Kamervraag 2015Z23127

Het neerschieten van een Russisch gevechtsvliegtuig door Turkije

Ingediend 1 december 2015
Beantwoord 14 januari 2016 (na 44 dagen)
Indiener Raymond Knops (CDA)
Beantwoord door Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD), Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen internationaal organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z23127.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1136.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over de «17 seconden-claim» van Turkije ten aanzien van het neerschieten van de Russische Su-24?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat Turkije in een brief aan de VN-Veiligheidsraad beweert dat twee Russische vliegtuigen het Turkse luchtruim geschonden zouden hebben met een afstand van 1,36 respectievelijk 1,15 mijl, in een tijdsbestek van 17 seconden?

    Ja.

  • Vraag 3
    Hoe beoordeelt u de berekening van Wikileaks, waaruit blijkt dat als de neergehaalde Su-24 inderdaad 1,15 mijl het Turkse luchtruim ingevlogen is gedurende 17 seconden, het toestel dan een snelheid gehad moet hebben van 391 kilometer per uur?2

    De berekening van Wikileaks klopt indien wordt uitgegaan van landmijlen. Indien wordt uitgegaan van de meer gebruikelijke zeemijlen dan wordt – met de aangedragen getallen van 1,15 mijl afstand en een tijdsduur van 17 seconden – de snelheid 451 kilometer per uur.

  • Vraag 4
    Acht u het waarschijnlijk dat de Su-24, die een maximum snelheid heeft van ruim 1.300 kilometer per uur, slechts 391 kilometer per uur gevlogen heeft in het Turkse luchtruim? Is zo’n lage snelheid gebruikelijk voor een jachtvliegtuig dat boven Syrië ingezet wordt en mogelijk even in het Turkse luchtruim vloog?

    Een snelheid van 391 kilometer per uur is laag voor een jachtvliegtuig, maar dit is niet onmogelijk of ongebruikelijk. Aangezien de vliegomstandigheden en missiedoelstellingen van het Russische toestel niet bekend zijn bij het kabinet, kan niet worden beoordeeld of de gevlogen snelheid paste in het vluchtprofiel van het toestel.

  • Vraag 5
    Deelt u de opvatting dat als de Su-24 veel sneller heeft gevlogen dan 391 km/u, hetgeen aannemelijk is, dat het tijdsbestek van 17 seconden dan ook veel korter wordt? Hoe beoordeelt u dit?

    Zie antwoord op vragen 3 en 4. Indien het vliegtuig aanzienlijk sneller vloog, is voor het overbruggen van 1,15 mijl minder tijd dan 17 seconden nodig. De Russische uitleg van het incident claimt een vliegsnelheid van 800 kilometer per uur, wat op de gegeven afstand van 1,15 mijl overeenkomt met een tijdspanne van ongeveer 10 seconden.

  • Vraag 6
    Deelt u de opvatting deze simpele rekensom aantoont dat er iets niet kan kloppen aan het verhaal van Turkije over de toedracht van het incident?

    De toedracht van een incident kan niet uitsluitend worden verklaard door een enkele variabele, zoals vliegsnelheid, uit te lichten en op grond daarvan conclusies te trekken. De antwoorden op de vragen 3, 4 en 5 laten zien dat de vliegsnelheid, zoals die door Wikileaks is berekend, binnen de technische mogelijkheden van de SU-24 past. Het kabinet beschikt echter niet over informatie om vast te stellen of dit ook de daadwerkelijke snelheid is geweest.

  • Vraag 7
    Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat de VS zouden denken dat de Su-24 in het Syrische luchtruim is neergeschoten, gebaseerd op de detectie van het hittebeeld van het toestel?3 Hoe verhoudt zich dit tot de door u onderschreven lezing van Turkije dat het toestel in het Turkse luchtruim zou zijn neergehaald?

    Het kabinet heeft geen inzicht in de informatie waarop deze berichtgeving zou zijn gebaseerd.

  • Vraag 8
    Als de wrakstukken van de Su-24 in Syrië terecht zijn gekomen terwijl het toestel op meer dan 5 km hoogte vloog, hoe aannemelijk is het dan dat het toestel ver voorbij de grens met het Turkse luchtruim vloog?

