Ingediend | 3 juli 2015 |
---|---|
Beantwoord | 20 augustus 2015 (na 48 dagen) |
Indieners | Roelof van Laar (PvdA), Michiel Servaes (PvdA) |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA), Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z13648.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3095.html |
Ja.
Het wetsvoorstel past in een wereldwijde trend, ook in de Hoorn van Afrika, waarin restrictieve wetgeving ten aanzien van ngo’s wordt aangenomen. Het is nog niet duidelijk hoe de wet er uiteindelijk uit zal zien. Het is daarom nog niet mogelijk om het voorstel te vergelijken met bestaande wetgeving in andere landen.
Het wetsvoorstel is deels het gevolg van terechte zorgen van overheid en ngo’s zelf over de transparantie van ngo’s. Tegelijkertijd roept het wetsvoorstel in zijn huidige vorm vragen op over de mate van controle die uitgeoefend zal worden op ngo’s en de mogelijke impact op de vrijheid van vereniging en de vrijheid van meningsuiting. Wordt de wet zonder substantiële wijzigingen aangenomen, dan zal de toepassing ervan de vrijheid van ngo’s flink kunnen inperken.
Tijdens de consultaties en publieke hoorzittingen over het wetsvoorstel heeft het maatschappelijk middenveld in Uganda inderdaad zorgen over ruimte voor tegenspraak naar voren gebracht. De NGO Board bracht samen met het platform van Ugandese ngo’s (NGO Forum) eerder dit jaar een werkbezoek aan Nederland. Het bezoek heeft bijgedragen aan een betere dialoog tussen het NGO Forum en de Board en een meer open houding van de Board ten aanzien van het aanstellen van vertegenwoordigers van ngo’s binnen de Board en bij monitoringscomités op districtsniveau.
Het wetvoorstel gaat niet specifiek in op ngo’s die zich inzetten voor gelijke rechten van LHBTI’s in Uganda. Wel zal, indien de wet zoals deze nu voorligt wordt aangenomen, de toepassing ervan ngo’s belemmeren op alle terreinen, ongeacht doelstellingen, werkwijzen of doelgroepen. Dit geldt dus ook voor ngo’s die zich inzetten voor gelijke rechten van LHBTI’s in Uganda.
De Ugandese regering heeft met belangstelling kennis genomen van de zorgen die in het kader van de artikel 8 dialoog zijn geuit. De EU sprak eveneens haar zorgen uit tijdens gesprekken met de premier van Uganda, met leden van het kabinet en met parlementariërs. De EU heeft specifieke opmerkingen en zorgen over het wetsvoorstel onder de aandacht gebracht van de Ugandese parlementaire commissie van Defensie en Binnenlandse Zaken, die verantwoordelijk is voor hoorzittingen over het wetsvoorstel.
Afgewacht moet worden hoe het uiteindelijke voorstel eruit ziet en wanneer het wordt aangenomen. Pas dan kunnen de mogelijke effecten van de nieuwe wet worden beoordeeld.
Er zijn nog steeds geen ontwikkelingen die er op wijzen dat een nieuw anti-homo wetsvoorstel zal worden ingediend. Er was eind vorig jaar even sprake van een wetsvoorstel waarvan de oorsprong en status niet konden worden vastgesteld. Dit voorstel is nooit officieel ingediend voor parlementaire behandeling en er is dus geen sprake van een al dan niet uitgestelde stemming.
Nee, dit bericht klopt niet. Deze zaak is verder niet meer aanhangig gemaakt.
Het gaat om één wetsvoorstel dat los staat van de beslissing van het kabinet om een deel van de hulp aan de Justice, Law and Order Sector (JLOS) te hervatten. Zoals al toegelicht, heeft het voorstel geleid tot consultaties over specifieke zorgpunten. De dialoog over het wetsvoorstel wordt gevoerd in EU-verband. De overige JLOS donoren zijn lidstaten van de EU en hebben dezelfde zorgen als Nederland.