Kamervraag 2015Z14072

Het bericht dat de politieke controle op grote hervormingen in de zorg faalt

Ingediend 14 juli 2015
Beantwoord 27 augustus 2015 (na 44 dagen)
Indiener Renske Leijten
Beantwoord door Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z14072.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3156.html
  • Vraag 1
    Hoe oordeelt u over het bericht dat de politieke controle op de drie grote zorghervormingen faalt, omdat gemeenteraadsleden te weinig worden geïnformeerd om hun democratische rol goed te kunnen vervullen? Kunt u uw antwoord toelichten?1 2 3

    Het is de verantwoordelijkheid van ieder college van burgemeesters en wethouders om de eigen gemeenteraad zodanig te informeren dat zij hun controletaak goed kunnen uitvoeren, waaronder de controle op de taken die voortvloeien uit de drie grote decentralisaties. De wijze waarop een college van B&W dit doet is een eigen verantwoordelijkheid en de raad kan het college van B&W aanspreken indien zij van mening is dat zij te weinig informatie krijgt.
    In het aangehaalde artikel wordt onder meer gewezen op de controlerende rol van de gemeenteraad bij regionale samenwerking. In dat licht is het goed om te verwijzen naar de kaders voor democratische verantwoording zoals opgenomen in
    de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Via onder meer de recente wijziging van de Wgr is de controlerende positie van de gemeenteraad verder versterkt. Daarnaast zijn gemeenten de afgelopen periode vanuit BZK ondersteund om de samenwerking goed vorm te geven. Voorbeelden hiervan zijn de ambassadeurs regionale samenwerking die in 2013 gemeenten hebben ondersteund bij de vorming van samenwerkingsverbanden, de aandacht voor regionale samenwerking en de Wgr tijdens verschillende congressen en bijeenkomsten in het hele land, de ondersteuning via het ondersteuningsteam decentralisaties en de recent verschenen handreikingen «Intergemeentelijke samenwerking toegepast» en «Grip op regionale samenwerking» waarin specifiek aan gemeenteraden wordt toegelicht hoe de democratische kaderstelling en controle bij samenwerking vorm gegeven kan worden4. Aangaande de genoemde handreiking geldt dat dit ook onderwerp zal zijn van workshops op het speciaal voor raadsleden georganiseerde congres over het sociaal domein op 5 september aanstaande.

  • Vraag 2
    Hoe reageert u op het feit dat raadsleden aangeven niet te kunnen overzien of burgers noodzakelijke zorg wordt onthouden, omdat zij regelmatig slecht geïnformeerd worden door het college? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Wat vindt u ervan dat raadsleden aangeven dat hun gemeenten er niet in slaagt arbeidsgehandicapten weer aan het werk te krijgen terwijl dat een wettelijke verplichting is? Kunt u uw antwoord toelichten?

    De decentralisaties in de zorg en de arbeidsmarkt bieden de ruimte voor een integrale aanpak door meer taken en verantwoordelijkheden op het niveau van de gemeente te beleggen. Ook wordt meer beleidsvrijheid geboden, zodat gemeenten de taken in samenhang kunnen inrichten. Het is aan het lokale bestuur daar invulling aan te geven onder lokaal toezicht van de gemeenteraad.
    Gemeenten dienen in een re-integratieverordening onder de Participatiewet aandacht te besteden aan een evenwichtige verdeling van de re-integratie-instrumenten over de brede gemeentelijke doelgroep. Deze verordening wordt ook vastgesteld door de gemeenteraad.

  • Vraag 4
    Wat is uw reactie op de tientallen raadsleden die het keukentafelgesprek als voorbeeld noemen van wat er niet goed gaat? Kunt u uw antwoord toelichten?

    In de Wmo 2015 zijn duidelijke randvoorwaarden opgenomen ten behoeve van het uitvoeren van een zorgvuldig onderzoek (ook wel het keukentafelgesprek genoemd). Indien bij de gemeente melding wordt gedaan van een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning, voert de gemeente het onderzoek uit. Tijdens het onderzoek dienen de individuele omstandigheden van de cliënt te worden onderzocht. Belangrijk daarbij is dat de gemeente in gesprek gaat met de cliënt, en goed luistert naar wat nodig is voor de zelfredzaamheid van betrokkene en wat past bij zijn persoonlijke situatie, om zo de ondersteuning ook daadwerkelijk dicht bij de cliënt te organiseren. De cliënt dient zich tijdig en voldoende geïnformeerd te voelen en dient te weten of en zo ja welke veranderingen in de huidige zorg en ondersteuning hem te wachten staan. Er dient een zorgvuldige afweging van de persoonlijke situatie plaats te vinden.
    Naast de positieve reacties zijn er in het eerste half jaar dat de Wmo 2015 inwerking is getreden nog kinderziektes omtrent de bejegening van cliënten tijdens het keukentafelgesprek. Een aantal gemeenten worstelt nog met het goed vormgeven van de keukentafelgesprekken, zodat een voldoende zorgvuldig onderzoek plaatsvindt. Het is aan het college om ervoor zorg te dragen dat het onderzoek conform de Wmo 2015 plaatsvindt. Vervolgens is het aan de gemeenteraad om het gemeentebestuur hierop te controleren en aan te spreken daar waar blijkt dat er geen wetsconforme uitvoering plaatsvindt. Op het moment dat raadsleden constateren dat de onderzoeken ondermaats zijn, is het aan hen om het college daarop aan te spreken en te corrigeren.

