Ingediend | 4 juni 2015 |
---|---|
Beantwoord | 2 juli 2015 (na 28 dagen) |
Indieners | John Kerstens (PvdA), Lea Bouwmeester (PvdA) |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z10171.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3142.html |
Het bericht is mij bekend.
Uit de jaarrekening van 2013 van de instelling blijkt dat de bezoldiging van de heer Jonkergouw als bestuursvoorzitter in 2013 € 125.393 bedroeg. Ook heeft hij dat jaar een ontslagvergoeding ontvangen van € 75.000. In 2014 heeft de heer Jonkergouw een bezoldiging van € 59.793 ontvangen in de functie van projectmedewerker.
Ik kan op basis van de jaarrekeningen uw vragen niet volledig beantwoorden. Deze casus zal aan de WNT worden getoetst door de toezichthouder van de WNT voor de zorg, het CIBG. Indien op basis daarvan een overtreding van de WNT geconstateerd wordt, wordt handhaving gestart en wordt daarvan melding gemaakt in de jaarlijkse WNT-rapportage die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in december aan de Tweede Kamer zal sturen.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Ik heb beperkt inzicht in uitkeringen in het kader van het dienstverband van medewerkers. De WNT verplicht van deze groep alleen vermelding in de jaarrekening van ontslagvergoedingen wanneer deze de WNT-norm overstijgen. In 2013 en 2014 was daar geen sprake van.
Ik begrijp de emoties over de salarissen van topbestuurders in de zorg. Het kabinet vindt, zoals eerder aangegeven, onmatige inkomens en onmatige ontslagvergoedingen in de publieke en semipublieke sector onwenselijk. Juist om die reden zijn hier normen voor vastgelegd in de WNT.