Ingediend | 22 juni 2015 |
---|---|
Beantwoord | 14 juli 2015 (na 22 dagen) |
Indieners | Barbara Visser (VVD), Foort van Oosten (VVD) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | financiën organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z12017.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2879.html |
Ik heb kennis genomen van diverse mediaberichten omtrent het innen van financiële sancties. Deze berichten lijken vooral te gaan over de personen die een financiële sanctie wel willen, maar niet kunnen betalen. Hierdoor zou de indruk kunnen ontstaan dat er te weinig aandacht is voor het «corrigerend effect». In de praktijk staat dit effect echter centraal. De betrokken organisaties spannen zich in om elke financiële sanctie te innen. Het uitgangspunt is en blijft dat alle financiële sancties geheel moeten worden voldaan.
Bij het opleggen van een sanctie kan de rechter bepalen dat een sanctie in termijnen mag worden betaald. Ook de officier van justitie is bevoegd betalingsregelingen toe te staan bij geldboetevonnissen of geldsomstrafbeschikkingen.
Daarnaast kunnen personen tijdens de inningsfase een verzoek indienen om een financiële sanctie in termijnen te mogen betalen. De Aanwijzing Executie bepaalt in welke gevallen een regeling kan worden toegestaan en welke informatie moet worden aangeleverd om tot een beoordeling over te kunnen gaan. Een verzoek dient altijd onderbouwd te zijn met relevante informatie over de financiële situatie van de betrokkene.
Voor sancties in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) is een interim-maatregel aangekondigd die het mogelijk maakt dat sancties vanaf 225 euro in het kader van de vanaf 1 juli 2015 in termijnen kunnen worden betaald. De termijnbetaling zal na een verzoek door betrokkene worden toegekend zonder dat hier een inhoudelijke toetsing aan vooraf gaat. Deze mogelijkheden staan in principe open voor iedereen, dus ook voor personen die eerdere Wahv-sancties niet tijdig of geheel hebben voldaan.
Voor alle personen geldt dat wanneer zij niet voldoen aan de afspraken, het reguliere inningstraject wordt vervolgd (aanmaningen incl. verhogingen). Zo nodig zullen verhaal- en dwangmaatregelen worden ingezet om tot inning van de sanctie te komen.
Met de komst van de nieuwe vordering gijzeling (Kamerstuk II, 2014–2015 nr. 2133) bekijkt het OM ook of de verdere inzet van instrumenten nog opportuun is indien de rechter een vordering gijzeling heeft afgewezen.
De onderstaande tabel geeft een beeld van het aantal Wahv-sancties dat in de laatste drie jaar alsnog is betaald nadat de rechter een vordering gijzeling heeft afgewezen.
Jaar
Uitstroom vanwege betaling (na afwijzing gijzeling)
2013
4.963
2014
5.940
2015
3.110
In 2014 is bekeken op welke wijze het instrument «buitengebruikstelling van voertuigen» effectiever kan worden ingezet. Dit traject heeft onder andere geleid tot het starten van vervolgonderzoek naar de wijze waarop de inzet van dwangmiddelen (inclusief de inname van het rijbewijs en de gijzeling) kan worden gemoderniseerd. De vraag of andere en/of aanvullende dwangmiddelen gewenst zijn, wordt hier in meegenomen. Dit onderzoek is eind van het jaar afgerond en richt zich in eerste instantie alleen op de Wahv-sancties.
De maatregelen die u noemt, kunnen worden ingezet om tot de inning van financiële sancties in het kader van de Wahv te komen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal maal dat de inname van het rijbewijs en de buitengebruikstelling van voertuigen is toegepast in de jaren 2013 en 2014.
2013
271.517
32.739
2014
233.463
30.405
2013
8.834
47.144
2014
9.470
44.646
Het aantal betalingen in de fase buitengebruikstelling ligt hoger dan het aantal buiten gebruik gestelde voertuigen. De reden hiervoor is dat in een groot deel van de zaken wordt overgegaan tot betaling na dreiging met de toepassing van het instrument buitengebruikstelling van voertuigen.
De onderstaande tabel geeft een beeld van het aantal voertuigen en tweewielers dat in de fase buitengebruikstelling is verkocht of gesloopt, en wat daarvan de opbrengsten zijn.
2014
aantal
opbrengst
Voertuigen / tweewielers verkocht
504
€ 740.276
Voertuigen vernietigd (sloopopbrengst)
2051
€ 502.495
Tweewielers vernietigd (sloopopbrengst)
243
€ 2.430
Zoals ik in mijn brief van 5 juni jl. (Kamerstuk II, 2014–2015, 29 279, nr. 244) heb aangegeven, zijn de instrumenten in de dwangfase vooral effectief voor de personen die wel kunnen, maar niet willen betalen. Voor die groep moeten de instrumenten in de dwangfase zoveel mogelijk worden ingezet, indien de aanmaningen en het toepassen van verhaal nog niet tot volledige betaling van de sanctie heeft geleid.
