Kamervraag 2015Z08518

De markt van overheidswerk voor tolken en vertalers

Ingediend 8 mei 2015
Beantwoord 2 juni 2015 (na 25 dagen)
Indiener Sharon Gesthuizen (GL)
Beantwoord door Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen organisatie en beleid recht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z08518.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2441.html
  • Vraag 1
    Kunt u reageren op de artikelen «Advocaten bezorgd over kwaliteit tolken» en «Zelfstandige tolken en vertalers verdienen level playing field»?1 2

    Zoals uit de artikelen blijkt heeft de overheid voor verschillende diensten aparte contracten afgesloten met Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVcN). Recentelijk zijn aan TVcN twee aanbestedingen op het gebied van tolkdiensten gegund.
    In de eerste plaats betreft het de aanbesteding voor tolkdiensten voor advocaten in de gesubsidieerde rechtsbijstand. Hieraan is een marktverkenning voorafgegaan, waarbij de zorgen, wensen en ideeën van de beroepsorganisaties over de voorwaarden van de aanbesteding in de overweging zijn betrokken. Het afgesproken tarief ligt substantieel hoger dan in de oude overeenkomst in het kader van gesubsidieerde rechtsbijstand.
    In de tweede plaats is er de aanbesteding geweest voor een aantal overheidsdiensten. Bij brief van 6 mei jl. heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd en aangegeven dat daarbij is gelet op kwaliteit en dat marktconforme tarieven zijn aangehouden.3 In deze brief heb ik ook de betrokkenheid van de tolken in deze aanbesteding beschreven. Een dergelijke vereiste betrokkenheid van tolken in een aanbesteding is bedoeld om het belang van een level playing field voor zelfstandige tolken te onderschrijven.

  • Vraag 2
    Asieladvocaten constateren dat zij minder gekwalificeerde tolken krijgen toegewezen dan voorheen doordat registertolken wegens financiële motieven het werk weigeren. Bent u ervan op de hoogte dat dit gebeurt bij asielprocedures?

    De vrees minder gekwalificeerde tolken te krijgen door werkweigering van registertolken wegens financiële motieven kan ik niet duiden, gelet op het door mij hiervoor vermelde feit dat de tolken voor advocaten in de gesubsidieerde rechtsbijstand een hoger tarief ontvangen dan voorheen. De IND maakt overigens geen gebruik van bemiddelingsbureaus voor de inzet van tolken tijdens het horen in de asielprocedure; de in de vragen gesignaleerde problematiek doet zich derhalve bij de IND niet voor.
    De belangrijkste kwaliteitseis voor deze tolkdiensten voor de asieladvocaten, evenals bij andere afnemers uit het domein van politie en justitie, is dat in beginsel altijd beëdigde tolken worden ingezet. Deze tolken zijn ingeschreven in het bij wet ingestelde Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv), nadat zij hebben aangetoond te beschikken over de vereiste competenties.4 Alleen in geval van spoed of als er geen registertolk beschikbaar is, mag daarvan worden afgeweken. Bij de lijst van meest gevraagde talen zette TVcN in 80,5% van de tolkdiensten een registertolk in. Bij de overige talen, waarvoor vaak geen Rbvt-tolk beschikbaar is, ligt het percentage rond de 25%. Het betreft hier geen verslechtering ten opzichte van voorheen.
    Het is wel mogelijk dat door de wisseling van bemiddelaar asieladvocaten in dat domein andere tolken toegewezen krijgen dan vroeger. Een andere mogelijke oorzaak daarvoor is dat de bestaande praktijk, waarbij – deels niet beëdigde – voorkeurstolken werden toegekend, is beëindigd.

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven bij hoeveel gesprekken op locatie tijdens asielprocedures geen registertolk kon worden ingezet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Wat vindt u van de constatering van het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers (NGTV) dat de leveringsverplichting van Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVcN) prikkelt om niet-gekwalificeerde tolken in te zetten?

    Ik deel de opvatting van het NGTV niet dat contractuele leveringspercentages de kwaliteit onder druk zetten. Om vertragingen in de processen te voorkomen is het gebruikelijk dat de overheid leveringsverplichtingen oplegt aan de opdrachtnemer. Het is bijvoorbeeld onwenselijk dat de afhandeling van een asielverzoek wordt gestuit omdat de inbreng door de advocaat niet of te laat wordt ingebracht vanwege het ontbreken van een tolk. TVcN levert de (register)tolken conform de lijn die is uiteengezet in de brief van 19 maart 2013 van mijn voorganger5 en overeenkomstig de bepalingen die in de programma’s van eisen daarover zijn opgenomen.
    Op basis van de realisatiecijfers in het eerste kwartaal van 2015 stel ik overigens vast dat de leveringsverplichting in verhouding tot 2014 niet leidt tot een lagere inzet van registertolken.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening zoals het Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO) stelt dat «de overheid (...) de aanbestedingen zodanig formuleert en clustert dat kleinere marktspelers geen enkele kans op gunning maken» en dat de tolk zelf maar één keuze heeft? Deelt u voorts de mening dat deze clustering van opdrachten van verschillende diensten en ministeries in overeenstemming is met artikel 1.5 van de Aanbestedingswet (Kamerstuk 32 440) – met name dat wat geschreven staat in lid 1 sub a en b van deze wet?

