Ingediend | 7 april 2015 |
---|---|
Beantwoord | 20 april 2015 (na 13 dagen) |
Indiener | Loes Ypma (PvdA) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z06160.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1998.html |
Ja.
De administratieve lasten per partij in de zorg verschillen in het oude en het nieuwe stelsel. Zo zijn de administratieve lasten van de indicatiestelling bij bureaus jeugdzorg verdwenen en bij het CIZ verminderd. Bij andere partijen kan de administratieve last weer toenemen, zoals nu wordt ervaren door zorgaanbieders. Deels zullen deze lasten het gevolg zijn van de transitie en het «inregelen» van het nieuwe stelsel.
De wens tot lokaal maatwerk zal voor jeugdhulpaanbieders, die in veel gemeenten en regio's een vorm van jeugdhulp leveren, onvermijdelijk leiden tot meer administratieve lasten. In de transitiefase zal het nog sectoraal georganiseerde jeugdhulpaanbod niet altijd even goed passen op de integrale hulpvraag bij gemeenten. Dit kost tijd.
Verder verschilt de mate van lastendruk per inkoopmodel. Kiest een gemeente voor geïndividualiseerde betalingen, dan zijn de administratieve lasten hoog in vergelijking met gemeenten die financieren via lumpsum en/of een vorm van populatiebekostiging toepassen. Gemeenten en aanbieders doen op dit moment ervaring op met verschillende inkoopvormen, elk met hun eigen voor- en nadelen. Ik heb er vertrouwen in dat zij hiervan leren en hun inkoopbeleid gaan aanpassen.
In de Jeugdwet wordt van gemeenten verwacht dat zij verschillende vormen van jeugdhulp integreren tot lokaal maatwerk voor kinderen en hun ouders. Deze doelstelling staat op gespannen voet met landelijk gestandaardiseerde processen. Het conform de oude stelsels standaardiseren van diagnosen, hulpvragen, toewijzing en aanbod leidde tot processen die niet aansloten op de dynamische en integrale problematiek van de hulpvraag. Ik constateer dat zorgaanbieders en gemeenten over dit gegeven in gesprek zijn en werken aan het bieden van oplossingen waar mogelijk. Deze oplossingen zullen moeten worden ingebed in de lokale verhoudingen tussen gemeenten en instellingen.
In november 2014 heb ik een met veldpartijen afgesproken «Standaarddeclaratie jeugdhulp» gepubliceerd. Het is aan gemeenten en aanbieders om hiervan gebruik te maken. Ook heb ik de VNG financieel in staat gesteld gegevensknooppunten te bouwen om digitaal gestandaardiseerd factureren mogelijk te maken voor gemeenten die kiezen voor geïndividualiseerde betalingen. De gegevensknooppunten van gemeenten (het gemeentelijk gegevensknooppunt welke in beheer is bij de VNG) en van de aanbieders(VECOZO) vormen de brugpijlers onder de digitale informatiestromen.
Gemeenten en aanbieders zijn nog bezig zijn met het inrichten van hun logistieke processen en hun ict, dit kan pas echt goed vanaf het moment dat deze processen voldoende helder zijn. Totdat de ict is ingeregeld bij gemeenten en aanbieders kunnen facturen ook per post worden verstuurd. Dit was tot voor kort vrij normaal.
De uitvoering van de Jeugdwet door gemeenten is net drie maanden onderweg. Daarom is het moeilijk om uitspraken te doen over goede en slechte voorbeelden. Een gemeente, waar de uitvoering nu hapert, kan over een paar maanden ineens een koploper zijn.
Een goed voorbeeld is Capelle aan den IJssel. Daar is de gehele eerstelijns jeugdhulp en jeugdgezondheidszorg met het daarvoor beschikbare budget in een onafhankelijke stichting ondergebracht. Hiermee zijn de administratieve lasten voor zowel de eerste lijn als de gemeente beperkt. Met de stichting zijn afspraken gemaakt over hoofdlijnen van beleid en men gaat het eerste jaar vooral meten om te zien wat werkt. Dit lijkt mij een waardevol initiatief, dat ik graag wil volgen en waar anderen van kunnen leren.
Daarnaast is onlangs door het Ministerie van BZK een publicatie uitgebracht over sturing en bekostiging in het sociaal domein in drie gemeenten. Hierin staan belangrijke lessen voor gemeenten over de samenhang tussen sturing op resultaat, de manier van bekostigen en het type inkoop of marktordening.
Ik ben in overleg met gemeenten en instellingen over het verminderen van administratieve lasten. Aangezien de oplossingen tussen aanbieders en gemeenten tot stand moeten komen hebben deze partijen een werkagenda opgesteld om te komen tot een vereenvoudiging in de declaratie- en verantwoordingssystematiek. De uitvoering van deze agenda wordt mede door mij gefaciliteerd. Een belangrijk gegeven in het komen tot oplossingen voor de langere termijn is dat eventuele centrale afspraken vanuit het lokale en regionale niveau naar boven komen.