    Afhankelijk van onder meer de snelheid, hoogte, wind op de vlieghoogte en schade kan een vliegtuig nog een zekere afstand afleggen alvorens neer te storten. Dit kan, gerekend vanaf het «point of impact» van de raket met het toestel, meerdere kilometers zijn. De plaats van neerstorten geeft op zichzelf geen uitsluitsel over waar het toestel precies was toen het werd beschoten en waar het is geraakt.

  • Vraag 9
    Is de Minister-President nog steeds van mening dat «de Nederlandse inlichtingen en die van andere NAVO-landen bevestigen wat Turkije in de NAVO naar voren heeft gebracht» en dat er «geen reden is om te twijfelen aan de Turkse lezing van de gebeurtenissen»?4 Zo ja, hoe ziet u dit in het licht van het bovenstaande?

    Het kabinet beschikt niet over andere informatie. Deze informatie is ook volgens de Secretaris-Generaal van de NAVO, blijkens zijn uitspraken op 24 november jl., consistent met de beoordeling die door andere NAVO-lidstaten is gegeven over dit incident.

  • Vraag 10
    Was de Minister-President te voorbarig met zijn uitspraken? Bent u bereid tot nader eigenstandig onderzoek?

    Nee. Een nader eigenstandig onderzoek is niet aan de orde.

  • Vraag 11
    Herinnert u zich de reactie van toenmalig Turkse premier Erdoğan in 2012, na het neerhalen van een Turks vliegtuig boven Syrië, dat een «kortstondige schending van het luchtruim nooit een voorwendsel mag zijn voor een aanval»?5 Vindt u de redenering voor het door Turkije zelf nu neerschieten van de Su-24 getuigen van consistentie?

    Turkije heeft tijdens de vergadering van de Noord Atlantische Raad (NAR) op 24 november jl. betoogd dat het incident niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van een trend waarbij de Russische Federatie de territoriale integriteit van Turkije niet respecteert. NAVO-bondgenoten hebben zich daarop solidair getoond en tegelijkertijd unaniem te kennen gegeven dat diplomatie en de-escalatie belangrijk zijn om de situatie te adresseren.

  • Vraag 12
    Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat Turkse gevechtsvliegtuigen vorig jaar meer dan 2000 keer het Griekse luchtruim geschonden hebben, in relatie tot het neerschieten van de Su-27 die hooguit 17 seconden in het Turkse luchtruim heeft gevlogen?6

    Het kabinet is op de hoogte van deze berichten. Er zijn ons echter geen exacte aantallen bekend. In het algemeen is het kabinet van mening dat de schending van elk luchtruim in alle gevallen een ernstig feit is.

  • Vraag 13
    Klopt het dat dergelijke schendingen vaak voorkomen in en om het luchtruim van het bondgenootschappelijke grondgebied van de NAVO en dat het daarbij in vele decennia niet is voorgekomen dat een vliegtuig werd neergeschoten?

    Russische militaire vliegtuigen vliegen regelmatig door de Flight Information Regions (FIR) van NAVO-landen. Hiervoor is overigens geen toestemming of vooraankondiging vereist. Daarnaast komen luchtruimschendingen van het bondgenootschappelijk verdragsgebied door Russische militaire vliegtuigen enkele keren per jaar voor. Voor zover bekend is daarbij sinds decennia geen vliegtuig neergeschoten.

  • Vraag 14
    Zijn er binnen de NAVO (minimum) normen of standaarden als het gaat om Rules of Engagement ten aanzien van schendingen van het luchtruim door (gevechts)vliegtuigen uit niet-NAVO lidstaten? Zo ja, hanteert Turkije eigen Rules of Engagement die van deze normen afwijken?

    De NAVO werkt met het uitgangspunt dat iedere NAVO-lidstaat eigen Rules of Engagement (ROE) hanteert voor zelfverdediging, waaronder de verdediging van het luchtruim. Daarvoor bestaan geen NAVO-standaarden. Optreden in het kader van NAVO Air Policing, waarbij sprake is van coördinatie en aansturing vanuit de NAVO, is er in eerste instantie op gericht om escalatie te voorkomen. Hiervoor bestaan wel NAVO Rules of Engagement. Turkije heeft, net als een aantal andere NAVO-lidstaten, de nationale ROE niet met de NAVO gedeeld. Wel heeft Turkije naar aanleiding van eerdere incidenten te kennen gegeven dat het de schending van zijn territorium niet zal accepteren. Het kabinet doet echter geen uitspraken over de inhoud van Rules of Engagement, noch nationale, noch die van bondgenoten.