    Nee. In de onlangs uitgevoerde aanbestedingen voor tolkdiensten zijn in verschillende aanbestedingen zodanige toelatingsdrempels gehanteerd dat nieuwe toetreders een goede inschrijving hebben kunnen doen en hiermee een eerlijke kans maakten een overheidsopdracht gegund te krijgen. Evenmin deel ik de mening dat de tolk maar één keuze heeft. Er zijn in ieder geval vier bedrijven op de bemiddelingsmarkt voor de overheid actief; daarnaast kan de tolk rechtstreeks zijn diensten aanbieden bij een aantal overheidsorganisaties die geen bemiddelaars hiervoor inzetten.
    In die gevallen waarin verschillende dienstonderdelen van ministeries zijn samengevoegd in een overeenkomst, is gehandeld conform artikel 1.5 lid 1 sub a, b én c van de Aanbestedingswet.

  • Vraag 6
    Wat vindt u van het feit dat tolkencoöperaties, samenwerkingsverbanden tussen individuele tolken, in het verleden hebben moeten stoppen vanwege het verbod op kartels in de Mededingingswet (Kamerstuk 31 354 artikel 6) terwijl nu een vaste maximale prijs wordt bepaald door de bemiddelaars en de rijksoverheid?

    Conform artikel 6 van de Mededingingswet is het verboden om de mededinging op de Nederlandse markt te verhinderen, te beperken of te vervalsen. Dat was mogelijk het geval bij de betreffende tolkencoöperaties in het verleden.
    Wat betreft de vaststelling van vergoedingen komt het er in de praktijk op neer dat een potentiële opdrachtnemer (i.c. de tolkenbemiddelaar) zelf zijn prijzen voor de inschrijving op een aanbesteding bepaalt die hij maximaal in rekening brengt bij zijn opdrachtgever (i.c. de overheid). In dat geval is geen sprake van prijsafspraken tussen concurrenten, maar van een (potentiële) overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening van PZO die stelt dat de markt voor tolkdiensten elk jaar groeit maar dat tolken niet profiteren van die groei en bemiddelaars hen dwingen tot telkens lagere tarieven? Bent u van mening dat deze steeds lagere tarieven als gevolg van dominantie van twee bemiddelaars een gezonde marktwerking tot gevolg hebben?

    Ten eerste merk ik op dat de markt voor tolkendiensten fluctueert; dit geldt zeker ook ten aanzien van asielprocedures. Verder neemt het totaal aantal tolkuren dat de overheid van de markt betrekt af, onder andere doordat de overheid in toenemende mate gebruik maakt van telefonische tolkdiensten in plaats van tolkdiensten op locatie, of doordat een overeenkomst in zijn geheel wordt stopgezet, zoals enkele jaren geleden door het Ministerie van VWS is gedaan.
    In tegenstelling tot deze afname van tolkuren groeit het aantal zelfstandige tolk- (en vertaal-)bedrijven de laatste jaren. Daarnaast is het zo dat tolken in met name niet-Europese talen sterk afhankelijk zijn van de afname door de overheid en is de markt van de bemiddelaars de laatste jaren redelijk stabiel gebleven.
    Gelet op deze ontwikkelingen deel ik de mening van PZO niet.
    De hoogte van de tolkvergoedingen wordt bepaald door de marktwerking op drie fronten: de markt van bemiddelaars, de markt van zelfstandige tolken en de markt van de overheid en bemiddelaars of zelfstandige tolken. De werkwijze dat een tolk betrokken wordt bij de marktwerking tussen de bemiddelaar en de overheid onderschrijf ik. Daarnaast vind ik dat de overheid de toetredingsdrempels bij aanbestedingen op verantwoorde manier heeft vastgelegd, en ook de kansen voor toetreders op die manier zijn verbeterd.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z08518
Volledige titel: De markt van overheidswerk voor tolken en vertalers
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-2441
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Gesthuizen over de problemen op de markt van overheidswerk voor tolken en vertalers