Ingediend | 10 augustus 2015 |
---|---|
Beantwoord | 2 september 2015 (na 23 dagen) |
Indiener | Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z14594.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3290.html |
Nee, dat onderzoek ken ik niet. Contact met de WHO heeft uitgewezen dat een rapport over het (stijgend) aantal inleidingen dan wel anderszins aanbevelingen aan Nederland op het gebied van inleidingen bij bevallingen niet blijken te bestaan. De WHO heeft ook geen plannen om een dergelijk rapport te maken. De WHO heeft zich verbaasd over het artikel in de krant en betreurt met name de titel van het bericht.
Nee, deze beroepsgroepen hebben voorafgaand aan dit krantenartikel geen signalen gegeven over een mogelijk toename van het aantal inleidingen.
Zie het antwoord op vraag 1, er is geen sprake van een constatering.
Nee, daar is nu geen specifieke aanleiding toe. In mijn brief2 over zwangerschap en geboorte van 8 juli jl. heb ik u gemeld dat ik ZonMw heb gevraagd om te komen met een voorstel voor een vervolg op het ZonMw-programma Zwangerschap en Geboorte. Dat voorstel zal de prioritaire thema’s voor de komende jaren bevatten, gebaseerd op de stand der wetenschap en de behoefte in het veld.
Ik beschik over landelijke cijfers met betrekking tot het aantal inleidingen en die cijfers zijn via de Zorgbalans 2014 van het RIVM3 bekend gemaakt. Uit de Zorgbalans blijkt dat het percentage inleidingen, na een stijging tussen 2007 en 2010, stabiel is gebleven rond de 24%. Het RIVM concludeert dat er grote verschillen zijn tussen ziekenhuizen. Deze verschillen staan geanonimiseerd weergegeven in de Zorgbalans.