Ingediend | 26 januari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 4 maart 2016 (na 38 dagen) |
Indieners | Raymond Knops (CDA), Harry van Bommel , Raymond de Roon (PVV), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD), Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z01444.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1750.html |
Ja, CENTCOM rapporteert dagelijks op zijn website over het aantal wapeninzetten van de coalitie.
Het Amerikaanse Ministerie van Defensie werkt wekelijks het totale aantal wapeninzetten van de coalitie bij op zijn website. Het ministerie maakt daarbij onderscheid tussen de Amerikaanse inzet en de totale inzet van coalitiepartners in Irak en Syrië. De website bevat geen details over het precieze aandeel (aantallen luchtaanvallen) van de partners in de luchtcampagne.
Over het precieze aandeel (aantallen luchtaanvallen) van coalitiepartners in de luchtcampagne in de strijd tegen ISIS worden in het openbaar geen mededelingen gedaan.
In die antwoorden is Bahrein per abuis niet genoemd.
Bahrein, Jordanië, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten nemen deel aan de luchtaanvallen van de anti-ISIS coalitie in Irak en Syrië. Deze informatie is beschikbaar op de website van het Amerikaanse Ministerie van Defensie (www.defense.gov). Over het precieze aandeel (aantallen luchtaanvallen) van Arabische bondgenoten in de luchtcampagne in de strijd tegen ISIS worden in het openbaar geen mededelingen gedaan. De Arabische partners blijven zeer actief op de verschillende sporen van de anti-ISIS coalitie.
Zie antwoord vraag 5.