Ingediend | 26 november 2015 |
---|---|
Beantwoord | 1 maart 2016 (na 96 dagen) |
Indiener | Arnold Merkies |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA), Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA) |
Onderwerpen | financieel toezicht financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z22660.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1674.html |
Ja.
In lijn met de afspraken in het klimaatakkoord van Parijs zal de Nederlandse economie op termijn minder afhankelijk moeten worden van fossiele energie, dit vraagt een brede en ingrijpende transitie waarbij schokken in de economie zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden. Bij een geleidelijke en gestage overgang naar een duurzamer economisch systeem past het wel dat de meest vervuilende varianten geleidelijk worden uitgefaseerd. Het besluit van ING om geen nieuwe leningen te verstrekken aan ondernemingen die voor een groot deel afhankelijk zijn van energie uit kolen, past in die lijn.
Alle banken die het klimaatstatement van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) hebben ondertekend hebben de ambitie uitgesproken toe te werken naar transparantie over de (positieve en negatieve) impact van leningen en investeringen op klimaatverandering. Tevens ben ik in het kader van de uitwerking van de motie Grashoff ook met de banken in gesprek over transparantie.
Het klimaatakkoord in Parijs onderstreept wederom het belang van een transitie naar duurzame energie. Het is goed dat rapporten de huidige omvang en verhoudingen tussen fossiele en duurzame investeringen inzichtelijk trachten te maken. De verhoudingen tussen investeringen in fossiele en duurzame energie van de Nederlandse banken is deels te verklaren door het gegeven dat de Nederlandse economie nog voor een belangrijk deel afhankelijk is van fossiele energie. Financieringsbeslissingen van banken kunnen bijsturend werken en de economie op een duurzamere koers zetten. De banken hebben in hun klimaatstatement aangegeven hier mee aan te slag te gaan.
ING is een bank met een grote energieportefeuille, waarvan een groot deel de traditionele energievormen betreft. Tegelijkertijd heeft ING ook een naar verhouding grote duurzame portefeuille. ING heeft, in lijn met zijn plannen tot verduurzaming van zijn energieportefeuille, recentelijk aangegeven om investeringen in kolen te reduceren.
Bij de selectie van de nieuwe huisbank van het Rijk was duurzaamheid uitdrukkelijk één van de kwaliteitscriteria samen met betaalproducten, beveiliging, innovatie, service en implementatie en technische vereisten. ING heeft voldaan aan de duurzaamheidseisen inzake de sociale voorwaarden zoals mensenrechten, het extern publiceren van het MVO beleid en de verklaring van het verbod op clustermunitie. Daarnaast kwam ING als beste bank naar voren in de gewogen beoordeling van het aan het werk helpen van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt (social return), de duurzaamheidsscore van RobecoSAM (Kamerstuk 26 485 nr. 209) en het extern publiceren van het beloningsbeleid van het bestuur.
Het is zonder de onderliggende cijfers moeilijk om dit per bank te duiden.
Om hierop een juist antwoord te geven zijn de onderliggende cijfers nodig. Wellicht kunnen de onderzoekers zelf hier duiding aan geven.
Ik deel de mening dat banken een belangrijke sturende rol kunnen hebben in de economie door middel van hun financiering. Banken hebben een unieke positie doordat zij andere bedrijven kunnen beïnvloeden door middel van hun rol als kredietverlener, investeerder en adviseur. Dit geldt voor de hele financiële sector. Dit neemt niet weg dat andere sectoren zoals de energie- of de metaalsector ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen voor het klimaatvraagstuk. De financiële sector toont op verschillende wijzen de inzet om bij te dragen aan het vinden van werkbare oplossingen voor de uitdaging waar het klimaatvraagstuk Nederland voor stelt.
Ja.
Wij verwachten van alle banken dat zij een bijdrage leveren aan de energietransitie; hierbij hoort een visie over hoe zij dit gaan doen. Het klimaatstatement van de Nederlandse banken van november 2015 is een goede eerste stap. Onze collega Minister Kamp heeft aangegeven dat hij verschillende varianten zal uitwerken voor het uitfaseren van de kolencentrales, hierbij wordt rekening gehouden met de afspraken in het klimaatakkoord en de energie- en elektriciteitsvoorziening in Nederland.12 Wij verwachten van de banken dat zij zich zullen aansluiten in hun beleid bij het kabinetsbeleid.
Zie antwoord vraag 11.
Wij staan net zoals de bancaire sector open voor meer convenanten met de bancaire sector, ook gericht op klimaat en milieu. In een IMVO-convenant worden duidelijke, meetbare doelen vastgelegd waarover partijen aan elkaar verantwoording afleggen gedurende de looptijd. De implementatiefase van het convenant over mensenrechten kan een platform bieden voor de betrokken partijen voor discussie over duurzaamheid in brede zin. Als de implementatiefase positief verloopt, zouden wij graag zien dat de convenantpartijen ook afspraken maken over andere IMVO risico’s. Hierbij zien we het convenant als een nuttig middel, maar ondertussen zet de sector via de NVB al stappen op het gebied van klimaat en duurzaamheid in de vorm van een klimaatstatement.
Mede namens mijn ambtsgenoot voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking deel ik u hierbij mede dat de door het lid Merkies (SP) gestelde vragen inzake duurzame investeringen in de bankensector, welke vragen ons zijn toegezonden per brief van 26 november 2015 onder nummer 2015Z22660, niet binnen de door u gestelde termijn kunnen worden beantwoord. De beantwoording van de Kamervragen vergt nog nadere informatie en afstemming. Wij verwachten de vragen binnen zes weken na ontvangst te kunnen beantwoorden.