Kamervraag 2015Z20617

De derde voortgangsrapportage hervorming langdurige zorg (HLZ) d.d. 3 november 2015

Ingediend 4 november 2015
Beantwoord 8 december 2015 (na 34 dagen)
Indiener Mona Keijzer (CDA)
Beantwoord door Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z20617.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-790.html
  • Vraag 1
    Zijn er sinds de Kaderbrief Hervorming Langdurige Zorg d.d. 25 april 2013, de brief over het Zorgakkoord van d.d. 18 juli 2013 en de brief Voortgang hervorming langdurige zorg d.d. 2 november 2015 wijzigen in het beleid vastgesteld ten aanzien van de extramuralisering van zorgzwaartepakket (ZZP) verstandelijk gehandicapten (VG) 3 en VG 4 voor mensen met een licht verstandelijke beperking onder de 18 jaar? Zo ja, wanneer dan en hoe?

    Nee, er zijn geen wijzigingen in het beleid ten aanzien van de genoemde zorgprofielen voor mensen met een licht verstandelijke beperking onder de 18 jaar. Er is toegang tot de Wet langdurige zorg (Wlz) als een cliënt blijvend is aangewezen op permanent toezicht of blijvend is aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Dit is ter beoordeling van het CIZ.
    De wijziging, die per 1-1-2015 is opgetreden, is dat ook voor de zorgprofielen VG3 – voor cliënten van 18 jaar en ouder – en VG4 moet zijn vastgesteld dat de cliënt gezien zijn zorgbehoefte blijvend permanent toezicht of blijvend 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig heeft om toegang te krijgen tot de Wlz. Het CIZ beoordeelt of hier sprake van is.
    De zorg die wordt omschreven in de zorgprofielen VG 3 voor cliënten jonger dan 18 jaar, valt op grond van de Jeugdwet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente.

  • Vraag 2
    Zo nee, waar baseert u zich dan op om de ZZP VG 3 en 4 te schuiven naar de ondersteuning vanuit de gemeente via het domein Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als mensen met een licht verstandelijke beperking 18 jaar worden en tijdelijk een beschermde woonvorm nodig hebben?

    Er is geen sprake van een «verschuiving.» Met de inwerkingtreding van de Wmo 2015 en de Wlz 2015, vallen cliënten met een licht verstandelijke beperking van 18 jaar en ouder met een tijdelijke behoefte aan een beschermende woonvorm, onder de Wmo 2015. Het gaat hierbij om nieuwe cliënten vanaf 1 januari 2015. Gelet op het tijdelijke karakter van de behoefte aan zorg voor de genoemde doelgroep is de Wmo 2015 het meest passende kader. Cliënten met rechten uit de AWBZ met een indicatie ZZP VG 3 of 4 houden blijvend aanspraak op zorg vanuit de Wlz.

  • Vraag 3
    Hoe groot is de groep mensen met een licht verstandelijke beperking die een (tijdelijk) een beschermde woonvorm nodig hebben?

    Uit analyse van data is gebleken dat het niet mogelijk is om op korte termijn duidelijkheid te krijgen over de omvang van de doelgroep per gemeente en het met de ondersteuning gemoeide budget. Hiervoor is nader onderzoek nodig. Ten behoeve van dit onderzoek wordt aan een aantal gemeenten gevraagd de uitgaven voor deze doelgroep te registreren.

  • Vraag 4
    Hoe gaat u deze groep, in de praktijk, afbakenen?

    De afbakening vloeit mede voort uit de toegangscriteria voor de Wlz. Indien het CIZ constateert dat een cliënt niet voldoet aan de Wlz-criteria omdat nog niet kan worden vastgesteld dat de zorgbehoefte van de cliënt blijvend is, valt de cliënt in het gemeentelijk domein.

  • Vraag 5
    Wanneer is er sprake van een tijdelijke behoefte aan beschermd wonen bij mensen met een ZZP VG4? Is er niet eerder door u gesteld dat mensen met een ZZP VG 4 levenslang en levensbreed zorg en ondersteuning behoeven? Komt deze categorie VG 4 in voortgangsrapportage niet uit de lucht vallen aangezien ze in het HHM-rapport niet genoemd zijn?

    Ik heb eerder aangegeven wat de criteria zijn voor toegang tot de Wlz, wat ter beoordeling is van het CIZ. Voor toegang tot de Wlz moet er sprake zijn van een blijvende zorgbehoefte en moet aan de indicatiecriteria 24-uur zorg in de nabijheid of noodzaak voor permanent toezicht worden voldaan. In geval van een tijdelijke behoefte aan beschermd wonen is er geen toegang tot de Wlz.
    Ik ben van mening dat een cliënt van 18+ met een licht verstandelijke handicap onder de verantwoordelijkheid van de gemeente passende zorg en ondersteuning kan ontvangen als onderdeel van een langer lopend traject richting weer meer zelfstandig maatschappelijk participeren.
    Veelal gaat het bij een indicatie VG4 echter om mensen met een verstandelijke beperking die zodanig beperkt zijn in hun sociale redzaamheid en persoonlijke verzorging dat blijvend permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig is.

  • Vraag 6
    Kunt u zich nog het filmpje herinneren dat gemaakt is door de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) van mensen met een ZZP VG 4 indicatie en de boodschap daarin dat deze mensen niet zonder bescherming en zorg in nabijheid kunnen?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het onderscheid tussen licht verstandelijke beperkingen en verstandelijke beperkingen in praktijk niet zo makkelijk gemaakt kan worden?

