Ingediend | 9 september 2015 |
---|---|
Beantwoord | 24 september 2015 (na 15 dagen) |
Indiener | Marith Volp (PvdA) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z16123.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-103.html |
Ja.
Naar aanleiding van dit artikel en andere berichten in de media heb ik contact op laten nemen met Blijf Groep. Blijf Groep heeft mij het volgende laten weten.
In het najaar van 2014 is er sprake geweest van drie aan elkaar gelieerde signalen op dit vlak. Blijf Groep past in zo’n geval altijd een standaardwerkwijze toe: een direct gesprek met de betreffende cliënt, overleg met de politie, nagaan van de mogelijkheden tot aangifte of een strafrechtelijk traject, individuele begeleidingsgesprekken en groepsvoorlichting aan medewerkers en cliënten (in samenwerking met politie en Scharlaken Koord, een organisatie voor hulpverlening aan prostituees) gericht op preventie en op het vermijden van risico’s op situaties van onvrijwilligheid en criminele contacten.
Blijf Groep geeft aan dat zij overigens geen enkele aanwijzing had voor het laten plegen of voorkómen van prostitutie in de genoemde locaties. Aangifte doen van strafbare feiten was dus niet aan de orde. Blijf Groep blijft uiteraard alert op signalen of er sprake zou zijn van (mogelijke) prostitutie door vrouwen die in de opvang verblijven
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Noch mij, noch de Federatie Opvang zijn op dit moment signalen bekend over het aanzetten tot prostitutie in andere vrouwenopvanglocaties. Wel moeten instellingen altijd bedacht zijn op het risico dat vrouwen in de opvang worden aangezet tot of geronseld voor prostitutie. Het gaat immers vaak om zeer kwetsbare vrouwen die ernstig getraumatiseerd kunnen zijn. In de vrouwenopvang worden bijvoorbeeld slachtoffers van mensenhandel en loverboys opgevangen. Het risico bestaat dat mensenhandelaren of pooiers proberen deze slachtoffers of andere cliënten van de vrouwenopvang te ronselen voor de prostitutie. Het risico bestaat tevens dat cliënten onderling werven voor prostitutie.
Het leefklimaat in de vrouwenopvang is primair een verantwoordelijkheid van de organisaties in de vrouwenopvang. Zij moeten adequate begeleiding aan hun cliënten bieden. Het is aan de gemeenten om daar toezicht op te houden. De afgelopen jaren heb ik sterk geïnvesteerd in de kwaliteitsverbetering van de vrouwenopvang, met als doel snelle, passende en adequate hulp en opvang, waarbij de veiligheid van de slachtoffers en hun eventuele kinderen voorop staat. Het Verbeterplan Vrouwenopvang dat van 2008 tot 2014 is uitgevoerd, heeft geleid tot het opstellen en het invoeren van methodieken als «Krachtwerk» voor vrouwen en «Veerkracht» voor kinderen. Er is sectorbreed een belangrijke kwaliteitsslag gemaakt, waarop de vrouwenopvang samen met de Federatie Opvang en de VNG voortbouwt, onder andere in het door mij gefinancierde ondersteuningsprogramma «Regio-Aanpak Veilig Thuis». Daarmee verkeert de sector vrouwenopvang in de juiste uitgangspositie om te zorgen voor een veilig en rustig leefklimaat en zie ik geen aanleiding tot het nemen van aanvullende maatregelen.
Ja.