Ingediend | 15 september 2015 |
---|---|
Beantwoord | 27 oktober 2015 (na 42 dagen) |
Indiener | Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z16482.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-387.html |
De incidenten tegen Koerdische verenigingsgebouwen in Amsterdam en Rotterdam zijn mij bekend. Daarnaast hebben er zich in deze en andere steden tegen de PKK gerichte demonstraties voorgedaan, die een vreedzaam karakter hadden. We staan in Nederland voor de vrijheid van meningsuiting. Het recht om te demonstreren is daar een belangrijk onderdeel van, maar geweld, intimidatie en vernielingen zijn volstrekt onacceptabel.
Ik sta in contact met verschillende organisaties uit de Turks-Nederlandse gemeenschap, waaronder ook de Federatie Koerden in Nederland en het Platform Koerden Nederland.
Tot aan de bomaanslag op 20 juli 2015 in de Turkse grensplaats Suruç was de situatie in het eerste halfjaar van 2015 in Turkije betrekkelijk rustig. Na deze bomaanslag werd de situatie in Turkije grimmiger en namen de spanningen tussen Turken en Koerden toe.
Gegeven deze oplopende spanningen in Turkije heb ik onmiddellijk na de zomervakantie een groot aantal Turkse en Koerdische organisaties uitgenodigd voor een spoedoverleg op 8 september jl. Door verscheidende afzeggingen heb ik helaas moeten besluiten dit overleg te annuleren. Op ambtelijk niveau zijn de gesprekken echter wel voortgezet. Zo vond op 8 september jl. op ambtelijk niveau een overleg plaats met het Landelijk Platform Koerden en de Federatie Koerden in Nederland.
In navolging van de gesprekken tussen Turkse en Koerdische organisaties op lokaal niveau in Rotterdam en Amsterdam nodig ik Turkse en Koerdische organisaties opnieuw uit voor een overleg op 28 oktober aanstaande. De inzet van dit overleg is gelijk aan het overleg dat ik op 3 december 2014 had met Turkse, Koerdische en Alevitische organisaties vanwege de onrust naar aanleiding van de belegering van Kobani. Beide overleggen zijn erop gericht om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen in het voorkomen dat conflicten vanuit Turkije en de rest van het Midden-Oosten naar ons land overslaan en hier tot incidenten en bedreigingen leiden.
Als gezegd vind ik geweld en intimidatie volstrekt onacceptabel. Het is aan de politie en het Openbaar Ministerie om hierop te acteren. Mijn rol heb ik uiteengezet in het antwoord op vraag drie.
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag drie.