Het onderzoek naar de buitengebruikstelling van voertuigen ziet op de vraag hoe dit instrument effectiever kan worden toegepast bij de personen die wel kunnen, maar niet willen betalen. Daarmee wordt dus tegemoet gekomen aan uw vraag.
In het kader van de interim-maatregel termijnbetalingen voor Wahv-sancties vanaf 225 euro zal worden gemonitord of personen die in termijnen willen betalen hun afspraken ook nakomen. Tevens wordt bekeken welk deel uiteindelijk nog doorstroomt naar andere fasen van het proces, zoals de verhaalfase of de dwangfase (incl. de toepassing van de inname van het rijbewijs), na het niet nakomen van de gemaakte afspraken.
De overtredingen in het kader van artikel 30, lid 2 WAM (oftewel: het in het bezit zijn van een onverzekerd voertuig) werden in het verleden afgedaan via het strafrecht. Om de keten te kunnen ontlasten en tegelijkertijd strenger te kunnen handhaven, is de wet gewijzigd en vindt de afdoening vanaf 1 juli 2011 plaats via de Wahv. Het aantal registercontroles kon daardoor toenemen van ongeveer 63.500 steekproeven per jaar naar bijna 300.000 structurele controles per jaar. Dit heeft er toe geleid dat het aantal onverzekerde voertuigen in een paar jaar tijd is afgenomen van ongeveer 250.000 naar ongeveer 45.000. Sancties in het kader van artikel 30 WAM worden minder goed betaald dan de andere sancties die in het kader van de Wahv worden opgelegd (zoals snelheidsovertredingen of door rood licht rijden). Personen met een sanctie op grond van artikel 30 WAM komen vaker in de verhaal- of dwangfase terecht dan de overige personen met een Wahv-sanctie. Dit heeft onder andere geleid tot een toename van het aantal artikel 30 WAM zaken waarin het OM een vordering gijzeling voorlegt aan de rechter. Personen die niet alsnog een verzekering afsluiten, worden meerdere keren per jaar beboet.
Er is dus inderdaad samenhang tussen (de daling van) het aantal personen dat in het bezit is van een onverzekerd voertuig en de toename van het aantal ingediende vorderingen gijzeling. Overigens is het totaal aantal ingediende vorderingen gijzeling wegens een niet betaalde Wahv-sanctie in 2014 afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar.
Onderstaand vindt u informatie over het aantal maal dat verhaal zonder dwangbevel en is toegepast voor Wahv-sancties in de jaren 2013 en 2014, en het aantal verzetten dat is ingediend.
2013
157.573
275
2014
80.965
51
Onderstaand vindt u informatie over het aantal maal dat verhaal met dwangbevel en is toegepast voor Wahv-sancties, geldsomstrafbeschikkingen, geldboetevonnissen, schadevergoedingsmaatregelen en ontnemingsmaatregelen in de jaren 2013 en 2014, en het aantal verzetten dat is ingediend.
2013
350.303
1.435
2014
314.054
787
Het CJIB heeft wettelijk gezien voldoende instrumenten en mogelijkheden om verhaal zonder dwangbevel toe te kunnen passen. Om hier optimaal gebruik van te kunnen maken, zal een aantal praktische zaken moeten worden aangepast. Het betreft bijvoorbeeld de mogelijkheid om de beslagvrije voet te berekenen. Ik bereid hiervoor de benodigde aanpassingen binnen de werkprocessen en systemen voor, en voer ze met ingang van 2016 stapsgewijs door.
Er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantal vorderingen dat niet (direct) uitgevoerd kan worden, bijvoorbeeld omdat de betrokkene onbekend is bij het bevolkingsregister of omdat betrokkene op een adres staat ingeschreven, maar daar niet woonachtig is. Wel kan een beeld worden gegeven van het aantal zaken dat nu in het opsporingsregister (OPS) staat voor een financiële sanctie.
Type financiële sanctie
Aantal zaken in OPS
Wahv-sancties
220.313
Geldsomstrafbeschikkingen
11.980
Geldboetevonnissen
58.645
Schadevergoedingsmaatregelen
4.508
Ontnemingsmaatregelen
532
Zoals in de brief van 5 juni jl. reeds wordt aangegeven, is het streven allereerst deze groep personen zo klein mogelijk te houden. Bij de groep personen die onbekend zijn bij de basisregistratie personen of waarbij betrokkene niet woonachtig is op het betreffende adres wordt gewerkt aan het vergroten van het inzicht in de situatie van de debiteur. Via pilots worden werkwijzen hiertoe beproefd. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de pilot «Onbestelbaar retour» waarin het CJIB samen met de gemeente Amsterdam werkt aan het achterhalen van de verblijfplaats van personen die het CJIB niet per post – de reguliere communicatiewijze – kan bereiken. Daarnaast is in het kader van de aanpak adres gerelateerde fraude – een van de Rijksbrede projecten onder de Ministeriële Commissie Fraude – een pilot gestart om het aantal onjuiste adressen terug te brengen via efficiëntere terugmelding op de Basisregistratie Personen (BRP) en daaraan gekoppelde onderzoeken door gemeenten.