Ingediend | 29 september 2015 |
---|---|
Beantwoord | 3 november 2015 (na 35 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z17668.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-473.html |
Ik heb kennisgenomen van het bericht «vijfsterren verpleeghuis in Bavel». In de Wlz is een gelijk recht op verantwoorde en kwalitatief goede zorg vastgelegd voor iedereen die op de Wlz is aangewezen. Het staat cliënten vrij om afspraken te maken over aanvullende diensten en die dan zelf te betalen. Zij kunnen bovendien op grond van de Wlz er voor kiezen om het verblijf zelf te regelen en te bekostigen. Dit laat onverlet dat er voor iedereen zorg met voldoende aandacht en goed opgeleid personeel bereikbaar moet zijn, ongeacht de grootte van zijn of haar portemonnee. Het genoemde initiatief doet daar niets aan af.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Cliënten die opteren voor de leveringsvorm van het pgb kiezen er voor om in een door hen zelf gekozen woonomgeving te verblijven en die ook zelf te betalen. Het pgb is bedoeld om Wlz-verzekerde zorg in te kopen waar de cliënt op is aangewezen. Dit kan ook in een instelling zoals in de vraag bedoeld.
Kwalitatief goede zorg moet voor een ieder toegankelijk zijn, ongeacht de grootte van de portemonnee. Het organiseren van extra zorg, bovenop de reguliere zorg vanuit de collectieve middelen, staat deze visie niet in de weg. Daarnaast houdt de Inspectie voor de Gezondheidszorg voortdurend toezicht op de kwaliteit van zorg.
Martha Flora heeft geen Wtzi-toelating aangevraagd. Voor het leveren van Wlz-verzekerde zorg aan budgethouders is dit ook niet vereist. Het staat instellingen vrij om zich alleen te richten op pgb-houders en geen afspraken te maken met zorgkantoren over de levering van zorg in natura. De genoemde tweedeling zie ik niet ontstaan, omdat de Wlz een gelijk recht op zorg garandeert voor iedereen die daarop is aangewezen.
Het is de verantwoordelijkheid van corporaties en gemeenten om hierin te voorzien.
Het zorgkantoor in de betreffende regio is verplicht om Wlz-cliënten te bemiddelen naar een passend zorgaanbod. Er hebben mij geen signalen bereikt dat in deze regio een capaciteitstekort zou zijn.
Zie het antwoord op de vragen 1–4, 5 en 7.