Ingediend | 29 mei 2015 |
---|---|
Beantwoord | 24 juni 2015 (na 26 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z09856.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2670.html |
Stichting Het Juridisch Loket (verder: het Juridisch Loket) heeft ingevolge artikel 7, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) tot taak te voorzien in rechtshulp in de zin van artikel 1 van die wet, een vorm van eerstelijns rechtsbijstand voor minder draagkrachtige burgers. De draagkracht van rechtzoekenden wordt voor het geven van eenvoudig advies niet op dezelfde wijze vastgesteld als wanneer het rechtsbijstand betreft waarvoor de rechtzoekende een toevoeging behoeft. Het Juridisch Loket kan volstaan met een eenvoudige schatting van de draagkracht, door de rechtzoekende te bevragen op zijn inkomsten of het werk dat hij verricht.1 De praktijk bij het Juridisch Loket was echter dat de medewerkers van het Juridisch Loket de draagkracht alleen aan de orde stelden indien zij daartoe aanleiding zagen in de persoon van de rechtzoekende of de context van diens hulpvraag. Als gevolg daarvan bevond zich onder de klanten van het Juridisch Loket een substantieel aantal rechtzoekenden die op grond van hun inkomen en vermogen geen aanspraak maakten op gesubsidieerde rechtsbijstand.2 Recentelijk heeft de Raad voor Rechtsbijstand het Juridisch Loket daarom verzocht de draagkrachttoetsing op meer systematische wijze uit te voeren. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de middelen die voor eerstelijns rechtsbijstand beschikbaar zijn zoveel mogelijk ten goede komen van de rechtzoekenden die onder het bereik van de Wrb vallen.
Het gaat bij genoemd artikel om het verstrekken van informatiemateriaal en het toe geleiden naar andere (rechts)hulpverleners. Onmiddellijke verwijzing vindt plaats op basis van algemene eigenschappen van de rechtzoekende en diens probleem, zonder dat het Juridisch Loket van de specifieke omstandigheden kennis heeft genomen. Deze vorm van rechtshulp wordt geboden ongeacht het inkomen en vermogen van de rechtzoekende, in het bijzonder door middel van de website van het Juridisch Loket. Onder het bereik van artikel 8, vierde lid, Wrb valt niet het verlenen van rechtshulp in de vorm van inhoudelijke juridische advisering. Indien van zodanige advisering sprake is, kan het Juridisch Loket op grond van de Wrb wel toetsen aan de draagkracht van de rechtzoekende. Ik ben daarom van mening dat de dienstverlening van het Juridisch Loket in lijn is met artikel 8, vierde lid, Wrb.
Zie antwoord vraag 2.
Het uitgangspunt van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand is dat rechtzoekenden worden ondersteund bij het realiseren van adequate toegang tot het recht, voor zover zij daartoe als gevolg van ontoereikende draagkracht zelf niet in staat zijn. Rechtzoekenden met een inkomen en vermogen boven de Wrb-grens worden voldoende draagkrachtig geacht om zelf in de kosten van rechtsbijstand te voorzien. Dat geldt ook ten aanzien van de kosten van eerstelijns juridisch-inhoudelijke advisering zoals door het Juridisch Loket wordt geboden. Voor rechtzoekenden met een inkomen en vermogen boven de Wrb-grens zijn er diverse mogelijkheden om gratis of tegen lage kosten advies over de aanpak van hun juridische probleem te verkrijgen. Het Juridisch Loket kan hen behulpzaam zijn met algemene informatie en doorverwijzing naar andere rechtsbijstandverleners. Rechtzoekenden kunnen, ook via de website van het Juridisch Loket, de Rechtwijzer benaderen om zich te oriënteren op de oplossing van hun probleem. Ook wordt verwezen naar websites die zich richten op het geven van informatie en advies voor specifieke problemen, zoals de Consuwijzer voor consumentenrechtelijke problemen. Rechtzoekenden met een inkomen en vermogen boven de Wrb-grens kunnen er ook voor kiezen zich tegen de kosten van rechtsbijstand te verzekeren. Verzekerden kunnen doorgaans zonder meerkosten persoonlijk advies bij hun rechtsbijstandverzekeraar inwinnen. Verder worden door sommige advocatenkantoren kosteloos inloopspreekuren aangeboden en kunnen rechtzoekenden terecht bij juridisch adviseurs, waaronder de rechts- en wetswinkels.
Door zich met zijn persoonlijke dienstverlening zoveel mogelijk te beperken tot minder draagkrachtigen, sluit het Juridisch Loket nauwer aan bij de groep rechtzoekenden voor wie de Wrb de toegang tot het recht waarborgt. Mede gelet op mijn antwoord op vraag 4 zal ik daarom geen aanvullende financiële middelen ter beschikking stellen om de groep rechtzoekenden die door het Juridisch Loket inhoudelijk wordt geadviseerd uit te breiden. Ook zal ik de Raad voor Rechtsbijstand niet verzoeken dit te doen. Overigens heeft uw Kamer zich vorig jaar uitgesproken tegen het waarborgen van de toegang tot het Juridisch Loket voor de middeninkomens, door een motie van die strekking van de leden Van Toorenburg en Schouw te verwerpen.3