  • Vraag 15
    Zijn er Rules of Engagement elders binnen de NAVO die het binnen 17 seconden neerschieten van vliegtuigen mogelijk maken van landen waarmee geen gewapend conflict is, die geen aanval uitvoeren of vijandelijke intenties hebben? Is het niet zo dat er altijd eerst minder verstrekkende maatregelen moeten worden genomen, zoals escorte, het geven van waarschuwingen en waarschuwingsschoten?

    Zie antwoord vraag 14.

  • Vraag 16
    Hoe beoordeelt u de uitspraak van president Erdoğan dat het neerschieten van de Su-24 het «automatische resultaat was van de handhaving van de Rules of Engagement»?7 Waren de Rules of Engagement zo aangescherpt dat elk Russisch of Syrisch vliegtuig vrijwel zonder waarschuwing vooraf neergehaald mocht worden bij het binnentreden van het Turkse luchtruim?

    Zie antwoord vraag 14.

  • Vraag 17
    Klopt het dat het Turkse parlement in 2013 Rules of Engagement heeft vastgesteld die het neerschieten toestaan van elk «vijandig» vliegtuig dat op 5 mijl afstand van het Turkse luchtruim komt, dus al in het Syrische luchtruim?8 Zo ja, hoe beoordeelt u dit?

    Zie antwoord vraag 14.

  • Vraag 18
    Klopt het dat Turkije al op 19 november jl. Rusland heeft gewaarschuwd dat het zich het recht voorbehield om aanvallen van Rusland op Turkmenen in Syrië te vergelden en daarbij alle noodzakelijke maatregelen te nemen?9 Hoe beoordeelt u deze waarschuwing in relatie tot het neerschieten van de Su-24?

    Voor zover het kabinet bekend is, mede onder verwijzing naar de door u aangehaalde bron, heeft Turkije in bilaterale contacten met Rusland aangegeven tegenmaatregelen te nemen indien de eigen veiligheid wordt bedreigd als gevolg van de Russische aanvallen op de Turkmenen in Syrië.

  • Vraag 19
    In hoeverre zijn de (aangescherpte) Rules of Engagement van Turkije met de NAVO gedeeld? In hoeverre heeft de NAVO gewaarschuwd voor de mogelijke consequenties?

    Ik verwijs u naar het antwoord op de vragen 14, 15, 16 en 17.

  • Vraag 20
    Hoe beoordeelt u het feit dat Turkije toegegeven heeft dat het de nationaliteit van Su-24 nog niet had geïdentificeerd, maar toch in een zeer kort tijdsbestek heeft neergehaald?

    Ongeacht de nationaliteit van een toestel heeft Turkije als soeverein land het recht om zijn territoriale integriteit te handhaven.

  • Vraag 21
    Hoe beoordeelt u de bewering van Turkije dat het de Su-24 maar liefst tien keer gewaarschuwd zou hebben, alvorens het neer te schieten? Hoe aannemelijk is dat als de Su-24 slechts 17 seconden in het Turkse luchtruim gevlogen heeft?

    Het is gebruikelijk dat op het moment dat onbekende of vijandelijke toestellen een grens naderen, er vooraf waarschuwingen worden gegeven. Het is niet aannemelijk dat pas een eerste waarschuwing wordt gegeven na het moment van binnendringen van het nationale territorium.

  • Vraag 22
    Hoe beoordeelt u de uitspraak van president Erdogan dat Turkije anders gehandeld zou hebben als het geweten had dat het een Russisch vliegtuig was?10 Hoe beoordeelt u het feit dat de president zelf toegeeft dat er andere manieren mogelijk waren om te waarschuwen?

    Het is niet aan het kabinet om te speculeren over een potentieel andere toedracht van het incident.

  • Vraag 23
    Had de Su-24 volgens u vijandelijke intenties richting Turkije? Was er een reëel risico van een op handen zijnde aanval?

