Ingediend | 4 maart 2015 |
---|---|
Beantwoord | 17 april 2015 (na 44 dagen) |
Indiener | Tjitske Siderius (PvdA) |
Beantwoord door | Sander Dekker (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z03823.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1985.html |
Deze aanvullende structurele middelen zijn eerst begin dit jaar beschikbaar gekomen voor de scholen. Het is dan ook niet de verwachting dat deze middelen al geheel of grotendeels per 1 januari 2015 door hen zijn ingezet.
Er zijn in de bestuursakkoorden met de sectororganisaties geen afspraken gemaakt over het aantal conciërges en klassenassistenten dat met deze € 50 miljoen aangesteld zal worden. Wel zijn daarin met de sectororganisaties afspraken gemaakt over de doelen die met het totaal aan investeringen bereikt moeten worden. Bij de inzet van de € 50 miljoen voor conciërges en klassenassistenten zijn de afspraken die zijn gemaakt over meer tijd, geld en ruimte voor professionele ontwikkeling van leraren, over minder werkdruk en over het versterken van de werkgelegenheid relevant. De voortgang op de afgesproken doelen rapporteer ik regelmatig aan uw Kamer. Daarbij wordt bijgestuurd als de doelen niet worden gehaald.
Ik kan u wel cijfers verstrekken over het totaal aangesteld onderwijsondersteunend personeel en ondersteunend en beheerspersoneel (OOP/OBP). Hiervoor verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 2. Cijfers over OOP/OBP in 2015 zijn pas in het voorjaar van 2016 beschikbaar.
Jaarlijks publiceert het Ministerie van OCW in het voorjaar de werkgelegenheidscijfers in het onderwijs met als peildatum 1 oktober van het voorgaande jaar. Deze gegevens worden aangeleverd bij DUO door de (salarisadministrateurs van de) onderwijsinstellingen. Daarbij maakt DUO onderscheid tussen de functiecategorieën directie, onderwijsgevend personeel en OOP/OBP. Conciërges en klassenassistenten vallen onder deze laatste categorie en voor het basis- en voortgezet onderwijs zijn hierover de volgende gegevens beschikbaar (zie tabel 1).
2010
2011
2012
2013
Basisonderwijs; in fte
11,9
11,5
10,9
10,6
Basisonderwijs; in personen
19,8
19,3
18,2
17,6
Voortgezet onderwijs; in fte
20,4
20,2
19,9
19,8
Voortgezet onderwijs; in personen
27,2
26,9
26,3
26,3
De daling in OOP/OBP wordt vooral veroorzaakt door de dalende leerlingaantallen en de daarmee gepaard gaande daling van de werkgelegenheid. De ontwikkeling van de werkgelegenheidscijfers in het onderwijs met als peildatum 1 oktober 2014 zullen later dit voorjaar op www.ocwincijfers.nl beschikbaar komen, ter voorbereiding op verantwoordingsdag op de derde woensdag in mei. Uiteraard zal ik uw Kamer informeren als deze cijfers beschikbaar komen.
Zoals uit mijn antwoord op vraag 1 blijkt, kan ik dit niet aangeven.