Kamervraag 2015Z25240

Het bericht betreffende het aanbestedingscircus bij het leerlingenvervoer

Ingediend 23 december 2015
Beantwoord 22 februari 2016 (na 61 dagen)
Indiener Tjitske Siderius (PvdA)
Beantwoord door Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen economie onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z25240.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1621.html
  • Vraag 1
    Hoe beoordeelt u de vergelijking tussen de situaties waarin het leerlingenvervoer en de thuiszorg zich bevinden? Is deze vergelijking volgens u terecht?1

    Zowel bij de thuiszorg als het leerlingenvervoer is er sprake van een systematiek van openbare aanbesteding. In beide gevallen geldt dat er in het kader van deze aanbesteding een discussie speelt over de verhouding tussen prijs en kwaliteit.
    De verantwoordelijkheid van de uitvoering van het leerlingenvervoer is gedecentraliseerd naar gemeenten. Gemeenten moeten binnen de wettelijke kaders een afweging maken tussen prijs en kwaliteit.
    In het handboek «Professioneel aanbesteden leerlingenvervoer» (zie ook www.naarbetercontractvervoer.nl) worden gemeenten geholpen bij het aanbestedingsproces.2 Het handboek geeft tips en voorbeelden over zaken waarvan het belangrijk is dat ze worden meegenomen en meegewogen bij de aanbesteding. In het handboek wordt ook informatie gegeven over de kwaliteit waar het leerlingenvervoer aan zou moeten voldoen. Gemeenten worden gewezen op het belang van een goede verhouding van kwaliteit en prijs bij de aanbesteding. Het blijft echter een keuze van de gemeente hoe zij uiteindelijk, binnen de wettelijke kaders, met de afweging tussen prijs en kwaliteit omgaat.

  • Vraag 2
    Wat is uw reactie op het feit dat het vervoer van leerlingen – waarbij vooral sprake is van kwetsbare kinderen – steeds verder verzakelijkt, tot op eisen aan het aantal minuten dat kinderen erover mogen doen om in het busje of de taxi te stappen? Acht u dit een wenselijke situatie?

    De verantwoordelijkheid van de uitvoering van het leerlingenvervoer is gedecentraliseerd naar gemeenten. Dit beleid moet worden uitgevoerd binnen de wettelijke kaders. Indien dit niet het geval is, kunnen ouders in bezwaar gaan. Maar ook binnen de wettelijke kaders moeten kinderen op een goede en verantwoorde manier worden vervoerd, waarbij rekening wordt gehouden met individuele verschillen van kinderen. Scholen geven daarom vaak ook algemene voorlichting aan chauffeurs over de verschillende handicaps en specifieke informatie over de kinderen die worden vervoerd.

  • Vraag 3
    Acht u het wenselijk dat gemeenten blijkbaar een «race naar de bodem» zijn gestart ten aanzien van de financiering van het leerlingenvervoer? Wat is uw verklaring hiervoor?

    Met de monitor leerlingenvervoer wordt tweejaarlijks de aard en omvang van het leerlingenvervoer in Nederland in beeld gebracht. De rapportage van de eerste meting is circa 2 jaar geleden als bijlage bij de vierde voortgangsrapportage passend onderwijs aan de Tweede Kamer aangeboden.3 De monitor geeft inzicht in het aantal leerlingen dat gebruik maakt van de regeling leerlingenvervoer en de hiermee gepaard gaande kosten. In de eerste meting is geconstateerd dat er landelijk, tussen 2011 en 2012, sprake is van per saldo een (kleine) daling van de totale vervoerskosten van zo’n € 10 miljoen (op een totaal van € 230 miljoen). Deze daling is niet als «sterk» te kwalificeren. Veel gemeenten gaven aan dat de (autonome) ontwikkeling van het aantal leerlingen een belangrijke reden was voor een daling van de vervoerskosten.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat er geen sprake meer is van incidenten bij het leerlingenvervoer en dat ingrijpen door de landelijke overheid noodzakelijk is om verdere verschraling van het leerlingenvervoer af te wenden? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Nee, ik deel deze mening niet. Mijn ervaring is dat gemeenten zich goed van de wettelijke kaders bewust zijn. Ik heb ook geen signalen ontvangen van gemeenten die zich niet houden aan deze kaders. Indien dit wel het geval is, zal ik contact opnemen met de VNG en de betreffende gemeente(n).

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u de uitspraak van Connexxion dat de huidige bezuinigingsdrift de markt voor het leerlingenvervoer volledig verziekt heeft? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Door het Europees aanbesteden van het leerlingenvervoer is de aanbestedingsprocedure transparant geworden. Het is zeker niet zo dat de opdracht automatisch gegund wordt aan de aanbieder met de laagste prijs. Het handboek «Professioneel aanbesteden leerlingenvervoer» geeft tips en voorbeelden over zaken waarvan het belangrijk is dat ze worden meegenomen en meegewogen bij de aanbesteding.

  • Vraag 6
    Hoe verhoudt uw uitspraak dat de daling van de vervoerskosten niet sterk is zich tot de uitspraak van Connexxion dat er de afgelopen vijf jaar al een bezuinigingsdrift op het leerlingenvervoer zou woeden?2

    Zie het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 7
    Bent u nog steeds van mening dat er voldoende naar de verhouding tussen prijs en kwaliteit gekeken wordt bij het aanbesteden van leerlingenvervoer door gemeenten en kunt u uw antwoord toelichten?

