Ingediend | 20 augustus 2015 |
---|---|
Beantwoord | 8 september 2015 (na 19 dagen) |
Indiener | Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z14800.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3333.html |
Ja, dit bericht is mij bekend.
Ja, een snellere opspring van het hiv-virus zou een mooie stap voorwaarts kunnen zijn. Op dit moment voert Amsterdam een pilot project uit: het «H-team» (Hiv Transmissie Eliminatie AMsterdam). Het H-team is een samenwerkingsproject van verschillende organisaties, waaronder GGD, huisarts, hiv-behandelaren, die gezamenlijk het aantal hiv-transmissies in Amsterdam proberen terug te dringen en de prognose van hiv-geïnfecteerden proberen te verbeteren.
In deze pilot wordt een apparaat getest voor snelle opsporing van het hiv-virus. Het lastige hierbij is dat een potentiële drager moeilijk herkenbare symptomen heeft. Naast symptomen moet er sprake zijn van risicovolle seks in de afgelopen periode, tot maximaal 3 maanden. Bij een bevestigde diagnose wordt direct gestart met behandeling. Dit is enerzijds in het belang van de individuele patiënt en anderzijds beoogt dit de overdracht van het virus te beperken. Juist in het beginstadium is het hiv-virus het meest besmettelijk. Hier kunnen individuen die positief getest zijn al direct rekening mee houden om doorbesmetting te voorkomen.
In deze pilot wordt onderzocht hoeveel acute infecties op deze manier daadwerkelijk gevonden worden. Daarna kunnen pas de effecten voor de Nederlandse populatie bekeken worden.
Zoals hierboven aangegeven gaat het om een pilot. Binnen de pilot wordt bekeken of naast Amsterdam ook Rotterdam mee gaat doen. De resultaten van de pilot moeten worden afgewacht, voordat er een beslissing genomen kan worden over een eventuele uitbreiding naar andere GGD-en en huisartsen.
Vooralsnog gaat het hier om een pilot project. De huidige richtlijnen van huisartsen en GGD-en zijn op elkaar aangepast en blijven onverkort van kracht. Afhankelijk van de uitkomsten van de pilot is het aan de behandelaren om al dan niet de richtlijnen bij te stellen.
Zie antwoord vraag 4.
In deze pilot fase verwachten wij geen veranderingen in het hiv-beleid van GGD-en en de samenwerking met huisartsen. Afhankelijk van de resultaten zullen de betrokken beroepsgroepen van huisartsen, hiv-behandelaren en GGD-en mogelijk hun richtlijnen aanpassen. De pilot zal ook duidelijkheid moeten geven over de kosten. De opsporing van acute hiv-infecties via deze pilot heeft geen invloed op het testen, behandelen en de voorlichting over de overige soa en hiv-testen in niet acute situaties.