Ingediend | 20 april 2015 |
---|---|
Beantwoord | 16 juni 2015 (na 57 dagen) |
Indiener | Tjitske Siderius (PvdA) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z07199.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2556.html |
Het is niet noodzakelijk dat een logopedist alle basisschoolleerlingen screent op logopedische problemen. In het Basispakket Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is in het kader van vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen opgenomen na te gaan of sprake is van spraak- en taalstoornissen. Het basispakket JGZ is vastgelegd in de Wet publieke gezondheid. Gemeenten zijn ervoor verantwoordelijk dat het basispakket beschikbaar is en actief wordt aangeboden aan alle kinderen. Zij beleggen de uitvoering bij de jeugdgezondheidszorg (GGD’en of andere JGZ-organisaties). Wanneer twijfel bestaat over een goede spraak- en taalontwikkeling worden kinderen in overleg met de ouders en de school zo nodig doorverwezen naar een logopedist of andere zorgverlener, afhankelijk van de problematiek. Logopedie wordt vervolgens vergoed vanuit de basisverzekering. Er zijn geen gegevens bekend over het aantal leerlingen met spraakproblemen in het reguliere basisonderwijs.
Ik ben van mening dat vroegtijdige signalering van problemen altijd wenselijk is. Bij deze signalering spelen verschillende partijen een belangrijke rol. Naast de jeugdgezondheidszorg (uitgevoerd door GGD’en of andere JGZ-organisaties) signaleren bijvoorbeeld ouders, huisarts of kinderopvang vaak al vroeg een probleem bij de taal- of spraakontwikkeling, voordat een kind naar school gaat.
Voor kinderen die al op school zitten, is de leraar de eerste signaleerder bij problemen. Als er sprake is van een taalachterstand door spraakstoornissen en er extra ondersteuning nodig is om het onderwijsprogramma te volgen, dan zal de school hier een passende invulling aan geven en waar nodig doorverwijzen. Als de extra begeleiding of ondersteuning onvoldoende aanslaat, kan doorverwijzing naar meer gespecialiseerde zorg plaatsvinden. Gemeenten en samenwerkingsverbanden hebben onderling afspraken gemaakt over de verbinding van onderwijs en zorg, waarbij ook preventie aan de orde kan komen.
De signalen over een toename van de problematiek, herken ik niet. Ook is er bij passend onderwijs geen sprake van een bezuiniging.
Het primair (en ook het voortgezet) onderwijs verzorgt goed taalonderwijs, signaleert en leidt waar nodig zorgvuldig toe naar passende onderwijsondersteuning en zorg voor jeugd. Verder faciliteert het onderwijs waar mogelijk de hulp die vanuit de gemeente (jeugdgezondheidszorg) of zorgverzekering kan worden geboden in schooltijd. Daarnaast is bij de instellingen cluster 2 veel deskundigheid aanwezig, waar scholen en samenwerkingsverbanden gebruik van kunnen maken.3 Ook voor de invoering van passend onderwijs en de nieuwe zorgwetgeving had het onderwijs al een taak bij de signalering van problemen bij leerlingen.
Het rapport «De waarde van logopedie» is in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVFL) door onderzoeksbureau SEO tot stand gekomen. De conclusies van het rapport komen volledig voor rekening van de onderzoekers. De onderzoekers zijn samen met de NVLF op 20 december 2012 op het Ministerie van VWS uitgenodigd om het rapport en de bevindingen toe te lichten. Uit deze toelichting heeft de Minister van VWS geconcludeerd dat als gevolg van een juiste inzet van logopedische interventies deze mogelijk op termijn tot besparingen kunnen leiden. Dit heeft Minister Schippers reeds in 2013 aan uw Kamer gecommuniceerd in de beantwoording van vragen van Kamerlid Leijten.5
Er wordt een nieuwe richtlijn voor de jeugdgezondheidszorg ontwikkeld op basis van de resultaten van verschillende onderzoeken (startdatum van deze richtlijn is 1 januari 2016). In deze richtlijn is ook aandacht voor het signaleren van spraak- en taalproblemen in het basisonderwijs. De richtlijn wordt ontwikkeld via het ZonMw-programma Richtlijnen Jeugdgezondheid.
Er zijn geen gegevens beschikbaar van het aantal logopedisten dat in dienst is bij scholen. Ook heb ik geen cijfers over het aantal logopedisten dat op deze wijze verbonden is aan een basisschool.
Er is binnen passend onderwijs geen budget voor logopedie geoormerkt. Zie verder het antwoord op vraag 2.
Paramedische behandeling komt in aanmerking voor vergoeding door de zorgverzekering. De behandeling kan in overleg met de school in bijzondere situaties plaatsvinden op school tijdens de onderwijsuren. Het Ministerie van VWS beschikt verder niet over specifieke gegevens over de hoeveelheid behandelingen die op scholen door zorgverzekeraars worden vergoed.
Sociale wijkteams worden bekostigd door de gemeente. Meer informatie over de mogelijke invulling van deze teams is te vinden op www.voordejeugd.nl en op de website van het Nederlands Jeugdinstituut: http://www.nji.nl/Wijkteams Zie ook het antwoord op vraag 6.