Ingediend | 12 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 23 november 2015 (na 42 dagen) |
Indieners | Harry van Bommel , Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z18875.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-647.html |
Ja.
Zoals gesteld in eerdere antwoorden beschikt het kabinet niet over geverifieerde cijfers wat betreft de aantallen burgerslachtoffers. Volgens de in Ankara gevestigde mensenrechtenorganisatie IHD zijn er van begin juli tot 8 oktober meer dan 100 burgerslachtoffers gevallen. De Turkse autoriteiten spreken dit tegen en zeggen dat de meeste van deze doden PKK-leden waren.
Op basis van het internationaal recht mogen veiligheidsmaatregelen worden getroffen, die noodzakelijk en proportioneel dienen te zijn. Vanwege het oplaaiende geweld van de PKK zijn tijdelijke veiligheidszones uitgeroepen voor een aantal provincies in het oosten en zuidoosten van Turkije met beperkingen voor de mobiliteit van burgers. In deze zones is een aantal maatregelen van tijdelijke aard van kracht, zoals check-points en een avondklok. Het is echter niet zo dat inwoners deze zones niet kunnen verlaten.
Daarnaast hadden de Turkse autoriteiten uitgaansverboden ingesteld in de stad Cizre en in de wijken Silvan en Sur van de stad Dyarbakir. Burgers ter plaatse konden hun huizen gedurende enkele uren of dagen niet verlaten.
Intussen zijn deze uitgaansverboden weer opgeheven.
Het is te betreuren dat de omstandigheden en het niveau van geweld zodanig waren dat maatregelen als veiligheidszones met een beperking van de mobiliteit nodig zijn geacht. Deze maatregelen belemmeren het dagelijkse leven van burgers in deze gebieden en bemoeilijken hun bewegingsvrijheid. Dat is voor het kabinet reden tot zorg. Het kabinet heeft er al eerder op gewezen dat de maatregelen van de Turkse regering tegen terroristische dreigingen proportioneel moeten zijn, inclusief als die uitgaan tegen de PKK.
Zie antwoord vraag 3.
De Domestic Security Bill geeft meer zeggenschap aan politie en gouverneurs. Volgens de regering is dit nodig om de orde en veiligheid in het land te bewaren. Oppositiepartijen en maatschappelijke organisaties stellen echter dat de politie teveel macht heeft gekregen en dat daarmee de vrijheid van meningsuiting onder druk kan komen te staan.
Nederland heeft net als Amnesty International zorgen over de mensenrechten in Turkije, inclusief de vrijheid van meningsuiting en demonstratie. Nederland spreekt Turkije hier geregeld op aan, bilateraal en in EU-verband. Ik heb op 30 oktober bijvoorbeeld de Turkse ambassadeur aangesproken op persvrijheid in het algemeen en meer in het bijzonder op de invallen, enkele dagen vóór de verkiezingen van 1 november, bij media-onderdelen van het Koza-Ipek concern.
Nederland erkent het recht van Turkije om zich te verdedigen tegen terroristische aanslagen, inclusief die van de PKK. Het kabinet blijft erop wijzen dat dergelijke acties proportioneel moeten zijn. Het roept betrokken partijen op het vredesproces zo spoedig mogelijk te hervatten en mensenrechten te respecteren. Dit klemt des te meer nu het geweld voortduurt.
Nederland heeft de optie van een onafhankelijk onderzoek onder de aandacht gebracht van de Turkse autoriteiten.