Ingediend | 18 november 2015 |
---|---|
Beantwoord | 15 januari 2016 (na 58 dagen) |
Indieners | Eric Smaling , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | landbouw organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z21850.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1164.html |
Ja.
Uit het meest recent beschikbare overzicht van het aantal grote stallen van Alterra Wageningen UR (Analyse megastallen en megabedrijven in 2005, 2010 en 2013 van februari 2015) blijkt dat tussen 2010 en 2013 het aantal grote stallen op basis van de 300 NGE-norm (prijsniveau 2004) in Gelderland is toegenomen van 48 naar 66.
Voor de ontwikkeling van het aantal grote stallen per diersoort in Gelderland verwijs ik u naar bovengenoemd rapport (http://www.wageningenur.nl/nl/Dossiers/dossier/megastallengroeiendebedrijven.htm.) Het totaal aantal grote stallen in Nederland nam in deze periode toe van 456 naar 618. Ik verwijs u tevens naar de Kamerbrief van 16 april 2015 over de omvang van het aantal stallen (Kamerstuk 28 973, nr. 165).
Aanvragen voor vergunningen voor de bouw van nieuwe stallen worden ingediend in het kader van de wetgeving op het vlak van ruimtelijke ordening, milieu en natuur waarvoor gemeenten en provincies het bevoegd gezag zijn. Het Rijk houdt deze gegevens niet bij.
Zie antwoord vraag 2.
De schaalgrootte van stallen hangt nauw samen met de lokale inpassing in de lokale omgeving en is onderdeel van het decentrale omgevingsbeleid waarvoor provincies en gemeenten het bevoegd gezag zijn. Ik zie dan ook geen aanleiding om structureel het aantal grote stallen te monitoren.
Het bedoelde wetsvoorstel inzake de Wet dieren heeft raakvlakken met het omgevingsrecht en de Omgevingswet. Bij de behandeling van het wetsvoorstel voor de Omgevingswet in de Tweede Kamer is dit voorstel op een aantal onderdelen gewijzigd, mede door amendementen, in het bijzonder ook betreffende de toepassing van het voorzorgbeginsel en de bescherming van de gezondheid. Bij de begrotingsbehandeling van Economische Zaken, onderdeel Landbouw en Natuur op 2 en 3 december 2015 heb ik aangegeven te willen bekijken op welke manier het voorgenomen wetsvoorstel dieraantallen en volksgezondheid meerwaarde heeft boven wat nu al geregeld is in de Omgevingswet, mede na amendering, en hierover de Tweede Kamer begin 2016 te informeren.
In het kabinetstandpunt over de toekomst van de intensieve veehouderij (Kamerstuk 28 973, nr. 134, dd. 14 juni 2013) is aangegeven dat de lokale omstandigheden, de totale belasting van een gebied en randvoorwaarden die aan de veehouderijproductie worden gesteld, bepalend zijn voor de omvang van de veehouderij en de schaalgrootte van veehouderijlocaties. Het advies van de Gezondheidsraad uit 2012 en de eerste tussentijdse resultaten van het onderzoek «Veehouderij en gezondheid van omwonenden» geven geen indicatie van een relatie tussen gezondheidsrisico’s voor omwonenden en de grootte van stallen.
De milieu en ruimtelijk ordeningswetgeving, waarvoor provincies en gemeenten het bevoegd gezag zijn, biedt reeds een basis voor het op regionaal en lokaal niveau beperken van de effecten van veehouderijbedrijven op de kwaliteit van de leefomgeving. Provincies en gemeenten kunnen bijvoorbeeld op basis van de Wet ruimtelijke ordening via het bouwblok een maximum stellen aan de stalgrootte en beperkingen opleggen aan de vestiging of uitbreiding van veehouderijen. Het is in het kader van het gedecentraliseerde omgevingsbeleid aan provincies en gemeenten om te besluiten in hoeverre zij gebruik willen maken van de mogelijkheden om het omgevingsbeleid ten aanzien van de vergunningverlening voor grote stallen te wijzigen.
Zie antwoord vraag 7.
De vragen van de leden Smaling en van Gerven (beiden SP) over Gelderland Megastallenland, ingezonden op 18 november 2015 (kenmerk 2015Z21850), kunnen tot mijn spijt niet binnen de termijn beantwoord worden. De reden van uitstel is dat voor de beantwoording de nodige informatie moet worden verzameld.