 2016 (na 51 dagen) |
Indieners | Keklik Yücel (PvdA), Lutz Jacobi (PvdA) |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA), Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z01974.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1980.html |
Nee, er zijn verschillende cao’s van kracht voor medewerkers in voor- en vroegschoolse voorzieningen. Dat zijn de cao kinderopvang, de cao welzijn en maatschappelijke dienstverlening (waaronder peuterspeelzaalwerk valt) en de cao primair onderwijs.
Nee, dat zicht heb ik niet. Het is aan sociale partners om afspraken te maken over de salarissen bij de harmonisatie van de kindvoorzieningen.
Zie vraag 2.
De naleving van de cao is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van sociale partners zelf. Op verzoek van sociale partners kan de Inspectie SZW wel onderzoek doen naar de handhaving van de cao (Artikel 10 van de Wet AVV). De bevindingen uit een dergelijk onderzoek worden dan aan de verzoeker overhandigd. Die kan op basis van het onderzoek al dan niet kan besluiten de rechter te vragen een uitspraak te doen over de toepassing van de cao.
De naleving van de cao is een zaak van cao-partijen.