Ingediend | 28 juli 2015 |
---|---|
Beantwoord | 5 oktober 2015 (na 69 dagen) |
Indiener | Sadet Karabulut |
Beantwoord door | Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA), Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | economie organisatie en beleid overige economische sectoren sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z14418.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-198.html |
Deze vraag wordt samen met de onder 3 genoemde vragen beantwoord.
Deze vragen worden samen met de onder 3 genoemde vragen beantwoord.
In deze vraag lijkt ervan uit te worden gegaan dat sprake is van een bank die een tariefverhoging doorvoert ten koste van kwetsbare mensen die een beschermende maatregel nodig hebben. De brief van BPBI was voor mij aanleiding om ABN AMRO te vragen om nadere informatie over dit onderwerp. Naar ik van ABN AMRO heb begrepen hanteerde deze bank vóór 1 mei 2015 diverse tarieven voor bewindvoerders. Per 1 mei 2015 zijn de tarieven voor rekeningen die worden beheerd door bewindvoerders gelijk getrokken als gevolg van het door deze bank hanteren van één uniforme wijze van klantbediening. Het gaat hier volgens ABN AMRO dan ook om een harmonisatie van tarieven die in rekening worden gebracht bij bewindvoerders voor betaalrekeningen die op professionele basis worden beheerd voor personen wier goederen onder bewind zijn gesteld (rechthebbenden). Dit heeft ertoe geleid dat sommige bewindvoerders vanaf 1 mei 2015 een hoger tarief betalen en andere een lager tarief. Volgens opgave van ABN AMRO hanteert zij voor bewindvoerders nu de volgende tarieven aan de hand van staffels:
1–50 cliënten EUR 27,00 per maand
51–200 cliënten EUR 127,00 per maand
201–600 cliënten EUR 227,00 per maand
601–1.000 cliënten EUR 327,00 per maand
meer dan 1.000 cliënten EUR 427,00 per maand
Of een bewindvoerder per 1 mei 2015 een hoger of een lager tarief verschuldigd is, houdt volgens de bank geen verband met een bepaalde staffel. Ook zouden de tarieven lager zijn dan die voor reguliere zakelijke klanten die van deze betaaldiensten van de bank gebruik maken.
De tarieven die in rekening worden gebracht bij de rechthebbenden zelf zijn volgens ABN AMRO ongewijzigd gebleven.
Ik ben mij ervan bewust dat de tariefverhoging voor de bewindvoerders indirect gevolgen kan hebben voor de diensten van deze bewindvoerders. Vooropgesteld moet echter worden dat de tariefstelling bij banken een aangelegenheid is waarvoor de banken zelf verantwoordelijk zijn. Ik zie daarom geen aanleiding om maatregelen te nemen. Het feit dat de Staat aandeelhouder is van ABN AMRO maakt dit niet anders. Ik heb de brief van de BPBI dienovereenkomstig beantwoord.
Zoals gezegd is de brief van BPBI voor mij aanleiding geweest om ABN AMRO te vragen om nadere informatie. ABN AMRO heeft uitgelegd waarom zij haar tarieven heeft gewijzigd. Het lijkt mij van belang dat de banken met de bewindvoerders en hun brancheverenigingen in gesprek gaan/blijven om eventuele gesignaleerde knelpunten, die het gevolg zijn van de tariefverhoging, te bespreken.
Naar ik begrijp van ABN AMRO worden rekeningen van rechthebbenden aan de bewindvoerder ontsloten via een elektronisch betaalpakket. Hierdoor kunnen meerdere rekeningen van rechthebbenden aan één bewindvoerder worden ontsloten waardoor alle door hem of haar beheerde rekeningen op uniforme wijze kunnen worden aangestuurd. Volgens het artikel in Trouw, waarnaar in vraag 1 wordt verwezen, is het voor een bewindvoerder omslachtiger om individuele rekeningen van rechthebbenden te beheren.
ABN AMRO heeft aangegeven dat de tarieven voor bewindvoerders lager zijn dan die voor reguliere zakelijke klanten die van de betaaldiensten van de bank gebruik maken, hoewel sprake is van extra werkzaamheden in het geval van bewindvoerders. De tarieven voor de Elektronische Betaaldiensten voor bewindvoerders zijn volgens ABN AMRO zowel vóór 1 mei 2015 als daarna niet kostendekkend. De vraag of sprake is van kostenefficiëntie bij bewindvoerders hangt in belangrijke mate af van de bedrijfsvoering van de individuele bewindvoerder. Ik heb daarin geen inzicht.
Ik deel die mening niet. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 betreft de tariefwijziging de kosten die in rekening gebracht worden bij klanten die op professionele basis rekeningen beheren voor rechthebbenden. Het gaat dus niet om de kosten voor particuliere relaties. De tarieven die voor bewindvoering in rekening mogen worden gebracht zijn door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie vastgelegd in de Regeling «beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren». Het betreft hier gemaximeerde tarieven.