Ingediend | 28 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 5 november 2015 (na 8 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z20003.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-501.html |
Ik vind het niet acceptabel dat patiënten die zorg nodig hebben, de dupe worden van de patiëntenstops. Er zijn zorgaanbieders die patiëntenstops afkondigen, waardoor zij geen nieuwe patiënten meer toelaten. Zorgverzekeraars hebben echter zorgplicht voor hun verzekerden. Zij moeten verzekerden voorzien van kwalitatief goede zorg die binnen hun bereik is af te nemen en tijdig wordt geleverd. Het inkopen van voldoende zorg is onderdeel van de zorgplicht. Als de continuïteit van zorg in de knel komt zal de zorgverzekeraar overgaan tot bijcontractering om aan de zorgplicht te blijven voldoen.
Dat niemand verstoken mag blijven van zorg is nog steeds mijn uitgangspunt. Zoals ik in het antwoord op vraag 1 heb aangegeven is de zorgplicht van verzekeraars daarbij bepalend. Waar nodig zullen zij bijcontracteren.
De NPCF heeft mij laten weten dat zij tot op heden geen signalen krijgen van patiënten die verstoken blijven van zorg.
Er zijn inderdaad signalen dat de afgesproken contracten tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars knellen bij sommige aanbieders. Ik heb geen totaaloverzicht van organisaties met een patiëntenstop. De gesprekken met zorgverzekeraars zijn momenteel gaande. Zorgverzekeraars hebben aangegeven over te gaan tot bijcontractering waar dat nodig is. Zij zullen eerst binnen de regio kijken naar mogelijkheden om te herschikken. Indien de zorgplicht in gevaar komt zal gericht worden bijgecontracteerd. Verzekeraars zullen aan hun verzekerden duidelijk maken waar ze terecht kunnen voor de benodigde zorg.
In het bericht geeft 80% van de leden van Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN) aan het binnen twee jaar niet meer te redden.
Dat thuiszorgorganisaties een hele moeilijke opdracht hebben onderschrijf ik. De taakstelling die gepaard gaat met de overheveling naar de Zorgverzekeringswet is fors. Alle partijen hebben zich met de ondertekening van het onderhandelaarsresultaat verpleging en verzorging gecommitteerd aan de opdracht om zich tot het uiterste in te spannen om de taakstelling te realiseren gegeven het afgesproken financiële kader. Dat dit kader zorgaanbieders dwingt om een uiterste inspanning te leveren is zeer reëel. Aangezien er voor verzekerden voldoende aanbod moet zijn en blijven verwacht ik niet dat de aantallen die BTN noemt werkelijkheid worden.
Zorgverzekeraars hebben aangegeven over te gaan tot bijcontractering waar dat nodig is. Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven zullen zij eerst binnen de regio kijken naar mogelijkheden om te herschikken. Indien de zorgplicht in gevaar komt zal gericht worden bijgecontracteerd om verzekerden te voorzien van de benodigde zorg en de taakstelling die alle partijen als inspanningsverplichting op zich hebben genomen zoveel mogelijk te kunnen realiseren. Dat betekent niet dat er bij elke zorgaanbieder automatisch budget bij komt. Mijn uitgangspunt is dat niemand verstoken mag blijven van zorg en dat verzekeraars aan hun zorgplicht moeten voldoen waardoor patiënten de toegang behouden tot zorg.
Zoals in de eerdere antwoorden aangegeven vindt het proces van bijcontractering op dit moment plaats. Dat betekent dat patiënten te allen tijde toegang hebben tot de benodigde zorg.
Zie het antwoord op de vragen 3 en 5.
Ja. In het AO wijkverpleging van 15 oktober jl. is deze problematiek overigens ook uitgebreid besproken.