Ingediend | 18 januari 2016 |
---|---|
Beantwoord | 5 februari 2016 (na 18 dagen) |
Indieners | Mona Keijzer (CDA), Ockje Tellegen (VVD) |
Beantwoord door | Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit europese zaken internationaal openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z00727.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1398.html |
Er zijn op dit moment geen signalen dat dergelijke situaties zich in Nederland hebben voorgedaan. Bij de politie vindt voortdurende monitoring van incidenten plaats en is daarover continu overleg binnen de politie en met het lokaal gezag, zodat relevante informatie snel wordt gedeeld. Ik heb geen aanleiding om aan deze werkwijze te twijfelen en/of daar onderzoek naar te (laten) doen. Wanneer zich dergelijke incidenten als in Keulen voordoen, word ik daarover door het bevoegd gezag geïnformeerd.
Zie antwoord vraag 1.
Het openbaar maken van incidenten en meldingen valt onder de verantwoordelijkheid van het lokaal gezag en/of het Openbaar Ministerie. Bij gebeurtenissen of meldingen die mogelijk tot maatschappelijke onrust kunnen leiden, is de afweging dan ook aan de burgemeester en/of het Openbaar Ministerie of en zo ja, welke informatie hierover openbaar wordt gemaakt. Overigens wordt uw Kamer, conform de toezegging van de Staatssecretaris, vanaf heden halfjaarlijks geïnformeerd over het aantal incidenten en meldingen op en rondom COA-locaties.
De politie registreert bij aanhoudingen van verdachten op geboorteplaats/-land en eventueel aanvullend op nationaliteit. Hierover wordt de burgemeester of het Openbaar Ministerie als lokaal bevoegd gezag geïnformeerd. Voor het overige verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 3.