Ingediend | 9 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 11 november 2015 (na 33 dagen) |
Indiener | Joël Voordewind (CU) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | gezin en kinderen jongeren sociale zekerheid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z18740.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-554.html |
Ja.
Ja.
De Tweede Kamer is in de periode na het uitbrengen van de Gezinsnota 2010 tijdens verschillende gelegenheden geïnformeerd over de wijze waarop acties zijn uitgevoerd. Op dit moment is er geen aanleiding om een nieuwe gezinsnota op te stellen. Op 1 januari 2015 is de nieuwe Jeugdwet in werking getreden. Als gevolg van deze wet zijn de taken en bevoegdheden op het gebied van jeugdhulp van het Rijk overgeheveld naar gemeenten.
Het gemeentelijke beleid inzake preventie en jeugdhulp is erop gericht dat opgroei- en opvoedingsproblemen voorkomen en vroeg gesignaleerd worden, maar ook dat het opvoedkundig klimaat versterkt wordt in gezinnen. Ook bevorderen gemeenten de opvoedvaardigheden van de ouders, zodat zij in staat zijn om hun verantwoordelijkheid te dragen voor het opvoeden en het opgroeien van jeugdigen. Indien nodig kunnen gemeenten verdere jeugdhulp inschakelen.
Ik vind het gelet op deze nieuwe verantwoordelijkheden voor gemeenten positief dat de brandbrief bij de VNG is aangeboden.
Op grond van de Jeugdwet zijn gemeenten gehouden om hun beleid inzake preventie, jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering te richten op onder meer het versterken van het opvoedklimaat en het bevorderen van opvoedvaardigheden. Daarnaast kunnen gemeenten een rol spelen bij het inschakelen, herstellen en versterken van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en de personen die tot hun sociale omgeving behoren, waarbij voor zover mogelijk wordt uitgegaan van hun eigen inbreng.
Gemeenten geven hier momenteel invulling aan via bijvoorbeeld de centra voor jeugd en gezin en/of de daaruit voorkomende jeugd- of gebiedsteams (een aantal gemeenten heeft hun CJG omgebouwd tot jeugdteam of algemene gebiedsteam 0–100). Het doel hiervan is dat aanstaande ouders en ouders met al hun vragen over het opvoeden, opgroeien en gezondheid van hun kind bij hun gemeente terecht kunnen. Ook bieden gemeenten (aanstaande) ouders de mogelijkheid om cursussen te volgen om zich op het ouderschap voor te bereiden of op het terrein van opvoeding. Als gevolg van de decentralisatie, die een nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling met zich meebrengt, is het lokale veld op gebied van preventie nog in ontwikkeling.
Het is niet aan de overheid om ouders te verplichten gebruik te maken van deze diensten. Dit geldt eveneens voor het voorstel van de mevrouw Haverkort en mevrouw Kooistra om het opstellen van een ouderschapsbelofte te verplichten. Ouders zijn zich terdege bewust van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van hun kinderen. Indien zij extra ondersteuning nodig hebben, kunnen zij contact opnemen met de daarvoor ingerichte organisatie binnen hun gemeente, zoals het centrum voor jeugd en gezin.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord 3