Ingediend | 20 mei 2015 |
---|---|
Beantwoord | 2 juli 2015 (na 43 dagen) |
Indiener | Tunahan Kuzu (GrKÖ) |
Beantwoord door | Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z09022.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2811.html |
Ja.
Het kabinet vindt de terdoodveroordeling van oud-president Morsi en andere leden van de Moslimbroederschap verontrustend. De verdachten hebben recht op cassatie. Het vonnis van het Egyptisch Hof van Cassatie zal beslissend zijn.
Bij elke procesgang hebben de aangeklaagden recht op een onafhankelijk onderzoek en een eerlijk proces. Conform internationaal recht is het de verantwoordelijkheid van de Egyptische rechterlijke macht om ervoor te zorgen dat het proces eerlijk verloopt. Politieke overwegingen mogen geen rol spelen.
Zie antwoord vraag 2.
Nederland heeft bilateraal zijn zorgen over de recente doodsvonnissen in Egypte overgebracht. Waar opportuun wordt dit ook aangekaart via de EU en de VN.
Zie antwoord vraag 4.
Volgens cijfers van de Verenigde Naties zijn er wereldwijd 46 landen of gebieden die de doodstraf nog hanteren.4 Nederland onderhoudt met alle landen ter wereld op enigerlei wijze economische, diplomatieke of politieke betrekkingen. Het hebben van betrekkingen is juist van waarde om o.a. een dialoog over de mensenrechtensituatie te kunnen voeren met het betreffende land.
Het kabinet acht het van belang dat Nederland brede betrekkingen met Egypte blijft onderhouden waarbij niet alleen sprake is van economische relaties maar ook een constructief-kritische dialoog plaatsvindt over mensenrechtenkwesties zoals de doodstraf.
Het is niet haalbaar gebleken om de vragen uiterlijk op 1 juni 2015 te beantwoorden.