Ingediend | 28 mei 2015 |
---|---|
Beantwoord | 10 juni 2015 (na 13 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z09711.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2506.html |
Ja.
Gedetineerden hebben, conform de artikelen 36 t/m 40 van de Penitentiaire beginselenwet, recht op contact met de buitenwereld. Dit geldt ook voor gedetineerden in de EBI. Met het oog op de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting, de bescherming van de openbare orde of nationale veiligheid, de voorkoming of opsporing van strafbare feiten of de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven is de directeur van de inrichting bevoegd het contact met de buitenwereld te ontzeggen. Tevens kan de rechter-commissaris (RC) of Officier van Justitie, indien in het belang van het onderzoek of de orde noodzakelijk wordt geacht, beperkingen bevelen die zien op een contactverbod met de buitenwereld. In beide gevallen betreffen dit maatregelen van tijdelijke aard.
In de loop van zijn detentie zijn aan betrokkene beperkingen opgelegd, waarmee hem het contact met de buitenwereld is ontzegd, met uitzondering van het contact met zijn advocaat. Vanaf het moment dat betrokkene in de EBI verblijft, heeft hij op geen enkele wijze – anderszins dan met zijn advocaat – contact met personen buiten de inrichting gehad, niet via post, telefoon of bezoek. Dit is bevestigd door het Openbaar Ministerie.
De toezichtmaatregelen horend bij het EBI-regime worden ook in deze casus strikt nageleefd, zodat het gevaarsrisico voor degenen die een belastende verklaring hebben afgelegd, maximaal wordt gereduceerd. Bovendien is het personeel van de EBI erop getraind om zorgvuldig en professioneel om te gaan met deze specifieke doelgroep.
Zie antwoord vraag 3.
Dit klopt niet.