Ingediend | 24 april 2015 |
---|---|
Beantwoord | 13 juli 2015 (na 80 dagen) |
Indieners | Pia Dijkstra (D66), Renske Leijten |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z07648.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2871.html |
VWS, ZN en Achmea zorgkantoor willen gezamenlijk inspanningen verrichten om ervoor te zorgen dat budgethouders die te goeder trouw zijn niet worden geconfronteerd met een terugvordering en dat vermoedelijk frauderende zorgaanbieders niet vrij uit gaan. De terugvorderingen in onderhavige casus zijn opgeschort. Los van deze casus stellen partijen gezamenlijk een kader op waarin staat aan welke voorwaarden moet worden voldaan om voor het niet innen van een vordering in aanmerking te komen. VWS, ZN en Achmea zorgkantoor zullen vervolgens een uniforme aanpak ontwikkelen hoe frauderende zorgaanbieders kunnen worden aangepakt.
Helaas verneem ik regelmatig berichten over budgethouders die niet weten dat zij een pgb hebben. Het pgb is juist bedoeld voor mensen die zelf de regie kunnen voeren over hun zorg. In de Wet langdurige zorg (Wlz) heb ik reeds meer eisen gesteld aan de toegang tot een pgb, juist om te voorkomen dat kwetsbare mensen in deze positie terecht komen.
Voor mij staat voorop dat cliënten de zorg moeten krijgen die zij nodig hebben. Voor de cliënten die gedupeerd zijn door hun frauderende zorgaanbieder wordt door het zorgkantoor passende zorg in natura geregeld. Zie ook mijn antwoord bij 1.
De budgethouder kan aangifte doen tegen degene die namens hem de pgb-verantwoordingen heeft ingediend bij het zorgkantoor. Dit moedig ik aan. Over gedane aangiftes kan ik geen uitspraken doen.
De NZa heeft onderzoek gedaan naar de aanpak van pgb fraude door zorgkantoren onder de AWBZ (2013–2104). Met de komst van de Wet langdurige zorg (Wlz) in 2015 is het toegangsproces tot een pgb verbeterd. Er zijn extra weigeringsgronden opgenomen, bepaalde zorgprofielen zijn uitgesloten van een pgb en het trekkingsrecht is geïntroduceerd. Daarnaast is er nog de mogelijkheid tot het stellen van extra eisen aan «gewaarborgde hulp» zodat mensen zonder regie kunnen worden bijgestaan door iemand die de verantwoordelijkheden en verplichtingen van het pgb wel waar kan maken. Deze wijzigingen ten opzichte van de situatie onder de AWBZ moeten zich nog zetten. Ik onderschrijf de aanbeveling van de NZa en wil deze tegen het licht van de nieuwe situatie onder de Wlz uitwerken. Recent heb ik van de NZa een brief ontvangen waarin zij ingaan op de openstaande vorderingen pgb. Beide punten bespreek ik met de NZa en ik zal uw Kamer hierover in het najaar informeren.
Zie antwoord vraag 1.
Mij is alleen bekend in welke pgb fraudezaken Achmea zorgkantoor de vorderingen heeft opgeschort. Het betreft 150 budgethouders die zorg hebben ingekocht bij 5 aanbieders. Achmea zorgkantoor heeft nog een aantal zaken in onderzoek.
Vanaf april 2012 ontving de IGZ meldingen van omwonenden en de betrokken gemeente over ernstige overlast door bewoners van enkele zorgwoningen en tekortschietende begeleiding bij Fundament, dragers in zorg. De IGZ constateerde dat er op dat moment geen sprake was van onverantwoorde en onveilige zorg. Wel zag de inspectie dat de zorgaanbieder tevens de curator of bewindvoerder was van cliënten, en achtte dit financieel kwetsbaar. Fundament, dragers in zorg bracht hierin verbetering aan door het curatorschap en/of de bewindvoering bij derden onder te brengen. Omdat Fundament, dragers in zorg tot het moment van de meldingen nog niet bekend was bij de IGZ, heeft de IGZ eveneens onderzoek verricht naar de aanwezigheid van noodzakelijke randvoorwaarden voor het leveren van verantwoorde zorg. De Taskforce Nieuwe Toetreders van de IGZ bracht op 24 november 2012 een onaangekondigd inspectiebezoek waaruit bleek dat er tekortkomingen in de zorg waren. Fundament, dragers in zorg kreeg van de IGZ wederom opdracht om noodzakelijke verbeteringen te treffen. Bij vervolgonderzoek op 13 september 2013 bleek dat verbeteringen waren opgepakt, maar dat deze nog onvoldoende waren doorgevoerd. Fundament, dragers in zorg moest binnen drie maanden alle verbeteringen hebben doorgevoerd. Zover is het echter niet gekomen omdat het zorgkantoor begin 2014 de betaling van de pgb-gelden aan deze zorgaanbieder stopzette en de cliënten passende zorg in nature werd geboden. De inspectie heeft deze overname gevolgd en oordeelde dat dit op goede wijze is opgepakt en afgerond.
Voor de beantwoording van deze vraag en vraag 9 is navraag gedaan bij de Raad voor de rechtspraak. Op 1 januari 2014 is de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap grotendeels in werking getreden. In artikel 435 lid 6, Boek 1 BW staat dat onder meer niet tot bewindvoerder kunnen worden benoemd: een direct betrokken of behandelend hulpverlener, personen behorende tot de leiding of tot het personeel van de instelling waar de rechthebbende wordt verzorgd of die aan de rechthebbende begeleiding biedt en personen die zijn verbonden met de instelling waar de rechthebbende wordt verzorgd of die aan de rechthebbende begeleiding biedt.
Bij de benoeming vergewist de rechter zich van de geschiktheid van de kandidaat-bewindvoerder. Van iedere kandidaat-bewindvoerder wordt tevoren een bereidverklaring gevraagd. Daarin dient de kandidaat te verklaren dat hij onder meer geen direct betrokken hulpverlener van de betrokkene is, noch behoort tot de leiding of tot het personeel van de zorginstelling of verbonden is met de zorginstelling van de betrokkene. Voorts moeten professionele bewindvoerders jaarlijks een eigen verklaring en een accountantsverslag aan de rechter overleggen, waaruit blijkt dat zij aan de eisen van het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren voldoen.
Niet bekend is hoeveel bewindvoerders, curatoren of mentoren een zorgrelatie hebben. Het is niet doenlijk om dit in kaart te brengen, gelet op het grote aantal beschermingsmaatregelen (ongeveer 300.000) en het feit dat gegevens omtrent de zorgsituatie niet geregistreerd worden. Ook voor curatoren en mentoren geldt overigens dat direct betrokken of behandelend hulpverleners en personen behorende tot de leiding of tot het personeel van de zorginstelling van de betrokkene niet tot curator of mentor kunnen worden benoemd (artikel 1:383 resp. 452 BW).
De vragen van de Kamerleden Leijten (SP) en Dijkstra (D66) over de hoge bedragen pgb-geld die verhaald worden op kwetsbare cliënten omdat hun zorgverleners hun zaken niet op orde hadden (2015Z07648) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden voor het uitstel is dat afstemming met andere departementen en met het veld noodzakelijk is. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.