Ingediend | 24 november 2015 |
---|---|
Beantwoord | 16 december 2015 (na 22 dagen) |
Indieners | Sadet Karabulut , Nine Kooiman |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z22367.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-895.html |
Op 3 december 2015 heeft de verantwoordelijke wethouder van centrumgemeente Haarlem mij een brief geschreven met zijn reactie op het onderzoek dat is uitgevoerd door mevrouw J. Haanstra en het rapport «Perspectief» dat zij op basis daarvan heeft opgesteld. Ik zal het rapport en de begeleidende brief als bijlage bij de voortgangsrapportage Geweld in Afhankelijkheidsrelaties voegen en daarin mijn reactie gegeven. U ontvangt deze rapportage zo spoedig mogelijk.
Omdat de signalen geen betrekking hadden op de arbeidsomstandigheden bij Blijfgroep, was er geen rol weggelegd voor de Inspectie SZW. Ik ben van mening dat de verantwoordelijke wethouder samen met de instelling de juiste weg heeft bewandeld naar aanleiding van de signalen over mogelijke misstanden.
Ik ben ervan op de hoogte dat in de genoemde radiouitzending het standpunt is ingenomen door de geïnterviewden dat het onderzoek niet onafhankelijk zou zijn, omdat Blijf Groep de opdrachtgever is. Mijn mening hierover is dat het gegeven dat de Blijf Groep de opdrachtgever is, in beginsel niet aan de onafhankelijkheid in de weg hoeft te staan. Het is niet direct aan mij om een oordeel te geven over de vraag of de vermeende misstanden op deze wijze voldoende onderzocht zijn. Dit oordeel is primair aan de verantwoordelijke wethouder: hij moet toezicht houden op deze voorziening. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb aangegeven, ga ik in mijn voortgangsrapportage in op het rapport en de begeleidende brief van de wethouder.
Er is contact geweest tussen mijn ministerie en de directeur van Femmes For Freedom op 16 juli 2015. Door haar werd in algemene zin het signaal afgegeven dat er sprake zou zijn van misstanden in de vrouwenopvang. Op dat moment is geen melding gedaan van de instelling die het zou betreffen noch van de verantwoordelijke centrumgemeente, omdat de directeur van Femmes For Freedom absolute vertrouwelijkheid had toegezegd richting betrokkenen. De afspraak is gemaakt dat zodra het mogelijk zou zijn een instelling of een verantwoordelijke centrumgemeente te identificeren deze informatie aan het ministerie gemeld zouden worden, zodat de verantwoordelijken hierop zouden kunnen worden aangesproken. Op 26 augustus 2015 heeft de directeur van Femmes For Freedom gemeld dat er misstanden zouden zijn bij Blijf Groep, locatie Heemskerk. Onmiddellijk is contact opgenomen met de verantwoordelijke centrumgemeente en de directie van Blijfgroep. Zij waren reeds op de hoogte en hebben de verdere acties in gang gezet.
Ik heb voorts navraag laten doen bij de Federatie Opvang en de VNG of bij hen signalen zijn gemeld. Hen zijn geen signalen bekend.
Opgemerkt zij dat het belangrijk is dat misstanden zo snel mogelijk en zo concreet mogelijk bij de verantwoordelijke wethouder worden gemeld. De centrumgemeenten zijn ervoor verantwoordelijk toezicht te houden op de (kwaliteit van de) geboden voorzieningen.