Ingediend | 5 juni 2015 |
---|---|
Beantwoord | 15 juli 2015 (na 40 dagen) |
Indieners | Machiel de Graaf (PVV), Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA), Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z10414.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2898.html |
Het bericht dat Nederland in 2004 is ontsnapt aan een aanslag, kan niet als zodanig worden bevestigd. Naar aanleiding van het filmen van verschillende gebouwen in Den Haag op 26 juli 2004, zijn vier personen aangehouden. De aanhoudingen vonden plaats op 30 juli 2004. Deze vier personen werden aanvankelijk verdacht van het voorbereiden van een terroristische aanslag. Drie van hen werden ook verdacht van verboden wapenbezit en één van hen van het gebruik maken van een vals paspoort.
Het strafrechtelijk onderzoek heeft evenwel niet geleid tot een vervolging ter zake van het voorbereiden van een aanslag, omdat daartoe onvoldoende bewijs werd gevonden. Ook de verdenking ter zake van verboden vuurwapenbezit is slechts ten aanzien van één van de verdachten blijven staan. Uiteindelijk zijn twee van de vier verdachten vervolgd: één voor verboden wapenbezit en de ander voor het gebruik van een vals paspoort. Zij zijn daarvoor op 17 november 2004 door de rechtbank veroordeeld. De verdachte die werd veroordeeld voor het gebruik van het valse paspoort is in hoger beroep gegaan. Hij is op 9 februari 2006 door het gerechtshof vrijgesproken.
Zie antwoord vraag 1.
Een van de vier mannen had de Saoedi-Arabische nationaliteit. Betrokkene is op 8 november 2004 uit Nederland verwijderd. Het Openbaar Ministerie heeft mij bericht dat de nationaliteit van de overige mannen niet met zekerheid is te herleiden uit de strafdossiers.
Nee, daartoe bestond geen aanleiding. Ik verwijs u hieromtrent naar het antwoord op de vragen 1 en 2.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dat de schriftelijke vragen van de leden De Roon en De Graaf (beiden PVV) over een in 2004 verhinderde aanslag (ingezonden 5 juni 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.