Ingediend | 30 juni 2015 |
---|---|
Beantwoord | 27 januari 2017 (na 577 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD), Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | internationaal militaire missies organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z12958.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1062.html |
Ja.
Op verzoek van het kabinet heeft het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies een verkenning uitgevoerd naar onder andere internationale politieke besluitvorming over het verlenen van luchtsteun (air strikesdan wel close air support)aan UNPROFOR, waaronder Dutchbat, voorafgaand en tijdens de val van de enclave Srebrenica, en in het bijzonder mogelijke afspraken hierover van eind mei 1995 tussen Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Het NIOD-rapport en de kabinetsreactie daarop heeft de Kamer op 18 november 2016 ontvangen (Kamerstuk 26 122, nr. 45). Het NIOD concludeert in zijn rapport dat de verkenning geen bewijzen of aanwijzingen heeft opgeleverd voor het bestaan van voor Nederland geheime internationale politieke besluitvorming over het verlenen van dergelijke luchtsteun.
Zie antwoord vraag 2.
Ja, het kabinet is bekend met in 2013 vrijgegeven Amerikaanse documenten van de William J. Clinton Presidential Library in Little Rock, Arkansas, die in de publiciteit zijn genoemd. Naar aanleiding van deze publiciteit heeft de Minister van Defensie in de zomer van 2015 bij Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten navraag laten doen of over genoemde kwesties meer informatie beschikbaar was. Tevens heeft het kabinet opdracht gegeven aan het NIOD om een verkenning uit te voeren naar de besproken onderwerpen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft aan de bondgenoten verzocht om de gevraagde informatie ook aan het NIOD ter beschikking te stellen. Het NIOD heeft de in 2013 vrijgegeven Amerikaanse documenten betrokken bij de verkenning die de Kamer, met een kabinetsreactie, op 18 november 2016 heeft ontvangen.
Zoals uiteengezet in deze kabinetsreactie zijn landen in de regel terughoudend met het vrijgeven van gevoelige informatie, zeker als het gaat om informatie over internationaal beleid of van inlichtingendiensten. Het NIOD verwacht dat informatie die nu onder geheimhouding valt, niet op korte termijn wordt vrijgegeven. Het kabinet deelt deze verwachting en acht het daarom niet zinvol bondgenoten nu nogmaals te verzoeken om vrijgave van informatie. Overigens heeft het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, zoals vermeld in de NIOD-verkenning, nog een verzoek om vrijgave van documenten in behandeling.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk) over de uitzending «Waarom Srebrenica moest vallen» (kenmerk 2015Z14019, ingezonden op 13 juli 2015), en de vragen van het lid Van Bommel (SP) over het uitblijven van luchtsteun in Srebrenica (kenmerk 2015Z12958, ingezonden 30 juni 2015) wil ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat het verkrijgen van de voor een adequate beantwoording van de vragen benodigde informatie meer tijd vergt. De beantwoording van de vragen zal worden meegenomen in de kamerbrief over Srebrenica, waarom het lid Ten Broeke verzocht heeft (uw brief van 30 juni, met kenmerk 2015Z13021). Zodra de benodigde informatie beschikbaar is, zal de kamerbrief u toegaan.