    Over vijandelijke intenties of het uitvoeren van een gerichte aanval op Turkije is bij het kabinet niets bekend. Turkije heeft het recht tegen schendingen van zijn luchtruim, die in strijd zijn met het internationaal recht, maatregelen te nemen. Bij het nemen van dergelijke maatregelen moeten de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit in acht worden genomen. Het kabinet beschikt niet over voldoende informatie om gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de toepassing van die vereisten in dit specifieke geval.

  • Vraag 24
    Vindt u dat aan de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit, die gelden bij het recht op zelfverdediging, voldaan is?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 25
    Vindt u dat het neerschieten door Turkije van de Su-24 geoorloofd was in het internationaal recht?

    Zie antwoord vraag 23.

  • Vraag 26
    Hoe beoordeelt u de uitspraken van de Turkse premier Davutoğlu dat de verantwoordelijkheid voor het neerhalen van de Su-24 «op geen enkele wijze» bij Turkije ligt en dat «geen Turkse premier, president of autoriteit excuses aan zal bieden voor het doen van onze plicht» en dat de Turkse krijgsmacht «zijn werk deed» bij de bescherming van het luchtruim»?11

    Naar aanleiding van eerdere schendingen van het Turkse luchtruim door Rusland heeft de Turkse regering aangegeven te zullen reageren in het geval van nieuwe schendingen van het luchtruim.

  • Vraag 27
    Ziet u ook in dat dit incident vergaande geopolitieke consequenties kan krijgen, in de verhoudingen tussen Turkije en Rusland, tussen de NAVO en Rusland en ten aanzien van het conflict in Syrië?

    Het incident kan gevolgen hebben voor de onderwerpen die hier worden genoemd, al is het nog te vroeg om deze nu te duiden. Het kabinet schaart zich wat dat betreft achter de verklaring van de Secretaris-Generaal van de NAVO op 24 november jl., waarin wordt aangedrongen op de-escalatie en op overleg tussen Rusland en Turkije. In dit verband verwijst het kabinet eveneens naar het verslag van de Noord Atlantische Raad (NAR) dat Uw Kamer op 25 november jl. is toegegaan.

  • Vraag 28
    Vindt u het zorgvuldig, bij zo’n ernstig incident, om zich zonder grondig onderzoek meteen achter Turkije te scharen? Dreigt de NAVO met deze opstelling in een verdere crisis met Rusland verzeild te raken?

    Zie antwoord vraag 27.

  • Vraag 29
    Deelt u de opvatting dat dit incident de NAVO aangaat en dat hier, gezien zelfs het risico van een gewapend conflict tussen Turkije en Rusland, een verantwoordelijkheid bij de NAVO ligt?

    Hoewel het kabinet de toegenomen diplomatieke spanning tussen Rusland en Turkije met zorg beziet, is er geen sprake van een gewapend conflict tussen beide landen. Voor het overige geldt dat elke NAVO-bondgenoot een beroep kan doen op art. 4 of art. 5 van het Verdrag van Washington, indien het daartoe aanleiding ziet. Het is vervolgens aan de Noord-Atlantische Raad (NAR), om, bij unanimiteit, daar eventueel gevolgen aan te verbinden. In dit geval heeft Turkije naar aanleiding van het incident met de Su-24 geen beroep op artikel 4 of 5 gedaan.

  • Vraag 30
    Ziet u in dat een zorgvuldig onderzoek door de NAVO zelf, dan wel een internationaal onafhankelijk onderzoek, bij kan dragen aan het wegnemen van spanningen? Zo nee, waarom niet?

    Nee. Ik verwijs u naar het antwoord op de vragen 27 en 28.

  • Vraag 31
    Bent u in het licht van het bovenstaande alsnog bereid daarvoor te pleiten?

    Zie antwoord vraag 30.

  • Vraag 32
    Bent u, teneinde deze vragen adequaat te beantwoorden bereid, voor zover nodig, opheldering te vragen bij Turkije en bondgenoten? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 30.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z23127
Volledige titel: Het neerschieten van een Russisch gevechtsvliegtuig door Turkije
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1136
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Knops over het neerhalen van een Russisch gevechtsvliegtuig door Turkije