Ingediend | 22 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 28 oktober 2015 (na 6 dagen) |
Indieners | Paul van Meenen (D66), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z19645.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-394.html |
Ja, ik ben bekend met dit onderzoek.
In 2013 heeft het kabinet, in het kader van de taakstelling op OCW, besloten de directe subsidie aan de Nederlandse scholen in het buitenland te beëindigen. Het idee achter dit besluit is niet dat het onderwijs in Nederlandse taal en cultuur voor leerlingen in het buitenland wordt stopgezet, maar dat dit een verantwoordelijkheid is van de ouders en dat zij een groter deel van de bekostiging van dit onderwijs zelf op zich nemen. In het Herfstakkoord is vervolgens incidenteel 10 miljoen gevonden voor directe subsidie aan de scholen. Dit bedrag, uitgekeerd over de periode 2014–2016, heeft scholen de gelegenheid geboden zich voor te bereiden op de verminderde inkomsten na 2016. Met het aflopen van deze subsidie blijft het standpunt van het kabinet ongewijzigd. Het onderwijs in Nederlandse taal en cultuur in het buitenland is de verantwoordelijkheid van de ouders.
Het onderzoek door ITS geeft inzicht in de verwachtingen van scholen hoe zij zullen handelen wanneer de tijdelijke subsidie aan scholen op 1 januari 2017 eindigt. Hoe scholen hiermee omgaan is afhankelijk van de lokale situatie. Zij zullen hierin zelf hun keuzes moeten maken. De scholen kunnen ook in de toekomst voor ondersteuning gebruik maken van de kennis en expertise bij stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland.
De effecten zullen op iedere school anders zijn. Het onderzoek laat zien dat een deel van de scholen daar goed mee om kan gaan. Een ander deel verwacht dat zij mogelijk uiteindelijk zullen sluiten. Dit kan een realiteit zijn als er te weinig ouders zijn die een hoger schoolgeld willen betalen. Waar het de kwaliteit betreft blijf ik mij via de ondersteuning vanuit NOB en het toezicht door de inspectie inzetten om deze effecten te minimaliseren.
De scholen zijn zich bewust van de tijdelijkheid van de subsidie. Zij kunnen zich hier op voorbereiden. Stichting NOB biedt ondersteuning met onder meer advies en bijscholing van leraren. De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de kwaliteit van de scholen die bij stichting NOB zijn aangesloten.
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Het is niet onredelijk om ouders te vragen het schoolgeld voor hun rekening te nemen. Het is de beslissing van ouders om naar het buitenland te verhuizen. In deze beslissing zullen zij rekening moeten houden met de kosten van het Nederlands onderwijs voor hun kinderen. Ik heb hier geen onderzoek naar gedaan.
Ja.