Ingediend | 10 december 2015 |
---|---|
Beantwoord | 14 januari 2016 (na 35 dagen) |
Indiener | Han ten Broeke (VVD) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z24177.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1133.html |
Ja.
Iran heeft op 21 november jl. een ballistische raket gelanceerd. Het is thans niet bekend welk type raket dat betrof. Wel kan worden gesteld dat deze raket, evenals de op 10 oktober jl. gelanceerde ballistische raket, zeer waarschijnlijk valt binnen de «Categorie 1 Systemen», zoals door het Missile Technology Control Regime (MTCR) gedefinieerd. Deze systemen hebben een bereik groter dan 300 km en een payload van minimaal 500 kg. Op basis van de richtlijnen van het MTCR kan worden gesteld dat «Categorie 1 Systemen» in theorie in staat zijn om massavernietigingswapens te vervoeren.
VN-Veiligheidsraadresolutie 1929 (2010) verbiedt Iran activiteiten te ondernemen die gerelateerd zijn aan ballistische raketten die in staat zijn een nucleair wapen te dragen. Het kabinet is van mening dat, evenals bij de andere door Iran gelanceerde ballistische raketten de afgelopen jaren, door middel van de geëigende VN-mechanismen dient te worden onderzocht of een raket een massavernietigingswapen zou kunnen dragen. VNVR-resolutie 1929 stelt een Expertpanel in dat gemelde schendingen kan onderzoeken en draagt het Iran Sanctiecomité op effectief te reageren op schendingen. Het ligt in dit stadium niet voor de hand om buiten het multilaterale kader dit vraagstuk bij Iran aan de orde te stellen.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten hebben op 21 oktober jl. het Iran Sanctiecomité gevraagd de rakettest van 10 oktober jl. te onderzoeken. Het Comité heeft in november unaniem besloten dat het Expertpanel een onderzoek moest beginnen naar de lancering en heeft het panel gevraagd hierover terug te rapporteren. Op 11 december heeft het Expertpanel zijn rapport ingediend bij het Sanctiecomité, met als hoofdconclusie dat de lancering van de ballistische raket op 10 oktober jl. een schending betreft van paragraaf 9 van VNVR-resolutie 1929 (2010). Op 15 december heeft de voorzitter van het Sanctiecomité een briefing gegeven aan de VNVR. Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Verenigde Staten hebben in hun reactie gesteld dat de VNVR actie moet ondernemen tegen deze schending. De Amerikaanse Ambassadeur Power stelde met krachtige bewoordingen dat de VNVR zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Ook hebben VS, VK en Frankrijk aangegeven Iran in multilateraal kader te zullen blijven aanspreken op zulke schendingen. Het kabinet steunt deze aanpak ten volle. De VNVR zal zich de komende tijd moeten buigen over een reactie, maar het lijkt er op dat er binnen de Raad geen overeenstemming zal zijn over het instellen van nieuwe sancties.