Ingediend | 11 november 2015 |
---|---|
Beantwoord | 16 november 2015 (na 5 dagen) |
Indieners | Teun van Dijck (PVV), Arnold Merkies , Henk Krol (50PLUS), Carola Schouten (CU), Roland van Vliet (Van Vliet), Rik Grashoff (GL), Wouter Koolmees (D66), Erik Ronnes (CDA) |
Beantwoord door | Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA) |
Onderwerpen | financieel toezicht financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z21227.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-608.html |
Ja.
Ja.
De zogeheten «Identified Staff» leden kunnen in aanmerking komen voor uitkering van variabele beloning, mits zij niet behoren tot de groep personen op wie het verbod op variabele beloning bij staatssteun van toepassing is. «Identified Staff» is een term waarmee personen worden aangeduid die het risicoprofiel van de bank materieel kunnen beïnvloeden. Er gelden voor de aanwijzing daarvan specifieke, op CRD IV gebaseerde Nederlandse wettelijke regels.
Ultimo 2014 bestond de groep van Identified Staff bij ABN AMRO uit circa 278 medewerkers. Onder deze 278 medewerkers bevinden zich de 7 leden van de Raad van Bestuur en 25 senior managers op wie, mede door het amendement van Merkies/Nijboer, het verbod op variabele beloning bij staatssteun in de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo) van toepassing is. Zij behoren namelijk tot de groep personen op wie het verbod van toepassing is, waartoe behoren: (i) personen die het dagelijks beleid bepalen, en (ii) personen die zowel een leidinggevende functie vervullen direct onder het echelon van de dagelijks beleidsbepalers als verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden.2 Deze groep heeft ingevolge de Wbfo geen recht op variabele beloning (in welke vorm dan ook) zolang de staat nog een belang in ABN AMRO heeft.
Overeenkomstig de geldende wettelijke regelingen, wordt door ABN AMRO de variabele beloning voor Identified Staff die niet onder het verbod op variabele beloning vallen sinds 2011 voor 50% uitgekeerd in cash en voor 50% in de vorm van een non-cash instrument. Dit percentage van 50% non-cash vormt het minimum volgens CRD IV. De regeling is sinds 2011 jaarlijks in het jaarverslag van ABN AMRO toegelicht. Omdat ABN AMRO op dit moment nog geen beursgenoteerd bedrijf is, heeft ABN AMRO tot op heden geen aandelen maar «performance-certificaten» toegekend. Als gevolg van de beursgang zal het non-cash gedeelte vanaf 2016 niet meer in performance-certificaten, maar in de vorm van certificaten van aandelen ABN AMRO worden uitgekeerd.
Ja, die passen daarbinnen. De top van ABN AMRO, te weten de 7 leden van de raad van bestuur en de 25 senior managers die onder het verbod op variabele beloning bij staatssteun vallen, hebben geen recht op variabele beloning of verhoging van de vaste beloning (afgezien van CAO-verhogingen) zolang de staat aandeelhouder is van ABN AMRO.
Ja, de beloningen voldoen aan het amendement Merkies/Nijboer. Zoals hiervoor al uiteengezet, geldt het amendement namelijk voor personen die behoren tot het echelon direct onder de dagelijkse beleidsbepalers van de bank (dat wil zeggen de Raad van Bestuur) en die tevens verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden. De 25 senior managers die onder deze kwalificatie vallen hebben geen recht op variabele beloning zolang de staat aandeelhouder is. De groep van «identified staff» bestaat echter gedeeltelijk ook uit personen die binnen de bank geen leidinggevende positie hebben en uit personen die wel leiding geven maar niet op het niveau zoals in het amendement gedefinieerd. Deze personen vallen niet onder de reikwijdte van het amendement Merkies/Nijboer.
Van een aparte bonusregeling in verband met de beursgang is geen sprake. Medewerkers die voor variabele beloning in aanmerking komen worden volgens de bestaande regelingen beoordeeld. Hierbij gelden uiteraard telkens de bepalingen en restricties van de Wbfo en overige richtlijnen. De enige verandering is dat de sinds 2011 gebruikte non cash instrumenten bij betaling van variabele beloning aan «identified staff» na de beursgang worden vervangen door certificaten van aandelen ABN AMRO.
ABN AMRO heeft als vennootschap zelf de verantwoordelijkheid om binnen het wettelijke kader een variabele beloningsregeling op te stellen. Over het na de beursgang vervangen van de performance certificaten door certificaten van aandelen beslist ABN AMRO zelf.
Nee, de over 2015 aan «identified staff» (met uitzondering van de Raad van Bestuur en 25 senior managers die vallen onder het amendement Merkies/Nijboer) toe te kennen variabele beloning zal eerst in maart 2016 bekend zijn. De toekenning over 2016 vindt pas plaats in maart 2017. Conform de wettelijke regeling en CRD IV wordt 50% van de variabele beloning via een non-cash instrument toegekend. Vanaf het jaar 2016 krijgt het non-cash instrument jaarlijks de vorm van certificaten van aandelen. Bij de toekenning van variabele beloningen worden uiteraard telkens de bepalingen van de WBFO in acht genomen.
Ten aanzien van beide bestuurders is niet definitief vastgesteld dat sprake is van een tegenstrijdig belang in de zin van artikel 2:129 lid 6 Burgerlijk Wetboek. De meldingen zijn in de prospectus opgenomen om elke mogelijke schijn van belangenverstrengeling te vermijden, dan wel omdat, zoals in de prospectus staat toegelicht, best practice bepaling II.3.2 uit de Nederlandse Corporate Governance Code naar de letter van toepassing is. Deze laatste bepaling is ook overgenomen in het reglement van de Raad van Bestuur van ABN AMRO. In lijn met hetgeen in de prospectus staat aangegeven, wordt de procedure volgens de Corporate Governance Code (en dus het reglement) gevolgd en zullen de bestuurders niet deelnemen aan beraadslagingen en besluitvorming over de betrokken onderwerpen in de Raad van Bestuur.
Zie inleiding.