Ingediend | 19 juni 2015 |
---|---|
Beantwoord | 10 juli 2015 (na 21 dagen) |
Indieners | Sharon Gesthuizen (GL), Arnold Merkies , Jasper van Dijk |
Beantwoord door | Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA), Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA) |
Onderwerpen | economie overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z11876.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2864.html |
Ja.
Voor investeringen in clustermunitie geldt er een wettelijk verbod, verder zijn er geen andere dwingende wettelijke belemmeringen voor het investeren in bedrijven door verzekeraars en pensioenfondsen. Voor militaire goederen geldt verder dat soevereine staten op basis van het VN handvest het recht hebben zichzelf te verdedigen en voor die verdediging militaire goederen mogen verwerven. Nederland, en veel andere landen met ons, heeft een goed ontwikkeld wapenexportbeleid, waarbij specifieke aandacht is voor het voorkomen van mensenrechtenschendingen of instabiliteit in fragiele regio’s als gevolg van wapenhandel. Daarnaast produceren veel van de in het onderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer genoemde bedrijven niet alleen voor de defensiemarkt, maar ook voor civiele doeleinden.
De overheid kan ondersteuning bieden voor een verdere verduurzaming van de investeringsportefeuilles door te faciliteren en te katalyseren. Met het IMVO-convenantentraject biedt de overheid bijvoorbeeld ondersteuning met kennisopbouw over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Het onderzoek van de Eerlijke Verzekeringswijzer geeft aan dat de tien grootste verzekeringsgroepen die actief zijn in Nederland in totaal 6,8 miljard euro hebben geïnvesteerd in bedrijven die zowel voor militaire als civiele doeleinden produceren. In een reactie op dit onderzoek zegt het Verbond van Verzekeraars dat het merendeel van deze 7 miljard euro betrekking heeft op de wereldwijde investeringen van internationaal opererende spelers, en niet afkomstig van de Nederlandse onderdelen van deze verzekeraars.
Ik ben bekend met het opinieonderzoek dat Motivaction heeft uitgevoerd in opdracht van PAX. Uit dit onderzoek komt onder andere naar voren dat Nederlanders niet negatief zijn over bedrijven die militaire goederen produceren maar het wel bezwaarlijk vinden als bedrijven militaire goederen leveren aan landen waartegen een wapenembargo geldt of aan landen die corrupt zijn.5
Van verzekeraars en pensioenfondsen wordt verwacht dat zij invulling geven aan hun verantwoordelijkheid om de mensenrechten te respecteren onder de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGPs), en dat zij zich houden aan de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Voor de invulling van haar plicht om de mensenrechten te beschermen heeft de Nederlandse overheid de Sector Risico Analyse (SRA) laten uitvoeren om sectoren te identificeren waarin de productie-gerelateerde maatschappelijke risico’s hoog zijn en het bedrijfsleven versterking behoeft. De financiële sector is in de SRA benoemd als één van de sectoren waar IMVO risico’s hoog zijn. De overheid ondersteunt de financiële sector door in te zetten op kennisopbouw over IMVO en door de sectoren in gesprek te brengen met het maatschappelijk middenveld, vakbonden en andere stakeholders. Deze multi-stakeholder aanpak moet leiden tot het afsluiten van IMVO-convenanten, de overheid zet hierop ook in voor de verzekeringssector.
Besturen van pensioenfondsen, waaronder ook het ABP, zijn primair zelf verantwoordelijk voor het gekozen beleggingsbeleid. Naast wettelijke kaders, die voor alle beleggers gelden, laten besturen zich daarbij leiden door het belang van de deelnemer, welke vertegenwoordigd zijn in het bestuur. APG, die werkt in opdracht van het ABP, heeft in een reactie op het rapport bevestigd dat het bijna 1 miljard euro investeert in bedrijven die naast civiele ook defensie activiteiten ontplooien en dat deze bedrijven zich aan de wet houden.
De bancaire sector heeft aangegeven een IMVO-convenant te willen afsluiten en heeft de SER gevraagd om dit proces te begeleiden. De SER heeft na een verkenning besloten om hiermee akkoord te gaan en dit proces is inmiddels gestart. Het Verbond van Verzekeraars bekijkt momenteel de mogelijkheid om een IMVO-convenant af te sluiten en heeft daarnaast aangegeven te willen onderzoeken hoe de Code Duurzaam Beleggen zich verhoudt tot een IMVO-convenant. Zowel de bancaire sector als de verzekeringssector hebben de voorkeur aangegeven voor IMVO-convenanten binnen de eigen sector en niet binnen de financiële sector als geheel, vanwege de specifieke IMVO vraagstukken per sub-sector. De pensioenfondsen zijn ook door de overheid uitgenodigd om in gesprek te gaan om te bekijken welke stappen inhoudelijk en procesmatig richting een IMVO-convenant genomen zouden kunnen worden.