    Ze het antwoord op vraag 1.

  • Vraag 8
    Hoe staat u tegenover de mogelijkheid om een landelijk basistarief af te spreken voor het leerlingenvervoer, waar gemeenten niet onder mogen gaan zitten? Zie u mogelijkheden voor een landelijk basistarief?

    Nee, ik zie geen mogelijkheid voor een landelijk basistarief. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het leerlingenvervoer ligt bij de gemeenten. Het Rijk kan gemeenten dus niet verplichten tot het opnemen van bepaalde eisen, zoals een landelijk basistarief. Daarnaast zie ik ook geen noodzaak, omdat gemeenten hun taak uitvoeren conform de wettelijke opdracht.

  • Vraag 9
    Acht u het wenselijk dat er grote verschillen ontstaan in de wijze waarop gemeenten met aanbestedingen voor het leerlingenvoer omgaan? Hoe schat u de risico’s in voor een toenemende ongelijkheid wanneer de ene gemeente meer geld beschikbaar stelt voor leerlingenvervoer dan de andere? Welke effecten heeft dit op de rechtsongelijkheid tussen inwoners van verschillende gemeenten?

    De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het leerlingenvervoer ligt bij de gemeenten. Uiteraard moeten gemeenten bij de uitvoering van het leerlingenvervoer rekening houden met de wettelijke kaders. Gegeven deze wettelijke kaders hebben de gemeenten in Nederland de vrijheid om op hun eigen manier invulling te geven aan hun taak, ook bij het bepalen van de inhoud van hun aanbestedingen. Binnen de wettelijke kaders kunnen er dus verschillen ontstaan in de uitvoering van het leerlingenvervoer tussen gemeenten.

  • Vraag 10
    Bent u bereid om uit te zoeken hoeveel er bij de gemeentes wordt uitgegeven aan het leerlingenvervoer, hetgeen bekend zouden moeten zijn door de volgens u transparante aanbestedingen? Kunt u deze gegevens bundelen en naar de Kamer zenden, zodat zij in staat is om een degelijke vergelijking te maken tussen de situatie van 2013 en die van nu? Zo ja, wanneer kan de Kamer deze informatie verwachten. Zo nee, waarom niet?

    De monitor leerlingenvervoer geeft inzicht in het aantal leerlingen dat jaarlijks gebruik maakt van de regeling leerlingenvervoer, en de hiermee gepaard gaande kosten. Vervolgmetingen in 2015 en 2017 moeten uitwijzen hoe dit zich de komende jaren ontwikkelt en welke trends daarin zichtbaar worden. Het rapport van de tweede meting over de situatie in 2015 wordt als bijlage bij de negende voorgangsrapportage passend onderwijs in juni 2016 aan de Tweede Kamer aangeboden.

  • Vraag 11
    Wat is uw reactie op het feit dat privacygevoelige informatie over leerlingen – zoals adresgegevens, de scholen waar ze naartoe gaan en in een aantal gevallen zelfs de aard van hun beperkingen, gegevens die eenvoudig te herleiden zijn tot een persoon – bij de publicatie van gunningen op TenderNed middels leerlingenlijsten voor iedereen toegankelijk is? Is dit beoogd en acht u dit wenselijk?3

    Ik betreur dit ten zeerste. Het publiceren van dergelijke privacygevoelige informatie kan absoluut niet. Ik heb ervoor gezorgd dat de informatie is verwijderd. Ook heeft het ministerie contact opgenomen met de VNG. De VNG heeft toegezegd om bij haar leden aandacht te vragen voor privacygevoelige informatie, ook bij het publiceren van aanbestedingsdocumenten.

  • Vraag 12
    Gaat u optreden tegen deze publieke bekendmaking van privacy gevoelige informatie? Waarom wel, of waarom niet?

    Zie het antwoord op vraag 11.

  • Vraag 13
    Is het voor het regelen van leerlingenvervoer volgens u net als in de huishoudelijke zorg mogelijk om niet openbaar aan te besteden, maar te werken via een subsidierelatie of via een bestuurlijke aanbesteding, zoals genoemd in het door beide Kamers aangenomen initiatiefwetsvoorstel over aanbestedingen in de huishoudelijke zorg? Kunt u aangeven waarom wel of waarom niet?4

    Het is niet mogelijk om te werken via een subsidierelatie. De uitvoering van het leerlingenvervoer is een commerciële activiteit, die door meerdere aanbieders kan worden uitgevoerd. Verder ben ik van mening dat het Europees aanbesteden de aanbestedingsprocedure juist transparant maakt. Bestuurlijk aanbesteden is een methodiek waarbij een gemeente langdurige, flexibele convenanten sluit met leveranciers van zorg- en welzijnsdiensten. Vervoerders vallen daar niet onder.

  • Vraag 14
    Welke maatregelen gaat u nemen om verdere verschraling van het leerlingenvervoer te voorkomen?

    Gelet op de eerdere antwoorden, ga ik geen maatregelen nemen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z25240
Volledige titel: Het bericht betreffende het aanbestedingscircus bij het leerlingenvervoer
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1621
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Siderius over het bericht betreffende het aanbestedingscircus bij het leerlingenvervoer