    In het antwoord op vraag 1 heb ik aangegeven welke criteria gelden om toegang te krijgen tot de Wlz. Het onderscheid tussen licht verstandelijk beperkt en verstandelijk beperkt is niet bepalend voor het antwoord op de vraag of sprake is van toegang tot de Wlz. De behoefte aan zorg moet blijvend zijn en daarnaast moet zijn vastgesteld dat permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig is.

  • Vraag 8
    Hoe kan verklaard worden dat de hoeveelheid afgegeven CIZ-indicaties voor de ZZP VG 3 en 4 meer dan gehalveerd is in 2015 ten opzichte van 2014?

    Voor de indicatiestelling onder de Wlz 2015 gelden andere criteria dan de criteria die onder de Awbz golden. Bij de beantwoording van vraag 1 heb ik aangegeven welke criteria gelden voor toegang tot de Wlz. Het toepassen van andere criteria leidt tot een andere indicatiestelling, wat tot uitdrukking komt in andere aantallen geïndiceerde zorgprofielen. Overigens merk ik op dat het CIZ nog enkel cijfers beschikbaar heeft over afgegeven Wlz indicaties in de eerste twee kwartalen van 2015.

  • Vraag 9
    Als dat het gevolg is van gewijzigde beleidsregels, wanneer zijn de beleidsregels waar het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zich op baseert voor de indicatiestelling, die eerder uitgebreid met de Kamer zijn besproken, gewijzigd?

    De beleidsregels indicatiestelling Wlz 2015 zijn in februari jongstleden ter kennisneming met u gedeeld. Schriftelijke vragen hierover zijn op 8 juli jongstleden beantwoord.1 De beleidsregels zijn sindsdien niet gewijzigd.

  • Vraag 10
    Hebben gemeenten ingestemd met deze verzwaarde opgave voor langer thuis wonende (licht) verstandelijk gehandicapten en zijn daar de financiële middelen bij geplust in het Gemeentefonds? Zo ja, hoeveel? Deelt u de mening dat daar niet de gelden voor bedoeld zijn die zien op de zogenaamde overbruggingszorg aangezien het daarbij gaat om mensen die wel beschikken over een WLZ-indicatie?

    De VNG en het Ministerie van VWS zijn het eens met de conclusie van HHM dat de Wmo 2015 voor genoemde doelgroep(en) het meest passende kader is. Aan een extern bureau wordt gevraagd om de omvang van de doelgroep te onderzoeken en het met de ondersteuning gemoeide budget in kaart te brengen. De uitkomst van dit onderzoek zal gevolgen hebben voor het budget van gemeenten en zal na een bestuurlijk overleg met de VNG worden verwerkt in de septembercirculaire 2016.
    Het klopt dat overbruggingszorg binnen de Wlz betrekking heeft op cliënten met een Wlz-indicatie die wachten op een plek in een instelling. De zorg tijdens de periode tot aan opname wordt vanuit de Wlz bekostigd en is geen onderdeel van het hiervoor genoemde budget.

  • Vraag 11
    Maakt u onderscheid tussen de groep licht verstandelijk gehandicapten (LVG) die ouder dan 18 jaar is en die 18 jaar wordt in onder welk domein zij komen te vallen (Wet maatschappelijke ondersteuning/Wmo, Wet langdurige zorg/Wlz)?

    Cliënten met een LVG-indicatie onder de 18 jaar vallen onder de Jeugdwet. Op het moment dat cliënten 18 jaar worden dan komen zij, afhankelijk van hun zorgbehoefte, ofwel in aanmerking voor zorg en ondersteuning vanuit de Wmo of voor zorg vanuit de Wlz.

  • Vraag 12
    Denkt en verwacht u dat mensen met een LVG-indicatie zich gaan melden bij het Wmo-loket voor beschermd wonen aangezien ontkenning van hun zorgbehoefte vaak onderdeel uitmaakt van de beperking?

    Er zijn mij vooralsnog geen signalen bekend dat mensen met een tijdelijke behoefte aan beschermende woonvormen de weg naar het gemeentelijk Wmo-loket niet weten te vinden. Als deze cliënten zich melden bij het CIZ dan zullen zij worden doorverwezen naar de gemeente.

  • Vraag 13
    Kunt u deze vragen uiterlijk woensdag 4 november 2015 om 19.00 uur beantwoorden zodat de Kamer in de gelegenheid gesteld wordt zich te verdiepen in de consequenties?

    Neen, beantwoording was niet binnen dat tijdbestek mogelijk.

  • Mededeling - 5 november 2015

    Het lid Keijzer (CDA) heeft mij verzocht om de antwoorden op de vragen over de derde voortgangsrapportage hervorming langdurige zorg (HLZ) d.d. 3 november 2015 (ingezonden 4 november 2015) (2015Z20617) voor 4 november 19:00u te beantwoorden. Het is helaas niet mogelijk om de vragen op deze korte termijn te beantwoorden. Ik streef er naar u zo spoedig mogelijk de antwoorden op deze Kamervragen te doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z20617
Volledige titel: De derde voortgangsrapportage hervorming langdurige zorg (HLZ) d.d. 3 november 2015
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-790
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Keijzer over de derde voortgangsrapportage hervorming langdurige zorg (HLZ) d.d. 3 november 2015