Ingediend | 6 oktober 2015 |
---|---|
Beantwoord | 27 oktober 2015 (na 21 dagen) |
Indiener | Marith Volp (PvdA) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z18318.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-383.html |
Ja.
Het klopt dat er op 22 september 2015 een verdachte is aangehouden die momenteel met een PIJ-maatregel verblijft in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI). Hij is aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een roofoverval met dodelijke afloop, welke op 15 september 2015 te Tilburg heeft plaatsgevonden. Een aantal door u gevraagde zaken heeft betrekking op waarheidvinding die onder de rechter plaats zal vinden. Nu de zaak onder de rechter is, ga ik verder niet inhoudelijk op deze vragen in.
Deze jeugdige heeft een PIJ-maatregel gekregen. De PIJ-behandeling is gericht op individuele trajecten, waarbij de jongere wordt voorbereid op een geleidelijke terugkeer in de samenleving. Verlof is een belangrijk onderdeel van de behandeling. Het verlofsysteem is een professioneel ingericht systeem met wetenschappelijk onderbouwde risicotaxatie-instrumenten, zoals de SAVRY2 en de SAPROF3 jeugd. Op basis hiervan en in combinatie met de klinische blik van gedragswetenschappers, wordt een inschatting gemaakt ten aanzien van het verantwoord inzetten van vrijheden onder passend risicomanagement. Dit betreft onder andere begeleiding en aanwezigheidscontroles. Het is een zorgvuldig proces waarbij meerdere partijen betrokken zijn, waaronder de directeur van de inrichting, (gedrags)deskundigen en behandelaren en het Openbaar Ministerie. Gezien de ernst van deze situatie laat ik een onderzoek naar deze casus uitvoeren. Op basis van de resultaten zal ik beoordelen of aanvullende maatregelen nodig zijn.
Zie antwoord vraag 3.
De laatste jaren is het absolute aantal onttrekkingen binnen de JJI gedaald van 170 onttrekkingen in 2010 tot 58 onttrekkingen in 2014. Ik verwijs hierbij naar de brieven d.d. 5 januari 20154 en 21 juli 20155 over ongeoorloofde afwezigheid. In 2011 hebben zich 115 gevallen van ongeoorloofde afwezigheid voorgedaan, in 2012 waren dat er 114 en in 2013 81 gevallen van ongeoorloofde afwezigheid.
Deze dienen te worden afgezet tegen de circa 30.000 verlofbewegingen die jaarlijks vanuit de inrichtingen worden ingezet. Zo is in 2014 sprake van 0,2 procent van de verlofbewegingen die niet volgens afspraak zijn verlopen.
Ten aanzien van uw vervolgvraag meld ik het volgende. Bij uitzondering komt het voor dat een jongere tijdens ongeoorloofde afwezigheid in aanraking komt met de politie. Dit op verdenking van een ernstig feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. In 2014 zijn er vier incidenten gemeld, in de jaren daarvoor zijn er jaarlijks drie incidenten gemeld.
De vragen worden beantwoord voorafgaand aan het AO Justitiële jeugdinrichtingen, dat uw Kamer heeft gepland op 29 oktober 2015.