Ingediend | 19 januari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 7 maart 2016 (na 48 dagen) |
Indieners | Sjoerd Sjoerdsma (D66), Kees Verhoeven (D66) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid recht staatsrecht staatsveiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z00852.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1761.html |
Het kabinet heeft kennis genomen van dit bericht in de Britse media.
In het jaarverslag AIVD 2014 (blz. 29–30) is vermeld dat de Russische inlichtingen- en veiligheidsdiensten structureel aanwezig zijn in Nederland en dat de wereldwijde Russische campagne om beleid en beeldvorming ten aanzien van Rusland te beïnvloeden ook Nederland raakt.
Het kabinet beschikt echter niet over aanwijzingen dat er in het geval van het aanstaande raadgevend referendum over het Associatieverdrag tussen Oekraïne en de Europese Unie sprake is van beïnvloeding op oneigenlijke wijze vanuit Rusland.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het referendum is conform de Nederlandse wet tot stand gekomen.
Nee.
In het openbaar kunnen geen mededelingen gedaan worden over eventuele onderzoeken van de Nederlandse inlichtingendiensten.
Het kabinet is niet bekend met de bronnen op basis waarvan de Telegraph meldt dat er sprake zou zijn van een dergelijk onderzoek en ziet dan ook geen reden om navraag te doen bij de autoriteiten van de Verenigde Staten.