  • Vraag 5
    Wat is uw reactie op de vele raadsleden die de wachtlijsten in jeugdzorg nu al zien groeien, waarvan tientallen raadsleden aangegeven de kortingen op het budget hiervoor als reden te zien? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Per 1 januari 2015 is de Jeugdwet van kracht. In de Jeugdwet hebben gemeenten de jeugdhulpplicht. Het is op grond hiervan aan de gemeenten om afspraken te maken met de betrokken jeugdhulpaanbieders en zo te zorgen dat kinderen en gezinnen tijdig de juiste hulp krijgen. Het budget dat nodig is om deze hulp in te kopen is overgeheveld naar en verdeeld over gemeenten.
    Gemeenten zijn verantwoordelijk passende hulp te bieden aan jeugdigen en gezinnen die dat nodig hebben, ook wanneer er in een jaar sprake is van een vraagontwikkeling die groter is dan geraamd. Het is de gemeenteraad die hier op toeziet en het gemeentebestuur hier (indien nodig) op aanspreekt
    De VNG- heeft in haar overleg van 2 juli 2015 afspraken gemaakt hoe gemeenten en aanbieders dienen om te gaan met eventuele wachtlijsten. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat kinderen en hun ouders niet langer dan aanvaardbaar op de start van begeleiding of behandeling mogen wachten.
    Verder wordt bij signalen over wachtlijsten vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport contact gezocht met de betreffende gemeente. Niet om de gemeenteraad te passeren, maar om waar nodig in ondersteuning te kunnen voorzien. Tot nu toe is er bij deze signalen geen sprake geweest van een gemeente die zijn jeugdhulpplicht niet nakomt.

  • Vraag 6
    Waarom heeft u niet geluisterd naar de waarschuwingen van de Algemene Rekenkamer en de Raad voor het Openbaar Bestuur die aangaven veel risico’s te zien in de democratische controle na de invoering van de drie decentralisaties? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zoals eerder aangegeven is het een verantwoordelijkheid van het College van B&W om de raad zodanig te informeren, dat zij haar taken goed kan uitvoeren.
    De Algemene Rekenkamer en de Rob hebben eerder gewezen op het belang van democratische controle bij regionale samenwerkingsverbanden. Zij wijzen hierbij op de spanning tussen enerzijds een kwalitatief goede uitvoering door samenwerking en anderzijds lokale autonomie.
    Er zijn, zoals ook beschreven bij het antwoord op de vragen 1 en 2, de afgelopen periode verschillende stappen gezet om de democratische controle bij samenwerking zowel formeel als in de praktijk te versterken. Daarnaast heeft de Minister van BZK naar aanleiding van de in uw Kamer aangenomen motie Bergkamp (Kamerstuk 33 841, nr. 161), een advies gevraagd aan de Raad voor het openbaar bestuur over de democratische legitimiteit van intergemeentelijke samenwerking. In het najaar volgt het tweede deel van het advies met daarbij een aantal aanbevelingen om knelpunten rond de democratische legitimiteit bij samenwerking weg te nemen. Mochten de aanbevelingen van de raad daar aanleiding toe geven, dan zal ik bezien of extra maatregelen noodzakelijk zijn.

  • Vraag 7
    Hoe kunt u spreken van een beheerste overheveling van de zorgtaken als blijkt dat de democratische controle die behoort samen te hangen met deze decentralisatie niet of nauwelijks tot zijn recht komt? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Welke maatregelen gaat u treffen om te zorgen dat deze problemen worden opgelost en dat de raadsleden de democratische controle terug in handen krijgen? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Mededeling - 16 juli 2015

    Hierbij laat ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, weten dat de beantwoording van de vragen van het lid Leijten (SP) over het bericht dat de politieke controle op grote hervormingen in de zorg faalt (ingezonden 14 juli 2015) tot onze spijt niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord. Ik streef er naar u zo spoedig mogelijk na het zomerreces de antwoorden op deze Kamervragen te doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z14072
Volledige titel: Het bericht dat de politieke controle op grote hervormingen in de zorg faalt
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-3156
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht dat de politieke controle op grote hervormingen in de zorg faalt