Ingediend | 28 december 2015 |
---|---|
Beantwoord | 15 januari 2016 (na 18 dagen) |
Indiener | Joost Taverne (VVD) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z25309.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1163.html |
Ja
Zie brief met kenmerk 2015.665114 die op 8 januari jl. Uw Kamer is toegegaan.
Er is nog veel onduidelijkheid over FOREBU. Het is bekend dat de woordvoerder van de groep, Edouard Nshimirimana, een luitenant-kolonel uit het Burundese leger is, die op 26 september 2015 deserteerde. Hoe groot de groep is die FOREBU vertegenwoordigt is onduidelijk. Na de aankondiging van de oprichting van de rebellengroep op 23 december, waar inderdaad werd gesproken over het afzetten van president Nkurunziza, heeft de groep niets meer van zich laten horen.
De oprichting van deze rebellengroep kan op zichzelf niet gezien worden als een ernstige escalatie van de situatie. Het kabinet maakt zich al vanaf het begin van de politieke crisis zorgen over het geweld van beide kanten. Het kabinet hield er rekening mee dat een deel van de tegenstanders van Nkurunziza zich zou verenigen en de wapens zou oppakken. Daarbij blijft het onduidelijk hoe groot de aanhang van FOREBU is. De oprichting van FOREBU heeft tot nu toe nog niet geleid tot meer geweld.
Het kabinet vindt dat in Burundi sprake is van een politiek conflict, geen etnisch conflict. Sommige politieke leiders proberen de verschillende etniciteiten in Burundi opnieuw tegen elkaar uit te spelen, maar deze retoriek slaat bij de bevolking vooralsnog niet aan. Gezien de geschiedenis van etnisch conflict in Burundi blijft het Kabinet zeer alert op een mogelijke verandering in deze situatie. Het is van groot belang dat de VN en de AU voorbereid zijn, mocht er grootschalig geweld uitbreken. De bereidheid van de AU om een beschermingsmacht naar Burundi te sturen is een belangrijk signaal.
De Afrikaanse Unie heeft op 17 december Burundi uitgenodigd binnen 10 dagen de aanwezigheid van de beschermingsmissie «MAPROBU» te accepteren. De Burundese regering en het parlement hebben de komst van deze macht geweigerd. De Vrede- en Veiligheidsraad van de AU zal nu waarschijnlijk zijn Algemene Vergadering adviseren om, via artikel 4h van het oprichtingsverdrag, alsnog over te gaan tot het sturen van de beschermingsmissie, zonder toestemming van de Burundese overheid. Het dreigement van president Nkurunziza dat Burundi in dat geval de troepenmacht zal bestrijden is een zeer zorgelijk signaal. Nederland pleit daarom voor een sterke resolutie van de VN Veiligheidsraad, die de regionale verantwoordelijkheid van de AU en de inzet van MAPROBU ondersteunt. De EU heeft bereidheid uitgesproken om de AU missie waar nodig te ondersteunen.
Vooralsnog heeft Nederland geen bewijs van Rwandese steun aan Burundese rebellen. Ook andere internationale partners hebben geen aanwijzingen voor een dergelijke inmenging van de Rwandese regering.
Nederland keurt geweld van alle partijen af. Niet alleen president Nkurunziza en zijn regering, maar ook de oppositie, met name diegenen die een gewelddadige oplossing voorstaan, zijn verantwoordelijk voor het in stand houden van een fragiele situatie, die kan uitmonden in burgeroorlog. Het is dan ook van het grootste belang dat alle partijen via een inclusieve dialoog een politieke oplossing vinden voor de huidige crisis.
De EU heeft op 8 december de artikel 96 procedure met een negatieve conclusie afgesloten. De EU beraadt zich op maatregelen die in lijn zijn met de uitkomst van de consultaties.
Het is van het grootste belang dat Burundi uit de huidige, gevaarlijke geweldsspiraal komt. Dit kan alleen als alle partijen geweld afzweren en consensus bereiken via een vreedzame dialoog. Het kabinet heeft deze boodschap herhaaldelijk uitgedragen en een duidelijk signaal afgegeven door de hulp aan de Burundese overheid op te schorten. Ook de EU heeft de situatie scherp veroordeeld en heeft individuele sancties ingesteld. Zoals hierboven gesteld, heeft de EU op 8 december de artikel 96 procedure met een negatieve conclusie afgesloten en worden er nu maatregelen voorbereid die in lijn zijn met de uitkomst van de consultaties.
Tegelijkertijd wil Nederland de deur openhouden voor constructieve dialoog en vreedzame oplossingen. Daarom zal Nederland bereid blijven om te praten met alle partijen en vertrouwenwekkende maatregelen, zoals de inclusieve Burundese dialoog, te ondersteunen.