Ingediend | 18 augustus 2015 |
---|---|
Beantwoord | 18 september 2015 (na 31 dagen) |
Indiener | Hanke Bruins Slot (CDA) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | economie organisatie en beleid overige economische sectoren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z14750.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-45.html |
Ja. Het opinieonderzoek van EenVandaag en tijdschrift Viva is mij bekend.
Ik deel de mening dat het gebruik van te magere modellen in de modewereld ongewenste effecten kan hebben.
In mijn antwoord op de eerdere vragen van de leden Bruins Slot en Oskam (beiden CDA) over het verbieden van de verheerlijking van anorexia heb ik toegezegd in gesprek te gaan met de modewereld, behandelaars en patiënten. Dit loopt nog en ik zal u over de uitkomsten informeren zodra deze bekend zijn. Zo mogelijk voor het algemeen overleg Preventiebeleid van 14 oktober a.s.
Inzet is om te bezien welke maatregelen van de modebranche zelf mogelijk en zinvol zijn. Het Deense convenant zal als voorbeeld worden ingebracht.
De vraag naar effecten in deze landen staat nog uit. Ik zal u informeren over de uitkomsten daarvan. Zoals ik in de eerdere antwoorden heb aangegeven is er voor zover ons bekend geen directe relatie aangetoond tussen modehuizen en reclamemakers die met modellen met ondergewicht werken en anorexia. Bovendien is het veranderen van ideaalbeelden in de modewereld, de doorwerking daarvan op het ideaalbeeld van jonge vrouwen en vervolgens de effecten daarvan op hun gezondheidsgedrag een langdurig proces dat niet op korte termijn te realiseren is. De Franse wetgeving is bijvoorbeeld nog veel te kort van kracht om al zichtbare effecten te kunnen hebben.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.