Ingediend | 9 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 4 december 2015 (na 56 dagen) |
Indieners | Marith Volp (PvdA), Jeroen Recourt (PvdA) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z18739.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-764.html |
Ja.
In een aantal penitentiaire inrichtingen (pi’s) in Nederland is een (aantal) spreekkamer(s) ingericht met apparatuur om gesprekken op te nemen. Deze bevoegdheid vloeit voort uit artikel 38, vierde lid, Penitentiaire beginselenwet (Pbw). In artikel 38, zevende lid, Pbw is echter bepaald dat de toezichthoudende maatregelen er niet toe mogen leiden dat vertrouwelijke mededelingen in het onderhoud tussen de gedetineerde en diens rechtsbijstandverlener bij derden bekend kunnen worden. Daarmee is de vertrouwelijkheid van gesprekken tussen een gedetineerde en zijn advocaat gewaarborgd. Deze vertrouwelijkheid geldt ook jegens GVM-gedetineerden en hun advocaten.
De Hoofddirecteur van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft op 28 juni 2012 een brief gestuurd aan de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) waarin de waarborgen en toezeggingen betreffende de aanwezigheid van afluister- en opnameapparatuur in spreekkamers in pi’s vermeld zijn. DJI heeft toegezegd dat als een gesprek plaatsvindt tussen een advocaat en zijn cliënt in de inrichting, in principe een spreekkamer beschikbaar wordt gesteld waarin geen opnameapparatuur aanwezig is. Indien dit door capaciteitsgebrek niet mogelijk is en gebruik moet worden gemaakt van een spreekkamer met opnameapparatuur, wordt de aanwezigheid van deze apparatuur in de kamer altijd duidelijk kenbaar gemaakt bij de advocaat en de cliënt. De opnameapparatuur wordt altijd uitgeschakeld.
Op 1 november 2015 (peildatum) stonden 74 gedetineerden op de GVM-lijst.
In de PI Zoetermeer verbleef op die datum 1 GVM-gedetineerde.
Zie antwoord vraag 2.
De selectiefunctionaris van DJI stelt op grond van artikel 22 Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Rspog) een risicoprofiel vast. Indien dat risico verhoogd, hoog of extreem is, dan wordt dit genoteerd op de GVM-lijst. In het tweede lid van artikel 22 Rspog zijn de criteria benoemd die zijn geoperationaliseerd in de circulaire «gedetineerden met een vlucht/maatschappelijk risico» (kenmerk: 5645409/10) d.d. 13 oktober 2010.
De toelichting op de Rspog meldt dat het risicoprofiel is opgebouwd uit twee elementen: het vluchtrisico en het maatschappelijk risico. Essentiële indicatoren voor het bepalen van het vluchtrisico zijn ontvluchtingen of pogingen daartoe, perspectief van uitlevering, lengte strafrestant (minimaal enkele jaren) en informatie of tips geverifieerd op actualiteit, betrouwbaarheid en concreetheid door het meldpunt Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP).
Het delict is de doorslaggevende factor bij het bepalen van het maatschappelijk risico. De belangrijkste aspecten van het delict zijn in dit kader de ernst, aard, politieke of maatschappelijke gevoeligheid van het delict en de achtergrond van de veroordeling, de mogelijkheid van wraakacties (door de gedetineerde) en het ingeschatte recidiverisico bij ernstige delicten.
De afspraken met de NOvA zijn niet geschonden. De gesprekken tussen deze advocaat en cliënt zijn niet opgenomen.
Zie voor de afspraken met de NOvA mijn antwoord op vraag 3.
Zie antwoord vraag 5.
De woordvoerder geeft aan dat hij onjuist is geciteerd. Hij heeft terecht gezegd dat het uitgangspunt is dat gesprekken tussen een advocaat en zijn cliënt niet worden opgenomen.
Nee, die mening deel ik niet.
DJI heeft een zekere capaciteit en flexibiliteit aan ruimtes met opnameapparatuur nodig, één ruimte is per definitie te weinig.
DJI heeft het Informatieblad «Spreekkamers opnameapparatuur en/of spreek-luisterverbinding» opgesteld waarin de exacte gang van zaken uiteen wordt gezet.
Wanneer een geprivilegieerde bezoeker (bijvoorbeeld een advocaat) een spreekkamer zonder opnameapparatuur wenst, wordt altijd geprobeerd aan dit verzoek tegemoet te komen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Volp en Recourt (beide PvdA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het afluisteren van gesprekken tussen advocaat en gedetineerde (ingezonden 9 oktober 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.